Iran: mensenrechtensituatie afschuwelijk
Gerelateerd materiaal:
Wereldrapport 2015: Iran
De Iraanse rechterlijke macht en veiligheidstroepen vormen een groot beletsel voor rechtvaardigheid en aansprakelijkheid voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen in Iran. President Rouhani heeft ondanks zijn volksmandaat weinig zeggenschap over hun doen en laten, maar hij kan en moet meer doen om de Iraniërs te laten zien dat hij opkomt voor mensenrechten en rechtvaardigheid.
Sarah Lean Whitson, directeur Midden-Oosten en Noord-Afrika
(Beiroet) – Repressieve elementen binnen de Iraanse veiligheids- en inlichtingendiensten en de rechterlijke macht hadden nog steeds ruime bevoegdheden en maakten zich in 2014 schuldig aan ernstige mensenrechtenschendingen, zei Human Rights Watch vandaag in zijn Wereldrapport 2015.
De machtige veiligheids- en inlichtingendiensten in Iran hebben, bijgestaan door een inschikkelijke rechterlijke macht, repressieve maatregelen uitgevoerd, ondanks hoop dat er verbetering zou komen in de mensenrechtensituatie na het aantreden van president Rouhani in augustus 2013. Functionarissen hebben hun acties tegen dissidenten op het internet opgevoerd, waarbij revolutionaire rechtbanken wrede straffen hebben uitgedeeld, waaronder doodvonnissen tegen bloggers en gebruikers van sociale media. Functionarissen hebben verder veel activisten en vooraanstaande oppositiefiguren vastgezet of hen op andere manieren aangepakt, onder wie de presidentskandidaten van 2009 Mir Hossein Mousavi en Mehdi Karroubi, die nog altijd zonder proces in huisarrest zitten. Daarnaast is een alarmerend aantal executies uitgevoerd, vooral voor drugsgerelateerde misdrijven.
Human Rights Watch geeft in zijn 656 pagina’s tellende wereldrapport een overzicht van de mensenrechtenpraktijken in meer dan 90 landen. Directeur Kenneth Roth doet in zijn inleiding een dringend verzoek aan regeringen om te erkennen dat mensenrechten een effectieve morele leidraad bieden in turbulente tijden, en dat het schenden van mensenrechten kan leiden tot ernstige veiligheidsproblemen of die kan vergroten. De voordelen op de korte termijn van het ondermijnen van de kernwaarden vrijheid en non-discriminatie zijn zelden de prijs op de lange termijn waard.
In Iran hebben vrouwen en etnische en religieuze minderheden, waaronder baha’i’s, te lijden onder discriminatie bij wet en in de praktijk. Iran is daarnaast een van de grootste gevangenissen voor journalisten en bloggers in de wereld. In oktober 2014 zaten er ten minste 48 vast, onder wie de Washington Post-correspondent Jason Rezalan, die op 22 juli samen met zijn vrouw Yeganeh Salehi, eveneens een journalist, door veiligheidsagenten werd gearresteerd. De autoriteiten houden Rezalan vast zonder aanklacht en verhinderen dat hij contact kan opnemen met zijn advocaat. Verder blokkeert de regering stelselmatig websites en stoort ze buitenlandse satellietprogramma’s.
Volgens officiële bronnen hebben de Iraanse autoriteiten in 2014 minstens 200 gevangenen geëxecuteerd, hoewel het werkelijke aantal vermoedelijk boven de 600 ligt. Ten minste acht van hen waren jonger dan 18 toen de moord of verkrachting plaatsvond waarvoor ze de doodstraf kregen.
Tientallen activisten en mensenrechtenverdedigers zitten gevangen vanwege vreedzame of beroepsmatige activiteiten, onder wie advocaten zoals Mohammad Seifzadeh en Abdolfattah Soltani, die deels werden opgepakt vanwege hun banden met het Center for Human Rights Defenders van Shirin Ebadi. Nasrin Sotoudeh, een advocaat die een gevangenisstraf uitzat wegens een vage klacht betreffende bedreiging van de nationale veiligheid, kreeg na haar vrijlating in 2013 een beroepsverbod van 10 jaar opgelegd.
In september 2013 maakte een rechtbank het verbod ongedaan, maar op 18 oktober kreeg Sotoudeh van het disciplinaire comité van de Iraanse Orde van Advocaten te horen dat het haar advocatenvergunning wegens de eerdere veroordeling voor drie jaar had ingetrokken.
De regering heeft Ahmed Shaheed, de speciale rapporteur van de Verenigde Naties inzake de mensenrechtensituatie in Iran, lange tijd de toegang tot het land ontzegd.