16 november 2014-De speciale rapporteur voor de mensenrechten in Iran heeft zijn bedenkingen geuit over een nieuw wetsvoorstel van het Iraanse regime dat de onafhankelijkheid van de advocatuur bedreigt.
Met het wetsvoorstel advocatenwet (Formal Attorneyship Bill) wil het regime een ‘college van toezicht’ aanstellen bestaande uit Iraanse ambtenaren, die de macht zouden krijgen om advocatenlicenties uit te geven en in te trekken, zo waarschuwde Ahmad Shaheed, speciaal rapporteur voor de mensenrechten in Iran.
Ook de mensenrechtencommissie van de International Bar Association heeft een persbericht uitgegeven over haar ‘ernstige bezorgdheid’ over het wetsvoorstel en verzoekt de regering dringend om het terug te trekken, vertelde hij.
Op zijn website schrijft de heer Shaheed: “Het recente besluit van het regime om het proces van het indienen van het wetsvoorstel advocatenwet te hervatten, heeft onder Iraanse advocaten en juristen opnieuw bezorgdheid gewekt ten aanzien van de mogelijke impact van het wetsvoorstel, dat de onafhankelijkheid van de advocatuur in Iran verder dreigt te ondermijnen.
“In juni 2013 was ik verheugd over het besluit van de regering om behandeling van het wetsvoorstel op te schorten, en ik heb de regering aangespoord om het voorstel definitief in te trekken.
“Helaas heeft het kabinet het conceptvoorstel van de rechterlijke macht geamendeerd en aangenomen, en vervolgens in september ter goedkeuring aan het parlement voorgelegd. De rechterlijke macht, kennelijk niet tevreden over de aangebrachte wijzigingen in de wet, heeft ook een eigen versie van de wet aan het parlement voorgelegd.
Dr. Shaheed zei: “Het huidige wetsvoorstel ondermijnt klaarblijkelijk de onafhankelijkheid van de advocatuur, aangezien er een college van toezicht wordt voorgesteld met het gezag om advocatenlicenties uit te geven en in te trekken. “
“Dit college van toezicht zou verzoeken daartoe van diverse overheden in beraad nemen – waaronder het hoofd van de rechterlijke macht en het Ministerie van Informatie – en het opperste disciplinaire gerechtshof voor rechters zou de intrekking van een licentie kunnen vorderen.”
Hij voegde eraan toe: “Ook de mensenrechtencommissie van de International Bar Association (IBAHRI) heeft in een persbericht ‘ernstige bedenkingen’ uitgesproken.”
De medevoorzitter van IBAHRI, Helena Kennedy, werd op zijn website geciteerd: “Advocaten kunnen hun taak niet naar behoren vervullen wanneer zij onderworpen zijn aan externe inmenging en zeggenschap over hun vermogen om praktijk te voeren.”
De heer Shaheed zei verder: “Toen ik in februari 2014 sprak voor de Iraanse orde van advocaten, stelde president Rohani dat ‘advocaten immuun dienen te zijn voor vervolging wegens het uitvoeren van hun beroepsplicht’, en dat het gezag voor onderzoek naar professionele problemen van de advocatuur bij de orde van advocaten ligt.”
“Ik deel die mening, en ik hoop dat de Iraanse autoriteiten alle noodzakelijke maatregelen zullen nemen, met inbegrip van het amenderen of intrekken van het huidige wetsvoorstel, om de onafhankelijkheid van de orde van advocaten en de advocatuur te garanderen, zowel in de wet en als in de praktijk.”