18 oktober 2015-  Foltering in Iraanse gevangenissen: elektrische schokken, verkrachting en drogeren om bekentenissen af ​​te dwingen. Twee politieke vluchtelingen uit Iran deden verslag over de wrede realiteit in de gevangenissen van het regime in Teheran.

Parijs: Farzad Madadzadeh (rechts) en Paria Kohandel met Maki Mandela, Zuid-Afrikaanse mensenrechtenactiviste en dochter van Nelson Mandela

De 30-jarige Farzad Madadzadeh was vijf jaar lang een politieke gevangene in Iran omdat hij een tegenstander is van het islamitische extremisme en zich heeft ingezet ​​voor democratie in zijn land. De 18-jarige Paria Kohandel en haar familie zijn jarenlang vervolgd in Iran. Beiden hebben met behulp van mensenrechtenorganisaties asiel in Europa gekregen. Tijdens een mensenrechtenmanifestatie in Parijs deed Farzad Madadzadeh verslag over de wrede martelingen waaraan gevangenen in Iran worden blootgesteld. Paria Kohandel berichtte over het lot van haar vader, die al negen jaar een politieke gevangene is in de Gohardascht gevangenis in de buurt van Teheran.

De Britse internetkrant MailOnline heeft de schrijnende verhalen van Farzad Madadzadeh en Paria Kohandel op 10 oktober uitgebreid weergegeven. Hier een samenvatting:

Geblinddoekt en in de handboeien werd Farzad Moradzadeh in een Iraanse gevangenis tot 16 uur per dag afgetuigd. Drie bewakers dienden hem elektrische schokken toe, sloegen hem, en schopten hem als een “voetbal” in het rond voordat ze hem terugstuurden naar een kleine isoleercel. Vijf jaar lang ging hij iedere nacht slapen met de gedachte of de dood de volgende ochtend zou komen, of dat hem weer een dag met folter en verhoren te wachten stond. Zijn enige misdaad: hij had zich verzet tegen het Iraanse regime.

Vorig jaar werd Iran door Human Rights Watch geboekstaafd als, na China, het land met het hoogste aantal executies ter wereld en ook het met hoogste aantal jeugdige delinquenten dat is geëxecuteerd. Iran blijft ook een van de landen waar de meeste bloggers, journalisten en activisten van sociale media gevangen zitten.

Farzad, die werd geboren in Jolfa in noordwest Iran, en anderen zoals hij, verspreidden folders, liepen met spandoeken, namen deel aan aan demonstraties en mobiliseerden jongeren. Farzad zette dissidente graffiti op de muren – zijn protest was altijd geweldloos.

Hij werd in februari 2009 gearresteerd en tot vijf jaar gevangenis veroordeeld. Hij werd naar de Evin gevangenis in Teheran gebracht- de beruchtste gevangenis van Iran: “Ik zat 10 maanden in sectie 209, die onder controle van de geheime dienst staat,” zegt hij. “Dat is de gruwelijkste gevangenisafdeling in heel Iran. Men heeft me meteen geblinddoekt. Daarna begonnen de verhoren – vanaf 8 uur ’s morgens tot 11 of 12 uur ’s avonds. Als je iets zei dat ze niet wilden horen, of als je niet luisterde, begonnen ze te slaan. Ze sloegen je zo hard als ze konden. Om middernacht werd je naar de isoleercel gebracht. De volgende dag ging het weer verder.”

Een van de ondervragers vertelde Farzad dat hij tot vijf jaar was veroordeeld. Volgens hem was er geen proces. Hij zat zes maanden gevangen in een eenpersoonscel van 2 bij 1,5 meter – maar in ieder geval mocht hij na vier maanden in de gevangenis bezoek van zijn familie hebben. “Toen mijn moeder, mijn vader en mijn zus bij mij op bezoek kwamen, vroegen ze mij, ‘Waar is onze zoon?’ Ze herkenden me niet, zo erg was ik toegetakeld. ”

De Evin gevangenis in Teheran

“Ze folterden met elektrische schokken, en veel mensen werden op hun rug met aanstekers verbrand. Eén was zo hard tegen zijn oor geslagen dat hij daardoor doof is geworden. Zelf heb ik ook moeite met horen door alle klappen op mijn oren. Er kwam geen arts om ons te behandelen. Ze hebben gevangenen dood gefolterd en hen iedere medische zorg onthouden. ”

Twee van zijn vrienden, politieke gevangenen die hadden deelgenomen aan protestacties, werden ter dood veroordeeld. De mannen vertelden hem dat tijdens de verhoren hun nagels werden uitgetrokken. Een van hen liep tijdens een verhoor een gebroken rug op, maar hij kreeg geen medische behandeling. Een ander werd verkracht door een bewaker – wat hem ertoe heeft gebracht valse bekentenissen af te leggen.

Farzads ondervragingen duurde drie of vier maanden, hij weet niet zeker meer hoeveel tijd er eigenlijk is verstreken. Hij werd voortdurend over de oppositie ondervraagd men eiste dat hij zich in het openbaar tegen hen uit zou spreken. “Het ergste in de gevangenis is dat ze je beste vrienden meenemen en ophangen,” voegt hij eraan toe. “Je kunt je niet voorstellen hoe het voelt als je ’s avonds gaat liggen om in de ochtend wakker te worden en te zien dat je beste vriend is opgehangen.”

Volgens de Internationale Campagne voor Mensenrechten werden in Iran sinds de verkiezingen van 2009 ten minste 6000 mensen gevangen gezet, omdat ze “vreedzaam hun politieke overtuiging kenbaar maakten, omdat ze voor hervormingen zijn, of omdat ze contact hebben met mensen die soortgelijke opvattingen hebben.” Ex- gevangenen vertellen dat in de gevangenis regelmatig gemarteld wordt, dat gedetineerden in de isoleercel gezet worden en dat toegang tot een advocaat hen wordt geweigerd.

De Gohardasht gevangenis in Karaj vlakbij Teheran

In 2011 verbleef Farzad was in de Gohardasht gevangenis in de buurt van Teheran, waar onder zijn medegevangenen 13- en 14-jarigen waren, die ter dood waren veroordeeld voor onopzettelijke doodslag en die geëxecuteerd zouden worden zodra ze 18 jaar waren. Hij heeft daar ook geconstateerd dat er drugs de gevangenis binnen werden gebracht. “De geheime dienst en de bewakers hebben welbewust zelf drugs uitgedeeld om gevangenen verslaafd te maken”, vertelde Farzad aan MailOnline. “Als ze dan verslaafd zijn, kun je hen overal toe dwingen. Ze geven dan ieder verzet op. Als je in Iran op straat gepakt wordt met 30 gram drugs, word je ter dood veroordeeld. Maar in de gevangenis wilden ze me ook drugs geven, wat ik heb afgewezen.”

Er wordt aangenomen dat er nog steeds honderden politieke gevangenen in de gevangenissen van het land worden vastgehouden. Volgens een rapport, dat het  Documentatiecentrum voor Mensenrechten eerder dit jaar presenteerde, lijden de gevangenen onder een extreme overbevolking, slechte hygiënische omstandigheden, slechte kwaliteit van het water, onvoldoende medische voorzieningen, geweld en aanhoudende mishandelingen in de gevangenissen.

Na zijn vrijlating mocht Farzad Iran niet verlaten, maar hij vluchtte stiekem het land uit en kwam naar Europa. Veel familieleden wonen nog in Iran, en hij praat niet graag over hen uit angst voor eventuele represailles. “Soms word ik midden in de nacht wakker van angst om gearresteerd te worden”, zegt hij. “Ik weet dat het niet echt is, maar het gevoel komt steeds weer terug.” Farzad vertelde dat hij met de media sprak om een ​​stem te zijn voor degenen die geen stem hebben – voor degenen die gedood werden, en anderen, die door het regime onderdrukt worden.

Paria Kohandel met de foto van haar vader, die al negen jaar in Iran een politieke gevangene is.

Ook Paria Kohandel is uit Iran gevlucht en sprak per videoconferentie met MailOnline. Zij komt uit Teheran, en haar vader is Saleh Kohandel, een bekende politieke gevangene die voor het eerst werd gearresteerd toen ze vier jaar was. Hij zit momenteel een gevangenisstraf van10 jaar uit in de Gohardasht gevangenis omdat hij een tegenstander is van het regime. Paria heeft hem verschillende keren in de gevangenis bezocht.

Saleh Kohandel werd de eerste keer vijf maanden opgesloten, en de tweede keer, toen Paria zes jaar was, weer voor een jaar. Ze vertelt dat ze net negen jaar was, toen Revolutionaire Gardisten hun huis binnendrongen en een geweer tegen haar hoofd hielden voordat haar vader de laatste keer gevangen werd genomen. Zijn proces voor de rechtbank duurde slechts enkele minuten.

In 2008 vluchtten Paria’s moeder en haar oudere zusje naar Irak. “Sinds ik 12 jaar was bezocht ik mijn vader alleen in de gevangenis”, zegt Paria. “Dat vond ik moeilijk, omdat er niemand bij me was. Ik zag ook andere kinderen hun vaders en moeders bezoeken. De ouders huilden omdat zij hun kinderen maar één keer in de vijf of zes jaar zagen. Mij verging het niet anders. In 10 jaar kon ik mijn vader maar drie keer omarmen en zijn hand vasthouden.”

Op de vraag of ze bang was toen ze uit Iran vluchtte, zegt ze: “Ja, maar ik word nergens angstiger van dan van dit regime. Ik heb gezien wat er gebeurd is met mijn vader en met andere mensen.” Ze is bang dat haar vader geëxecuteerd wordt of zal sterven in de gevangenis.