Het regime in Teheran executeert alweer minderjarigen

De EU is bezorgd over het hoge aantal executies in Iran. Amnesty International: “Deze executies zijn opnieuw een bewijs voor de openlijke minachting van de Iraanse rechterlijke macht voor de rechten van kinderen, in het bijzonder voor het recht op leven.”

25 okt-2015  Binnen enkele dagen zijn er in Iran twee jonge mensen geëxecuteerd, die als minderjarigen ter dood werden veroordeeld. Op 13 oktober werd de 23-jarige Fatemeh Salbehi geëxecuteerd in de gevangenis van de zuid Iraanse stad Shiraz Adelabad. Een paar dagen eerder werd de 20-jarige Samad Zahabi opgehangen in de gevangenis van de west Iraanse stad Kermanshah. Beiden waren beschuldigd van misdaden die plaatsvonden toen ze 17 jaar waren.

Door de executie van die twee jonge gevangenen heeft het regime in Teheran opnieuw het internationaal recht getrotseerd, dat de doodstraf voor jeugdige delinquenten verbiedt. Fatemeh Salbehi werd geëxecuteerd, hoewel er ernstige procedurefouten plaatsvonden bij haar rechtszaak. Ze werd beschuldigd van het doden van haar 30-jarige echtgenoot Hamed Sadeghi, met wie ze op 16-jarige leeftijd gedwongen werd om te trouwen. Een medisch rapport, dat bij haar proces werd ingediend, concludeerde dat ze tijdens de dood van haar man leed aan ernstige depressies en zelfmoordgedachten. Toch werd de doodstraf door het Iraanse Hooggerechtshof bekrachtigd.

“Het toepassen van de doodstraf is onder alle omstandigheden wreed, onmenselijk en vernederend, maar het maakt iemand echt ziek als hij wordt opgelegd als straf voor de misdaad van iemand die ten tijde van de daad nog geen 18 jaar was, en na een procedure welke het jeugdrecht tot een farce maakt”, aldus Said Boumedouha, adjunct-directeur van het programma voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International.

“Deze executies zijn opnieuw een bewijs voor de openlijke minachting van de Iraanse rechterlijke macht voor de rechten van kinderen, in het bijzonder voor het recht op leven. Er bestaan gewoon geen woorden voor om het gebruik van de doodstraf tegen jeugdige delinquenten in Iran adequaat te veroordelen.”

De toetsing van het vonnis door het Iraanse Hooggerechtshof zat volgens Amnesty International vol procedurefouten. Ze duurde slechts drie uur en richtte zich vooral op de vraag of de gevangene had gebeden, religieuze teksten bestudeerde, en zich realiseerde dat het doden van een medemens door de religie verboden is. Op basis hiervan heeft het Hof geoordeeld dat Fatemeh Salbehi de doodstraf verdiende.

Parijs, oktober 2015: Iraanse ballingen protesteren tegen de executies in Iran.

Enkele dagen voor de executie van de jonge vrouw werd in het geheim Samad Zahabi, die ten tijde van het misdrijf ook minderjarig was, opgehangen in de gevangenis van Kermanshah. Bij een ruzie zou hij naar verluidt op schaapherders geschoten hebben. In maart 2013 werd de doodstraf tegen hem uitgevaardigd, hoewel hij tijdens het proces getuigde, dat de schoten gevallen waren in een gevecht waar hij tegen zijn wil bij betrokken was geraakt. De executie werd voltrokken zonder dat Zahabis advocaat 48 uur van te voren hierover geïnformeerd was, zoals voorgeschreven door de wet. De familie van Zahabi vernam zijn lot pas toen zijn moeder op 5 oktober voor een bezoek naar de gevangenis kwam.

Mensenrechtenactivisten meldden ten minste 75 executies van jeugdige delinquenten in Iran tussen 2005 en 2015. Meer dan 160 jeugdige gevangenen wachten momenteel in de gevangenissen van het land op de voltrekking van hun doodvonnis.

Europese Unie veroordeelt executies in Iran

Ook de Europese Unie veroordeelde de executie van Fatemeh Salbehi. In een verklaring van 14 oktober staat onder meer:

“Het toepassen van de doodstraf voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar, is in strijd met de internationale verplichtingen van Iran in het kader van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en tegen het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

De Europese Unie herhaalt zijn bezorgdheid over het grote aantal terechtstellingen in Iran, met name voor misdrijven zoals drugsdelicten, die onder de internationale mensenrechtenwetgeving niet worden beschouwd als ‘bijzonder ernstige misdrijven’.

De Europese Unie is onder alle omstandigheden tegen de doodstraf en streeft naar een wereldwijde afschaffing.”