6 juli 2015- Amnesty International: “Deze wrede straffen vormen een ernstige inbreuk op het internationaal recht. Amputatie als straf is marteling. De argumenten van de overheid ten voor amputatie tonen de angstaanjagende onmenselijkheid van een strafrechtelijk systeem dat gebaseerd is op het toepassen van wreedheid .”

De door de dictatuur van Teheran toegepaste wrede straffen omvatten o.a. amputaties, zweepslagen en blind maken.

Op 28 juni werd er opnieuw een strafamputatie uitgevoerd in de centrale gevangenis van de Oost-Iraanse provinciehoofdstad Mashhad. Van twee jonge mannen die wegens diefstal waren veroordeeld werden de vingers van de rechterhand geamputeerd. Amnesty International omschreef dit op 1 juli in een verklaring als een  “schokkende gruweldaad “.

Volgens een bericht van het staatsdagblad Khorasan waren beide mannen door het strafhof van Mashhad tot deze gedwongen amputatie veroordeeld. Nadat de vingers van hun rechterhand zonder verdoving waren afgesneden, waarbij alleen duimen en handpalmen ongeschonden bleven, werden de mannen naar verluidt direct naar een kliniek gebracht.

Amnesty International verklaarde hierover: “Deze wrede straffen vormen een ernstige inbreuk op het internationaal recht. en horen niet thuis in een strafrechtelijk systeem. Amputatie als straf is marteling, dus een misdrijf volgens het internationaal recht. Iran, mede-ondertekenaar van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), is wettelijk verplicht om foltering en elke andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing zonder uitzondering te verbieden en degenen die dergelijke praktijken voorschrijven of uitvoeren ter verantwoording te roepen.”

Het Iraanse wetboek van strafrecht, aldus Amnesty International, omvat echter nog steeds lijfstraffen zoals amputaties, geseling en blind maken, hoewel deze in strijd zijn met het verbod op foltering en andere vormen van mishandeling. Volgens artikel 278 van het Iraanse Wetboek van Strafrecht wordt een eerste diefstal bestraft met “amputatie van de vier vingers van de rechterhand van de dief in volle lengte, zodat alleen de duim en handpalm intact blijven.” Een tweede diefstal wordt bestraft met de amputatie van een deel van de linkervoet , overtreders die een derde en vierde diefstal plegen krijgen levenslange gevangenisstraf of de doodstraf.

In het openbaar uitgevoerde wrede lijfstraffen zijn een instrument van het islamitische regime in Iran om de bevolking te intimideren.

Amnesty International meldde ook dat strafamputaties keer op keer worden verdedigd door functionarissen van het regime in Teheran, ook die welke in het openbaar worden uitgevoerd. Ze vinden dergelijke sancties het beste middel om dieven af ​​te schrikken en betreuren het dat ze, wegens de internationaal veroordeling, niet zo vaak kunnen worden toegepast als ze zouden willen. Ayatollah Naeem Abadi, de vertegenwoordiger van de Opperste Leider in de zuid Iraanse provincie Hormozgan, betreurde het in een toespraak van een maand geleden dat amputatievonnissen, “waardoor de veiligheid binnen de samenleving door het afsnijden van een paar vingers kan worden hersteld “, niet strikt worden toegepast. Ook Mohammad Javad Larijani, hoofd van de zogenaamde “Raad voor de mensenrechten” van het regime in Teheran, heeft de bezorgdheid van de Mensenrechtenraad van de VN met betrekking tot deze wrede straffen afgewezen en weersprak in oktober 2010 dat lijfstraffen zoals amputaties, zweepslagen en steniging een vorm van marteling zijn, terwijl hij ze bestempelde als “cultureel gerechtvaardigd”.

Amnesty International: “Verre van zelfs de schijn te wekken van rechtvaardigheid  en orde, tonen de argumenten van de overheid ten gunste van amputatie de angstaanjagende onmenselijkheid van een strafrechtelijk systeem dat gebaseerd is op het toepassen van wreedheid . In plaats van het legaliseren van wreedheid moeten de Iraanse autoriteiten onmiddellijk alle vormen van lijfstraffen afschaffen en dringende maatregelen nemen om het systeem van het Iraanse strafrecht in overeenstemming te brengen met de internationale wetten en normen van de mensenrechten.”

Amputatie is als straf niet alleen een flagrante schending van het internationaal recht, maar belemmert ook het vermogen van de gestraften om na hun vrijlating in de samenleving te re-integreren,  werk te vinden en in hun eigen levensonderhoud te voorzien, aldus Amnesty International.

In de verklaring staat verder: “De regels voor de uitvoering van lijfstraffen, zoals amputatie, schrijven in Iran de aanwezigheid van een arts voor om de straf te beoordelen en uit ​​te voeren. Dit is rechtstreeks in strijd met de ethische richtlijnen en de internationale mensenrechten wetgeving, waarin  de deelname van artsen aan marteling en andere vormen van mishandeling uitdrukkelijk verboden wordt.”

Volgens de Verklaring van Tokio van de World Medical Association mogen “artsen de praktijk van foltering of andere wrede, onmenselijke of vernederende praktijken niet ondersteunen, dulden of eraan deelnemen, ongeacht het misdrijf waarvan het slachtoffer van een dergelijke behandeling verdacht, beschuldigd of schuldig is.”

Sinds 2008 heeft Amnesty International meldingen gekregen van zo’n 25 mensen die het slachtoffer waren van een strafamputatie. Er wordt echter aangenomen dat het werkelijke aantal veel hoger is, omdat de Iraanse autoriteiten geen volledige cijfers over amputaties publiceren om een internationale veroordeling te vermijden.