Handlangers van het Iraanse regime hebben zondag een Koerdische politieke gevangene opgehangen in de centrale gevangenis van de stad Tabriz, noordwest Iran, zonder medeweten van zijn familie.
Sirvan Nezhavi werd op 5 juli 2011 in de stad Karaj gearresteerd en beschuldigd van ‘Moharebeh’ (oorlog tegen God) wegens het lidmaatschap van een Koerdische groepering die zich verzet tegen het Iraanse regime.
Volgens Sirvan’s broer Hossein werd de familie van het slachtoffer pas geïnformeerd over de executie van Sirvan toen de autoriteiten van de Tabriz Gevangenis contact met hen opnamen om zijn lichaam uit de gevangenis op te halen. Hossein zei dat zijn familie niet op de hoogte was gebracht van de geplande executie van Sirvan en dat ze hem geen laatste bezoek hebben kunnen brengen.
Sirvan werd zaterdag samen met een andere politieke gevangene overgebracht naar eenzame opsluiting.
Sirvan Nezhavi werd11 april 2012 ter dood veroordeeld door een tak van de revolutionaire rechtbank van het Iraanse regime, zonder dat hij een advocaat had kunnen kiezen. Het doodvonnis werd later bevestigd door het Hooggerechtshof.
Sirvan behoorde tot een groep van zes politieke gevangenen die in februari naar een onbekende locatie werd overgebracht. Twee leden van de groep, Ali en Habiballah Afshari, werden opgehangen, maar er was tot voor kort geen informatie over de overige vier.
Het duurde vijf maanden voor het Iraanse regime toegaf dat Ali en Habiballah Afshari geëxecuteerd waren in de stad Orumieh.
In juli 2015 vertelden de autoriteiten van de Centrale Gevangenis aan familieleden van de twee dissidenten dat ze op 19 februari 2015 waren opgehangen en gelastten hen te betalen voor de kosten van de executie.