10 oktober 2014-Iran heeft in verhouding met het aantal inwoners het hoogste executiepercentage ter wereld. Duizenden gevangenen worden in Iran bedreigd met executie, daaronder veel leden van etnische minderheden. Mensenrechtenactivisten zetten zich wereldwijd in om de 26-jarige Iraanse Reyhaneh Jabbar te reddeni.

Ter gelegenheid van de Werelddag tegen de doodstraf, die ieder jaar op 10 oktober plaatsvindt, hebben de Europese Unie en de Raad van Europa in een gezamenlijke verklaring bevestigd dat ze de doodstraf in alle gevallen en onder alle omstandigheden afwijzen,. De EU en de Europaraad zullen zich blijven inzetten voor de universele afschaffing van de doodstraf.

Mensenrechtenactivisten wijzen erop dat het regime in Teheran zich blijft  verzetten tegen de wereldwijde trend naar afschaffing, zij eisen dringend tegenmaatregelen van de internationale gemeenschap.

Onder de president van het regime Rohani, die zich om de wereldgemeenschap te misleiden voordoet als “gematigd”, neemt de golf van executies in Iran niet af. Duizenden gevangenen, waaronder veel leden van etnische minderheden, lopen het risico geëxecuteerd te worden. Iran heeft in verhouding met het aantal inwoners het hoogste executiepercentage ter wereld.

Uit het recente jaarverslag van de speciale rapporteur van de VN voor de situatie van de mensenrechten in Iran blijkt dat in Iran tussen juli 2013 en juni 2014 minstens 852 mensen geëxecuteerd zijn, waaronder minderjarigen. Sinds begin 2014 zijn er acht jonge mannen geëxecuteerd, die nog minderjarig waren ten tijde van het hen ten laste gelegde misdrijf. Dit is een duidelijke schending van de door Iran geratificeerde Kinderrechtenconventie CRC.

Intussen loopt de 26-jarige Iraanse Reyhaneh Jabbari (foto) het directe risico van executie. De voltrekking is weliswaar uitgesteld, maar het doodvonnis blijft staan. In Iran en wereldwijd zetten mensenrechtenactivisten zich ervoor in dat haar doodvonnis definitief wordt geannuleerd.

Reyhaneh Jabbari zit sinds 2007 in de gevangenis in Iran. Zeven jaar geleden bracht ze een voormalig lid van de Iraanse inlichtingendienst, Morteza Abdolali Sarbandi (47), een fatale steekwond toe. Volgens haar had hij geprobeerd haar te verkrachten. Ze had gehandeld uit zelfverdediging. Na haar arrestatie zat Reyhaneh Jabbari twee maanden in eenzame opsluiting in de Evin gevangenis van Teheran, waar ze geen toegang had tot rechtsbijstand of familieleden.

Ondanks het feit dat het duidelijk zelfverdediging was, werd de jonge vrouw in een proces, dat door vele mensenrechtenactivisten als zeer oneerlijk werd bestempeld, veroordeeld wegens moord en niet voor zelfverdediging. Het Hooggerechtshof bevestigde de veroordeling. De straf: dood door de strop.

Reyhaneh Jabbari moest eind september 2014 geëxecuteerd worden. Nadat er in Iran en internationaal maandenlang tegen haar lot geprotesteerd was, werd haar uitstel van executie verleend. Het doodvonnis werd echter niet ingetrokken.

In de afgelopen maanden is er herhaaldelijk een beroep gedaan op het Iraanse regime om de zaak Jabbari te herzien. Een online petitie werd door meer dan 200.000 mensen ondertekend. Op Facebook eisten sympathisanten: “Save Reyhaneh.” De EU is ernstig bezorgd over de op handen zijnde executie van Jabbari. Volgens een verklaring bestaan er aanwijzingen die de integriteit van het proces in kwestie in twijfel trekken,. Het Amerikaanse State Department heeft soortgelijke ernstige bedenkingen geuit.

De speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties, Ahmed Shaheed,, zei dat deze zaak ernstige twijfels opriep over de juridische procedures. “Vooral gezien haar ondervraging en de weigering van de rechtbank om bij het vonnis rekening te houden met alle relevante omstandigheden.”

In Iran zijn doodvonnissen en executies instrumenten van het regime om de bevolking door een klimaat van terreur te intimideren en protesten in de kiem te smoren. De executiepraktijken in Iran zijn volgens verklaringen van VN-deskundigen te vergelijken met willekeurig doden. De doodstraf is een wrede, onmenselijke en onomkeerbare straf, die het fundamentele recht van de mens op leven en waardigheid schendt