14 december 2015- Amnesty International: “Het door Iran aanhoudend opleggen van de doodstraf voor personen die nog geen 18 waren toen het strafbare feit gepleegd werd,  is wreed, onmenselijk en duidelijk onrechtmatig.”

Het regime in Teheran is wereldwijd recordhouder betreffende executies

In Iran zijn twee jonge mannen, Sajad Sanjari en Hamid Ahmadi, opnieuw ter dood veroordeeld. Op het moment van hun vermeende misdaden waren ze nog minderjarig. Met deze veroordelingen heeft Iran zijn beschamende positie als land met het hoogste aantal executies van jeugdige delinquenten opnieuw hard gemaakt, aldus Amnesty International.

Sajad Sanjari, intussen 20 jaar, werd in januari 2012voor het eerst ter dood veroordeeld. Op het moment van zijn vermeende moord was hij 15 jaar. Hamid Ahmadi, 24, werd voor het eerst in augustus 2009 ter dood veroordeeld. Op het moment van zijn vermeende misdaad was hij 17 jaar.

Na hun terdoodveroordeling werd de twee jonge gevangenen wegens hun jeugdige leeftijd een nieuw proces toegekend. Echter, de eigenmachtige justitie kwam in dit proces tot de conclusie dat de veroordeelden op het moment van hun misdrijf “mentaal volwassen waren,” en de doodvonnissen werden bevestigd. Dus lopen de twee jonge mannen nu het directe risico geëxecuteerd te worden.

“Deze beslissing toont de minachting van de Iraanse overheid voor de rechten van kinderen alsmede hun snakken naar de doodstraf – een gevaarlijke mix met als resultaat dat een aantal minderjarige delinquenten executie kan verwachten”, aldus Said Boumedouha, Midden-Oostenexpert bij Amnesty International.

Het door Iran aanhoudend opleggen van de doodstraf voor personen die nog geen 18 waren toen het strafbare feit gepleegd werd,  is wreed, onmenselijk en duidelijk onrechtmatig. De doodstraffen tegen deze twee mannen en alle andere jeugdige delinquenten die momenteel in de dodencel zitten moeten onmiddellijk worden geannuleerd.

Volgens een bepaling in het Iraanse wetboek van strafrecht van 2013 kan een rechter de doodstraf vervangen door een andere straf als hij concludeert dat de jeugdige delinquent de aard van zijn overtreding of de gevolgen daarvan niet begrijpt of indien zijn “intellectuele groei en spirituele rijpheid” betwijfeld wordt.

In de onderhavige zaken hebben de rechtbanken echter de hoop van de twee verdachten de grond ingeboord door de twee doodvonnissen zonder al teveel uitleg te handhaven.

De hernieuwde doodvonnissen tegen Sajad Sanjari en Hamid Ahmadi bespotten de toch al twijfelachtige bepaling die rechters de bevoegdheid geeft om zelf te beoordelen of de doodstraf toegepast wordt voor misdaden gepleegd door minderjarigen. Zo’n beoordeling kan onder geen enkele omstandigheid plaatsvinden. De evaluatie van de geestelijke volwassenheid jaren nadat het strafbare feit begaan is, is niet geschikt om de strafrechtelijke aansprakelijkheid te bepalen, aldus Boumedouha. Het nieuwe proces was een wreed schijnproces waarbij de jonge delinquenten uiteindelijk opnieuw veroordeeld werden tot de doodstraf.

Iran heeft de CRC en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ondertekend, die beide de doodstraf verbieden voor mensen die nog geen 18 jaar waren toen het delict gepleegd werd – zonder uitzondering. Toch blijft Iran de doodstraf eisen tegen jeugdige delinquenten, en de executie wordt telkens uitgesteld totdat ze 18 jaar zijn.

“Deze gevallen tonen de voortdurende en dringende behoefte aan wetten die de doodstraf voor jeugdige delinquenten voor eens en voor altijd verbiedt”, aldus Said Boumedouha.

Het regime in Teheran is wereldwijd recordhouder betreffende executies. Er is geen enkel land met meer executies per hoofd van de bevolking dan Iran. Uiteraard worden daar de meeste jeugdige delinquenten ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.

Het is absoluut schokkend, aldus Said Boumedouha, dat – terwijl er een onderzoek op handen is van de situatie in het land door het VN-Comité voor de Rechten van het Kind – de Iraanse autoriteiten schaamteloos blijven doorgaan met het ter dood veroordelen en executeren van jeugdige delinquenten.