12 oktober 2015 – Tijdens de conferentie werd een onmiddellijke stopzetting van de executies en het afschaffen van de doodstraf in Iran geëist. Iraanse ballingen deden een oproep om degenen die verantwoordelijk zijn voor de massa-executies in Iran onder internationaal recht te vervolgen. Het regime in Teheran breekt door hun martel- en executiepraktijken systematisch alle wereldwijd geldende mensenrechtenverdragen, die ook door Iran zijn ondertekend.

Naar aanleiding van de Werelddag tegen de doodstraf vond op 10 oktober in Parijs een internationale conferentie plaats, waar door middel van lezingen, ooggetuigenverslagen en exposities de aandacht werd gevestigd op de desastreuze situatie van de mensenrechten en de aanhoudende massa-executies in Iran. Mensenrechtenexperts, vrouwenrechtenactivisten, parlementsleden, vertegenwoordigers van de Iraanse democratische beweging en Iraanse ballingen uit verschillende landen verleenden hieraan hun medewerking. De conferentie steunde de oproep van de Verenigde Naties voor een wereldwijde afschaffing van de doodstraf, die wreed en onmenselijk is en indruist tegen het fundamentele recht op leven en waardigheid.

Mensenrechtenexperts vertelden in Parijs over de alarmerende toename van het aantal executies in Iran. Het islamitische regime in Iran blijft meedogenloos ingaan tegen de wereldwijde trend naar het afschaffen van de doodstraf. Sinds het aantreden van Rohani, de president van het regime, in de zomer van 2013 zijn er in Iran volgens Iraanse staatsmedia en mensenrechtenactivisten ongeveer 2000 mensen geëxecuteerd. Er werden meer doodvonnissen voltrokken dan ooit daarvoor in de recente geschiedenis van het land. In verhouding tot het bevolkingsaantal is er geen enkel land met meer executies dan Iran.

Sinds januari 2015 is het aantal executies in Iran nog verder gestegen. Mensenrechtenactivisten vermelden bijna 700 executies in de eerste helft van 2015. Dat betekent een ongekende stijging van het aantal executies in het land en komt overeen met meer dan drie executies per dag. Onder de slachtoffers zijn ook politieke gevangenen, vrouwen en minderjarigen. Duizenden gevangenen in Iran, met inbegrip van politieke gevangenen en etnische minderheden, lopen het risico geëxecuteerd te worden.

Mensenrechtenactivisten vestigden er in Parijs de aandacht op dat het regime in Teheran onder het mom van de strijd tegen drugsdelicten doodvonnissen en executies gebruikt als instrument om de bevolking door het creëren van een klimaat van terreur te intimideren. Iran blijft een folter- en executieland.

Medewerkers van de Iraanse democratische beweging, onder wie de voorzitter van het Iraanse verzet, Maryam Rajavi, eisten tijdens de conferentie in Parijs een onmiddellijke stopzetting van de executies en het afschaffen van de doodstraf in Iran. Het volk van Iran verlangt naar een eind aan de islamitische terreur en een democratie die de mensenrechten respecteert.

 

Sprekers van Iraanse mensen- en vrouwenrechtenverenigingen in ballingschap noemden het verzoeningspolitiek, dat wegens de nucleaire overeenkomst de toenemende mensenrechtenschendingen en de massa-executies in Iran genegeerd en verzwegen werden. De Europese Unie zegt dat ze democratie, mensenrechten en vrijheid ondersteunen, maar onderhandelen met vertegenwoordigers van het Iraanse executieregime zonder de mensenrechtenschendingen zelfs maar te vermelden. In Parijs werd de internationale gemeenschap opgeroepen om de mensenrechten te verdedigen en erop aan te dringen dat iedere uitbreiding van de betrekkingen met Iran als voorwaarde moet hebben dat de executies beëindigd worden en dat er duidelijke vooruitgang geboekt wordt inzake de mensenrechten en de situatie van vrouwen.

Tijdens de bijeenkomst werd gedetailleerde informatie verstrekt over de rampzalige situatie van de mensenrechten onder de dictatuur van Teheran. Mensenrechtenactivisten informeerden over wrede represailles tegen andersdenkenden en tegenstanders van het regime. Mensenrechtenactivisten en vrouwenrechtenactivisten worden vervolgd, vakbondsleden en leraren die zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid worden naar willekeur gedetineerd. Leden van religieuze en etnische minderheden worden nog steeds gediscrimineerd. Mensenrechtenschendingen en geweld tegen vrouwen nemen toe.

 

De voormalige politieke gevangene Farzad Moradzadeh, die vijf jaar heeft doorgebracht in Iraanse gevangenissen, vertelde over de wrede martelingen waaraan gevangenen in Iran worden blootgesteld. De 18-jarige Paria Kohandel die onlangs uit Iran kon vluchten, berichtte over het lot van haar vader, die als politieke gevangene in de Gohardascht gevangenis in de buurt van Teheran een gevangenisstraf van negen jaar uitzit. Beiden deden een beroep op de internationale organisaties, om degenen die verantwoordelijk zijn voor de massa-executies in Iran onder internationaal recht te vervolgen. Het regime in Teheran breekt door hun martel- en executiepraktijken systematisch alle wereldwijd geldende mensenrechtenverdragen, die ook door Iran zijn ondertekend.

Deelnemers aan de conferentie waren o.a.:

Rama Yade, voormalig staatssecretaris voor mensenrechtenvraagstukken bij het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken

Phumla Makaziwe Mandela, Zuid-Afrikaanse vrouwenrechtenactiviste en dochter van Nelson Mandela

Dr. Tahar Boumedra, voormalig Hoofd Mensenrechten van de VN-hulpmissie in Irak

Gilbert Mitterrand, voorzitter van de mensenrechtenorganisatie France Libertés, stichting van de voormalige Franse first lady Danielle Mitterrand

Andere medewerkers waren de progressieve Franse bisschop Jacques Gaillot, de Franse mensenrechtenadvocaten Henri Leclerc, François Colcombet en Patrick Baudouin en de Britse parlementariërs David Jones en Mark Williams.

De conferentie werd live uitgezonden via verschillende websites. De televisie van de Iraanse ballingen, die via het internet over de hele wereld kan worden ontvangen, zond het evenement live uit en berichtte erover in tal van speciale uitzendingen. Internationale gedrukte-, televisie- en internet media deden ook verslag over de bijeenkomst. De conferentie betekende een belangrijk sein tegen tirannie en voor mensenrechten en was een grote bijdrage aan de wereldwijde inzet voor de afschaffing van de doodstraf