zondag 17 januari 2016- De religieuze fascistische machthebbers in Iran voeren het aantal ophangingen gelijktijdig met sluiten van nucleair akkoord en vlak voor aanstaande schijnverkiezingen op.

Het antimenselijke Iraanse regime, dat zijn executiedossier voor 2015 sloot met meer dan duizend terechtstellingen, is het nieuwe jaar begonnen met het zodanig opschroeven van het aantal uitgevoerde doodsvonnissen dat in de eerste twee weken van dit jaar al 53 executies zijn geregistreerd. Het gedwongen schrappen van het streven naar een atoombom en het sluiten van het nucleaire akkoord met de P5+1, de komende verkiezingen voor de Vergadering van Deskundigen en het parlement en de intensivering van de machtsstrijd binnen de facties van het regime hebben de strop rond de nek van het regime verder aangespannen.

Om deze crises het hoofd te bieden is het Iraanse regime van plan het aantal doodsvonnissen en het terreurklimaat in de samenleving te vergroten en aldus de uitbreiding van volksprotesten en de uitbarsting van volkswoede te voorkomen. Van begin januari tot nu heeft het regime in diverse steden 53 gevangenen terechtgesteld, onder wie een vrouw. Vier gevangenen zijn in het openbaar opgehangen en de meeste gevangenen werden groepsgewijs geëxecuteerd.

Op 16 januari werden vier gevangenen opgehangen in de centrale gevangenis van Rasht en op 14 januari werd één gevangene opgehangen in de centrale gevangenis van Yazd.

Een dag eerder werd in de gevangenis van Urmia een groep van zes gevangenen opgehangen, werd in de gevangenis van Shiraz één gevangene terechtgesteld en in Bojnourd eveneens één gevangene.

Op 12 januari werden vier gevangenen gezamenlijk opgehangen in de centrale gevangenis van Karaj en werd één gevangene geëxecuteerd in Zanjan.

Op 11 januari werden drie gevangenen opgehangen in de gevangenis in Sari en werd één persoon opgehangen in de gevangenis in Mashhad.

Op 9 en 10 januari werden twee gevangenen opgehangen in de centrale gevangenis in Rasht, werden drie mensen geëxecuteerd in Larestan (provincie Fars) en werd één persoon opgehangen in de gevangenis van Khorramabad.

Op 7 januari werden twee jongemannen in het openbaar opgehangen in Shabestar en Khoy, werden drie gevangenen opgehangen in de centrale gevangenis van Ardabil en werd één gevangene terechtgesteld in de centrale gevangenis van Hamadan.

Op 6 januari werden 13 mensen geëxecuteerd: vijf gevangenen in de Gohardasht (Rajai Shahr) gevangenis, drie in de centrale gevangenis in Karaj en vijf gevangenen in de centrale gevangenis in Tabriz, onder wie een vrouw.

Op 2 tot 5 januari werden vijf gevangenen geëxecuteerd in de gevangenissen van Noshahr, Khorramabad en Urmia en werd één gevangene in het openbaar opgehangen in de plaats Sourak Miandoroud in de provincie Mazandaran.