22 februari 2015 – Volgens berichten van mensenrechtenactivisten zou in Iran de 21-jarige Saman Naseem geëxecuteerd zijn. Sinds 18 februari, toen Saman Naseem werd geïsoleerd van de andere gevangenen, is er echter geen nieuws van de officiële Iraanse autoriteiten over zijn lot.

De 21-jarige Saman Naseem (foto) werd volgens berichten van mensenrechtenactivisten op 19 februari in de gevangenis van de noordwest Iraanse stad Oroumieh geëxecuteerd. Sinds 18 februari, toen Saman Naseem geïsoleerd werd van de andere gevangenen, is er echter geen nieuws van de officiële Iraanse autoriteiten over zijn lot.. Dit maakt de situatie voor zijn familieleden, die zich samen met mensenrechtenactivisten over de hele wereld hebben ingezet voor de redding van de jonge politieke gevangene, nog moeilijker.

Saman Naseem werd in juli 2011 gearresteerd, toen hij nog minderjarig was. De willekeurige justitie van Iran beschuldigde hem van het lidmaatschap van een Koerdische oppositiegroepering en van gewapend verzet tegen de Revolutionaire Garde. Saman Naseem had geen toegang tot een raadsman toen zijn detentie begon. Hij werd gemarteld tot hij een bekentenis aflegde, die hij later voor de rechtbank introk. Voor het Revolutionaire Hof verklaarde hij dat hij tijdens zijn verhoor geblinddoekt ondersteboven aan een plafond was gehangen. De folteraars zouden ook zijn vingerafdrukken op de “bekentenis”, waarvan de inhoud hem onbekend was, hebben aangebracht. Hij verklaarde ook dat er teen- en vingernagels waren uitgetrokken en dat ze hem dusdanig geslagen hadden, dat hij bloeduitstortingen had op rug, benen en buik.

Saman Naseem werd in april 2013 in een oneerlijk proces ter dood veroordeeld wegens vermeende subversieve activiteiten, die hij als 17-jarige zou hebben begaan. De islamistische willekeurige rechtspraak van Iran noemt subversieve activiteiten “vijandschap tegen God” en “corruptie op aarde”.

De executie van ten tijde van de misdaad minderjarige – d.w.z. jonger dan 18 jaar – overtreders is verboden op grond van het internationaal recht. In artikel 6(5) van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 37 van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind is vastgelegd dat niemand ter dood mag worden gebracht voor een misdaad die hij vóór de leeftijd van 18 jaar gepleegd heeft. Iran was deelgenoot aan beide verdragen.

Mensenrechtenorganisaties, de Europese Unie, verschillende regeringen en de VN hebben het regime in Teheran opgeroepen om de executie te stoppen. In een persbericht van 18 februari van de commissaris voor de mensenrechten van de Duitse regering, Christoph Strässer, staat onder meer:
“De executie van de jonge Iraniër Saman Naseem, die op 19 februari dreigt plaats te vinden, vervult me met grote bezorgdheid. Saman Naseem was minderjarig op het moment van zijn vermeende daden. Toch werd zijn doodvonnis ook in hoger beroep gehandhaafd. Zowel het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind als het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten – beide door Iran geratificeerd – verbieden de executie van daders die ten tijde van het misdrijf minderjarig waren.

Mocht Iran Saman Naseem executeren, dan is dit een volstrekt onaanvaardbare schending van het internationaal recht. Ik dring er dus bij de autoriteiten in Iran op aan onmiddellijk te stoppen met de uitvoering van de executie, het doodvonnis te vernietigen en Saman Naseem een nieuw, eerlijk proces te geven!”

Ook mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties hebben het Iraanse regime opgeroepen om hun internationale verplichtingen jegens de mensenrechten te respecteren en de geplande executie van Saman Naseems te stoppen.

“Ongeacht de omstandigheden en de aard van het misdrijf is de executie van jeugdige delinquenten ondubbelzinnig verboden door de internationale wetgeving inzake de mensenrechten,” verklaarden Ahmed Shaheed, speciaal VN-rapporteur over de situatie van de mensenrechten in Iran (links) en Christof Heyns, de speciale VN-rapporteur voor buitengerechtelijke executies, op 18 februari in Genève. “Het opleggen van de doodstraf in Iran is in strijd met de huidige internationale trend van het afschaffen van de doodstraf in de wet en in de praktijk,” voegden ze eraan toe.

De onafhankelijke deskundigen wezen erop dat in de afgelopen twee jaar is het aantal executies in Iran sterk is toegenomen. Ten minste 852 mensen werden tussen juli 2013 en juni 2014 geëxecuteerd, dat is een alarmerende toename van het aantal executies in vergelijking met de reeds hoge aantallen van de VN-schattingen voor eerdere jaren. Alleen al in januari 2015 weden er in Iran volgens de berichten minstens 60 mensen, onder wie vier vrouwen, geëxecuteerd.