24 maart 2015-Meer dan 100 leden van het Europees Parlement  willen dat er aandacht geschonken wordt aan de situatie van de mensenrechten in Iran bij alle betrekkingen met dat land. Zij deden een oproep tot een moratorium op executies, het vrijlaten van politieke gevangenen en het stoppen met het onderdrukken van vrouwen in Iran.

Terwijl de nucleaire onderhandelingen met Iran doorgaan hebben 106 leden van het Europees Parlement, die alle fracties en 26 lidstaten vertegenwoordigen, een gezamenlijke verklaring over Iran gepubliceerd. De ondertekenaars zijn onder andere 3 vicevoorzitters van het parlement, 2 commissievoorzitters en 7 delegatievoorzitters.

De Belgische Europarlementariër Gérard Deprez (foto) zei: “Wij Europarlementariërs zijn zeer bezorgd dat de schending van de mensenrechten in Iran als gevolg van de lopende onderhandelingen buiten het gezichtsveld raakt. Het nucleaire vraagstuk, de betrokkenheid van het Iraanse regime in de regio en de export van fundamentalisme – vooral naar Irak, Syrië, Jemen en Libanon – en de repressie in Iran kunnen niet van elkaar worden gescheiden en moeten tezamen worden onderzocht. Wij zijn vooral bezorgd over het brute optreden tegen Iraanse vluchtelingen in Camp Liberty in Irak, de onderdrukking van vrouwen en in het algemeen over het systematisch schenden van de mensenrechten in Iran.”

“Bij alle betrekkingen met Iran moet  gelet worden op de situatie van de mensenrechten in dat land. Iran moet de executies stopzetten, de politieke gevangenen vrijlaten, ophouden met het onderdrukken van vrouwen en de rechten en vrijheden van de bevolking respecteren.”

De Europarlementsleden zijn bezorgd dat Teheran de internationale gemeenschap misleidt over hun geheime nucleaire programma. Ze zijn ervan overtuigd dat Teheran zijn nucleaire ambities niet heeft opgegeven. De Europarlementariërs benadrukten dat,  om te voorkomen dat Iran een atoombom maakt, het land moet worden gedwongen te voldoen aan alle resoluties van de VN-Veiligheidsraad over hun nucleaire programma, alle vragen van de IAEA beantwoordt en grondige inspecties toestaat van al zijn militaire en niet-militaire faciliteiten.

Op 16 maart heeft de speciale VN-rapporteur Ahmed Shaheed in de vergadering van de VN-Mensenrechtenraad in Genève zich ook al bezorgd uitgelaten over de situatie van de mensenrechten in Iran. Sinds de verkiezing twee jaar geleden van de president van het regime, Hassan Ruhani,  is de situatie verder verslechterd, aldus Shaheed.

Vooral het veelvuldig toepassen van de doodstraf is een reden tot bezorgdheid. Dit jaar zijn al 252 mensen geëxecuteerd, in het afgelopen jaar waren het er 753 – waaronder 25 vrouwen en 13 minderjarigen. Dat was het hoogste aantal executies in 13 jaar. Iran blijft daardoor het land met de meeste executies per aantal inwoners.

Dat is des te verontrustender omdat de meeste doodvonnissen werden opgelegd wegens drugsdelicten of “vaag geformuleerde misdrijven tegen de nationale veiligheid”, zei Shaheed. Hij riep Teheran op tot een moratorium op de doodstraf.