18 augustus 2014 – Het zwijgen van de internationale Gemeenschap over deze misdaden is een schande
Maandag 18 augustus werden ten minste 11 gevangenen gezamenlijk opgehangen in de stad Karaj (ten westen van Teheran). Volgens sommige berichten zijn er mogelijk nog meer gevangenen opgehangen.

Vier van de slachtoffers werden bij naam genoemd: Hamed Rabii, Milad Rabii, Ebrahim en Mansour.

Zondagmiddag, na het overbrengen van hun celgenoten naar de executiehal, kwam een groot aantal gevangenen van afdeling twee van de Qezel Hessar gevangenis in opstand. Special Forces  van de anti-oproerpolitie vielen hen aan en openden onmiddellijk het vuur, waardoor tientallen gevangenen gedood of verwond werden.

Volgens de eerste berichten zijn ten minste vijf gevangenen gedood.

Special Forces hebben de afdelingen twee en drie van de gevangenis, waar de ter dood veroordeelden zijn gehuisvest, omsingeld.

Tegelijkertijd deed het onderdrukkingsleger een aanval op familieleden van de gevangenen, die buiten de gevangenis verzameld waren om te protesteren tegen het doden van hun kinderen. Ze probeerden hen door het afvuren van traangas en schoten in de lucht te verspreiden.

De willekeurige massa-executie van de gevangenen en het openen van het vuur op weerloze gevangenen weerspiegelen enerzijds de wreedheid van het religieuze fascisme dat in Iran aan de macht is, en anderzijds hun kwetsbaarheid en wanhoop, waardoor de misdadige mullahs door middel van marteling, executies, intimidatie en terreur proberen om de groeiende protesten van het volk tegen te gaan.

Het zwijgen van de internationale gemeenschap over deze wreedheden is een smet op het publieke geweten.

Voortzetting en uitbreiding van de economische banden met het theocratische regime moet afhankelijk worden gemaakt van een executiestop en verbetering van de mensenrechtensituatie in Iran. Het negeren van de mensenrechtenschendingen in Iran onder het voorwendsel van het belang van de nucleaire onderhandelingen moedigt de heersende mullahs alleen maar aan om nog meer wreedheden te begaan en om de resoluties van de Veiligheidsraad van de VN te blijven negeren.