30 augustus 2015 – Sinds het bloedbad in Ashraf op 1 september 2013 hebben mensenrechtendeskundigen herhaaldelijk aangedrongen op een onafhankelijk onderzoek naar de moordpartij door de Verenigde Naties, hetgeen tot nu toe echter door de Iraakse machthebbers is tegengehouden. Het afslachten van de weerloze vluchtelingen vormt een ernstige misdaad tegen de menselijkheid en laat zien in wat een levensgevaarlijke situatie de Iraanse ballingen in Irak verkeren.
Twee jaar na het bloedbad onder de Iraanse vluchtelingen in de nederzetting Ashraf ten noorden van Bagdad herdenken mensenrechtenactivisten de slachtoffers en eisen opnieuw een internationaal onderzoek en strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijken.

Tegelijkertijd waarschuwen ze dat in het vluchtelingenkamp Camp Liberty in de buurt van Bagdad voor meer dan 2.500 Iraanse asielzoekers steeds meer gevaar voor terrorisme dreigt. Gezien de groeiende macht van de islamitische milities in Irak lopen de Iraanse ballingen in Camp Liberty het risico van een bloedbad, omdat zij zich resoluut tegen het islamitisch fundamentalisme keren. Terroristische groeperingen, die connecties hebben met het regime in Teheran, hebben meerdere malen gedreigd de Iraanse vluchtelingen aan te vallen.


Ashraf – 1 september 2013: De doodseskaders drongen zelfs door tot in de ziekenboeg en schoten negen gewonden vluchtelingen dood die daar hun toevlucht hadden gezocht.

Bij het bloedbad, op 1 september 2013 door de doodseskaders van het Iraakse leger uitgevoerd in de vluchtelingennederzetting Ashraf, werden 52 Iraanse asielzoekers, waaronder zes vrouwen, gedood. Veel van de Iraanse ballingen werden regelrecht door een schot door het hoofd geëxecuteerd, nadat ze door de aanvallers geboeid waren. Tijdens de gewapende aanval in Ashraf werden zeven asielzoekers door de Iraakse soldaten als gijzelaar weggevoerd. De zeven gijzelaars, waaronder zes vrouwen, zijn sindsdien vermist. Het bloedbad is wereldwijd veroordeeld.
 
Sinds het bloedbad in Ashraf op 1 september 2013 hebben mensenrechtendeskundigen herhaaldelijk aangedrongen op een onafhankelijk onderzoek naar de moordpartij door de Verenigde Naties, hetgeen tot nu toe echter door de Iraakse machthebbers is tegengehouden. Het afslachten van de weerloze vluchtelingen vormt een ernstige misdaad tegen de menselijkheid en laat zien in wat een levensgevaarlijke situatie de Iraanse ballingen in Irak verkeren. Dergelijke ernstige misdrijven, waarvoor niemand ter verantwoording wordt geroepen, vormen een schending van talrijke internationale overeenkomsten en een aanslag op de rechtsstaat.

Door militair geweld en terreuraanslagen zijn in Irak al meer dan 100 Iraanse vluchtelingen omgekomen en raakten honderden gewond. Gezien het feit dat er geen internationaal onderzoek naar deze aanvallen op weerloze burgers is uitgevoerd, worden de Iraakse huurlingen van het regime in Teheran alleen maar aangemoedigd om nog meer slachtpartijen te houden onder de Iraanse ballingen.

De Iraanse ballingen die in Camp Liberty verblijven zijn politieke vluchtelingen die door de VN-vluchtelingenorganisatie officieel zijn erkend als asielzoekers. Daardoor kunnen ze volgens het internationaal recht aanspraak maken op alomvattende bescherming, veiligheid en humanitaire hulp. Mensenrechtenactivisten hebben al lange tijd geëist dat het kamp officieel wordt erkend als een vluchtelingenkamp onder bescherming van de VN, zodat internationale hulpmaatregelen effectief kunnen worden doorgevoerd.