16 mei 2014 – Een federale rechtbank in Argentinië heeft donderdag een memorandum van overeenstemming tussen de Argentijnse regering en het Iraanse regime, om de bomaanslag op een joods centrum in Buenos Aires 1994 te onderzoeken, ongrondwettig verklaard.

In het vonnis wordt de gerechtshoven ook bevolen om de uitleveringsbevelen tegen functionarissen van het Iraanse regime nogmaals te herhalen, en Interpol kreeg instructies om de directe arrestatiebevelen voor de verdachten opnieuw te inspecteren.

Vorig jaar vroeg de Argentijnse officier van justitie Alberto Nisman aan de rechter om een overeenkomst tussen de Argentijnse regering en het Iraanse regime ongrondwettig te verklaren.

In een aanvullende aanklacht van Nisman herhaalde de officier van justitie de arrestatiebevelen voor zeven leiders van het regime, die de schuldigen waren van deze terroristische bomaanslag.

De zeven zijn: Ali Akbar Hashemi Rafsanjani, de toenmalige president en huidige voorzitter van de Raad van Advies; Ali Akbar Velayati, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken en huidige adviseur van Ali Khamenei; Mohsen Rezaii, de toenmalige commandant van de IRG; Ahmad Vahidi, de toenmalige commandant van de terroristische Qods Force; Mohsen Rabbani, de toenmalige culturele gezant; en Ahmadreza Asghari, de toenmalige derde secretaris van de ambassade van het regime van de mullahs in Argentinië.

De huidige president van het Iraanse regime, Hassan Rouhani, zat ook in de speciale regeringscommissie die de bombardementen in Buenos Aires heeft beraamd, volgens een aanklacht van de Argentijnse officier van justitie die de zaak onderzoekt.
Op 10 augustus 1994, drie weken na de bomaanslag, werd tijdens een persconferentie in Washington in aanwezigheid van tientallen verslaggevers, door de Iraanse oppositie onderstreept dat de bomaanslag gepland en georganiseerd was door Opperste Nationale Veiligheidsraad van het regime.