26 mei 2015 – Amnesty International: Iran is een van de weinige landen waar nog steeds jeugdige delinquenten geëxecuteerd worden. Amnesty International heeft rapporten ontvangen over ten minste 72 executies van jeugdige delinquenten sinds 2005, waaronder in 2014 alleen al 14 executies van personen die ten tijde van het misdrijf nog geen 18 jaar oud waren.

Volgens Amnesty International loopt in Iran een 24-jarige gevangene direct gevaar geëxecuteerd te worden wegens een misdaad die werd begaan toen hij nog geen 18 jaar oud was, hoewel deze zaak momenteel nog gerechtelijk wordt herzien.

Hamid Ahmadi werd ter dood veroordeeld omdat hij volgens zeggen op 16-jarige leeftijd iemand dodelijk zou hebben verwond tijdens een groepsgevecht. Zijn executie zou spoedig ophanden zijn, hoewel het Hooggerechtshof heeft bevestigd dat een verzoek tot herziening van de zaak op dit moment in behandeling is.

“De doodstraf is absoluut de meest wrede, onmenselijke en vernederende straf. Maar het is bijzonder zorgwekkend dat Iran in dit geval alweer vastbesloten is om het verbod van het internationaal recht te  schenden, waarin staat dat mensen die ten tijde van de vermeende overtreding nog minderjarig waren, niet geëxecuteerd mogen worden. Indien de executie wordt uitgevoerd, terwijl de zaak nog door het Iraanse Hooggerechtshof wordt onderzocht, zou dit ook nog een schandalige gerechtelijke dwaling zijn”, zei Said Boumedouha, adjunct hoofd van de afdeling Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International.

“De Iraanse autoriteiten moeten alle plannen om deze executie direct uit te voeren opschorten. Ze moeten de juridische procedure afwachten, zonder terug te grijpen op de doodstraf.”

Hamid Ahmadi werd in maart 2010 ter dood veroordeeld door een rechtbank in de noord Iraanse provincie Gilan. Het vonnis werd in november 2010 bekrachtigd door het Hooggerechtshof van Iran. Door een verordening in het Wetboek van Strafrecht van 2013 over de veroordeling van minderjarige delinquenten kon de advocaat van Hamid Ahmadi echter een ​​aanvraag tot herziening van het vonnis indienen.

Amnesty International doet een beroep op de autoriteiten om de doodstraf tegen Hamid Ahmadi op te schorten. Als hij na een nieuw proces schuldig wordt bevonden, dan moet hij gestraft worden in overeenstemming met de internationale mensenrechtenverplichtingen van Iran, wat de doodstraf uitsluit. Bij het proces moet een strikte naleving van de internationale normen voor een eerlijk proces gegarandeerd worden (met inbegrip van specifieke bepalingen en beginselen van het jeugdrecht).

Iran heeft het verdrag inzake de rechten van het kind ondertekend, dat de terdoodveroordeling verbiedt van personen die ten tijde van het misdrijf nog geen 18 jaar waren. Iran legt echter nog steeds de doodstraf op tegen jeugdige delinquenten en executeert hen nadat ze 18 jaar zijn geworden.

“Het doodvonnis van Hamid Ahmadi weerspreekt opnieuw de herhaalde beweringen van Iran dat daar geen jeugdige delinquenten worden geëxecuteerd, en het toont een onmiskenbare minachting van de overheid voor een van de duidelijkste verbodsbepalingen op het gebruik van de doodstraf”, zei Said Boumedouha.

In het persbericht van Amnesty International staat verder dat Hamid Ahmadi tijdens de procedure zijn in de gevangenis afgelegde ‘bekentenis’ dat hij het slachtoffer in de borst had gestoken, heeft ingetrokken. Hij verklaarde dat hij dit had gezegd omdat de ondervragers hem hadden gedreigd terug te sturen naar een beruchte politiegevangenis als hij de misdaad niet bekende.

De rechtbank heeft blijkbaar de beschuldigingen niet verder onderzocht dat de bekentenis werd afgedwongen en dat er foltering of andere vormen van mishandeling op grote schaal plaatsvindt in de Iraanse politiegevangenissen. Evenmin heeft het Hof bedenkingen geuit over het feit dat een minderjarige werd verhoord zonder toegang tot een advocaat – ook een schending van de  internationale normen voor een eerlijk proces en het jeugdstrafrecht.

Hamid Ahmadi werd veroordeeld wegens “moord met voorbedachten rade”, gebaseerd op het principe van “de kennis van de rechter”. Dit is een bepaling van de Iraanse wet die het de rechters mogelijk maakt hun eigen subjectieve en eventueel willekeurige mening over schuld te vormen op basis van aanwijzingen in plaats van harde bewijzen.

“In plaats van alweer een jonge man na een twijfelachtig proces te executeren, moeten de Iraanse autoriteiten zorgen voor een onafhankelijk onderzoek naar de aantijging dat Hamid Ahmadi zichzelf belastte door een afgedwongen bekentenis”, zei Said Boumedouha.

Iran is een van de weinige landen waar nog steeds jeugdige delinquenten geëxecuteerd worden. Amnesty International heeft rapporten ontvangen over ten minste 72 executies van jeugdige delinquenten sinds 2005, waaronder in 2014 alleen al 14 executies van personen die ten tijde van het misdrijf nog geen 18 jaar oud waren. De VN commissie voor de Rechten van het Kind zal zich in juni 2015 bezighouden met de mate waarin Iran het Verdrag uitgevoerd op de Rechten van het Kind heeft toegepast.