21 maart 2016 -Amnesty International houdt een spoedactie om de executie van Amir Amrollahi, die toen hij nog minderjarig was ter dood werd veroordeeld, te stoppen.

De 26-jarige Amir Amrollahi (foto) die in de zuid Iraanse stad Shiraz gevangen zit, werd als minderjarige ter dood veroordeeld. Na tien jaar in de gevangenis te hebben gezeten werd hij in een nieuw proces voor de tweede keer ter dood veroordeeld. De rechtbank verwierp een officieel forensisch advies, waarin experts tot de conclusie waren gekomen dat Amir Amrollahi ten tijde van het misdrijf in november 2005 op de leeftijd van 16 jaar niet voldoende “geestelijke rijpheid en ontwikkeling had bereikt”. Na het hernieuwde doodvonnis loopt Amir Amrollahi het risico onmiddellijk geëxecuteerd te worden.

De executie van daders die zijn veroordeeld voor misdaden begaan onder de leeftijd van 18 jaar is verboden volgens internationale normen en standaarden van de mensenrechten. In Iran is de leeftijd van strafrechtelijke verantwoordelijkheid negen maanjaren voor meisjes en 15 maanjaren voor jongens.

Behalve de zaak van Amir Amrollahi heeft Amnesty International meer gevallen van jeugdige delinquenten gedocumenteerd, waaronder Hamid Ahmadi, Milad Azimi en Siavash Mahmoudi, waarbij de rechters ten onrechte de verminderde strafrechtelijke verantwoordelijkheid van jongeren vanwege hun gebrek aan maturiteit gelijkstelden aan de verminderde verantwoordelijkheid van personen met een geestelijke handicap of ziekte. Als gevolg daarvan kwamen ze vaak tot de conclusie dat de jeugdige delinquenten niet “gek” waren en daarom de doodstraf verdienden.