24 augustus 2014 – Mensenrechtenexperts eisen strafrechtelijke vervolging van de Iraakse militairen, die verantwoordelijk zijn voor de moord op 52 vluchtelingen en internationale bescherming voor de Iraanse ballingen in Camp Liberty bij Bagdad. Gezien het  feit dat er geen internationaal onderzoek naar de aanvallen op weerloze burgers is uitgevoerd, worden de Iraakse huurlingen van het regime in Teheran alleen maar aangemoedigd om nog meer slachtpartijen te houden onder de Iraanse ballingen.

Een jaar na het bloedbad op de Iraanse vluchtelingen in de nederzetting Ashraf ten noorden van Bagdad, hebben gerenommeerde mensenrechten experts opnieuw een internationaal onderzoek geëist en strafrechtelijke vervolging van degenen die hiervoor verantwoordelijk waren.

Ashraf – 01-09-2013: De doodseskaders drongen zelfs de ziekenboeg binnen en schoten negen gewonde vluchtelingen neer die daar hun toevlucht hadden gezocht.

Bij het bloedbad dat de Iraakse troepen op 1 september 2013 in Ashraf hebben gepleegd, werden 52 Iraanse asielzoekers gedood, onder wie zes vrouwen. Veel Iraanse ballingen werden letterlijk geëxecuteerd door schoten door het hoofd, nadat ze door Iraakse doodseskaders vastgebonden waren. Tijdens de gewapende aanval in Ashraf werden zeven asielzoekers door Iraakse soldaten ontvoerd en gegijzeld. De zeven gijzelaars, onder wie zes vrouwen, worden sindsdien vermist. Het bloedbad werd wereldwijd veroordeeld, onder meer door de Duitse regering.

Professor Jean Ziegler, lid van het Raadgevend Comité van de VN-Mensenrechtenraad, deed in Genève een beroep op de Verenigde Naties om een onafhankelijk onderzoek naar het bloedbad van 1 september 2013 uit te voeren. De slachtpartij, die door Iraakse troepen werd gehouden onder weerloze vluchtelingen, is een ernstige misdaad tegen de menselijkheid en toont aan, in welke levensgevaarlijke situatie de Iraanse ballingen in Irak verkeren.

Professor Alfred Zayas, de speciale rapporteur van de VN inzake de bevordering van een democratische en rechtvaardige internationale orde, heeft ook gepleit voor een onafhankelijk onderzoek door de Verenigde Naties naar het bloedbad:

“Dergelijke ernstige delicten, waarvoor niemand verantwoordelijk wordt gehouden, zijn een schending van talrijke internationale overeenkomsten en doen een aanslag op de rechtsstaat. Ik doe een beroep op de VN-Mensenrechtenraad en de hoge commissaris voor de mensenrechten, om zich in te zetten voor een onderzoek naar deze ernstige en tot op heden voortdurende mensenrechtenschendingen.”

Door militaire geweld en terreur aanslagen zijn in Irak al 116 Iraanse vluchtelingen gestorven en raakten honderden gewond. Gezien het feit dat er geen internationaal onderzoek naar de aanvallen op weerloze burgers is uitgevoerd, worden de Iraakse huurlingen van het regime in Teheran alleen maar aangemoedigd om nog meer slachtpartijen te houden onder de Iraanse ballingen.

Professor Sara Chandler, voorzitter van de commissie Rechten van de Mens van de Federation of European Bars (FBE), riep op tot de vervolging van de Iraakse militairen die verantwoordelijk zijn voor het bloedbad in Ashraf. Bij een mensenrechten conferentie in Genève wees zij erop dat de Iraanse vluchtelingen die momenteel in Camp Liberty in de buurt van Bagdad verblijven, onder internationale bescherming geplaatst moeten worden, omdat het Iraakse leger hen niet kan beschermen.

De internationale gemeenschap, aldus Chandler, heeft herhaaldelijk gefaald als het gaat om het voorkomen van aanvallen op Iraanse vluchtelingen in de kampen Ashraf en Liberty, en moet nu eindelijk eens hun verantwoordelijkheid nemen om hen te beschermen.

Sinds het bloedbad in Ashraf is er een jaar verstreken, en er is nog niemand ter verantwoording geroepen voor de gewelddadige aanvallen op de Iraanse vluchtelingen in Irak. De toenmalige leiders van de Iraakse regering en van het leger moeten voor het Internationaal Hof van Strafrecht rekenschap afleggen. Sara Chandler deed een beroep op de secretaris-generaal van de VN en de VN-commissaris voor de mensenrechten om er nadrukkelijk voor te pleiten dat deze misdaad niet onbestraft blijft.