Human Rights Council

Eenendertigste sessie

Agenda punt 4

Mensenrechten situaties die de aandacht van de Raad vereisen

Gezamenlijke schriftelijke verklaring* ingediend door de Nonviolent Radical Party, de Transnational and Transparty, non-gouvernementele organisatie met algemeen consultatieve status, de Women’s Human Rights International Association, France Libertes : Fondation Danielle Mitterrand, non-gouvernementele organisaties met speciale consultatieve status, de International Educational Development, Inc., Mouvement contre le racisme et pour l’amitié entre les peuples, non-gouvernementele organisaties op het rooster

De secretaris-generaal heeft de volgende schriftelijke verklaring ontvangen die wordt verspreid in overeenstemming met resolutie 1996/31 van de Economische en Sociale Raad.

* Deze schriftelijke verklaring was onbewerkt weergegeven in de taal zoals ontvangen van de indienende non-gouvernementele organisatie(s).

A/HRC/31/NGO/166

Bescherming voor vluchtelingen in Camp Liberty in Irak

Inleiding

We zijn ernstig bezorgd over het lot van meer dan 1900 Iraanse vluchtelingen die momenteel woonachtig zijn in Camp Liberty – Irak. Zij zijn lid van de Iraanse oppositiebeweging People’s Mojahedin Organization of Iran (PMOI). In 2012 werden ze onder druk van de regering van Nouri al-Maliki en in opdracht van de Iraanse regering gedwongen overgeplaatst van hun woonplaats kamp Ashraf naar Camp Liberty. Tijdens hun verhuizing werd hen de meest fundamentele rechten ontzegd, met inbegrip van o.a. het recht op eigendom. Het was hen beloofd dat ze in Camp Liberty veilig zouden zijn, dat ze snel geherhuisvest zouden worden in derde landen en tevens dat ze hun bezittingen in Kamp Ashraf zouden kunnen afwikkelen.

Na meer dan drie jaar is geen van die beloften nagekomen en zijn zij blootgesteld aan vier dodelijke raketaanvallen, waarbij 40 vluchtelingen gedood zijn en tientallen gewond raakten. Behalve de regering van Irak zijn ook de VN en de internationale gemeenschap, met name de Amerikaanse regering, verantwoordelijk voor hun huidige situatie.

Gezien de huidige instabiele situatie in Irak, de invloed en de aanwezigheid van paramilitaire terroristische groeperingen die zijn aangesloten bij de Iraanse Quds Force in Irak, de dreigementen tegen de bewoners van Iraanse functionarissen en het gebrek aan vastberadenheid of bekwaamheid van de regering van Irak om te zorgen voor de veiligheid van de bewoners, is het van vitaal belang dat de internationale gemeenschap alle noodzakelijke maatregelen neemt om een ​​humanitaire ramp in het kamp te voorkomen.

Achtergrond

Sinds begin 2009, toen de bescherming van de bewoners, die destijds in kamp Ashraf verbleven, ondanks de sterke tegenstand van NGO’s en anderen door de Amerikaanse regering werd overgedragen aan de Iraakse autoriteiten, zijn de ongewapende inwoners het slachtoffer geweest van een aantal dodelijke aanvallen:

¬ 28-29 juli 2009 in kamp Ashraf (11 doden en honderden gewonden);

¬ 8 april 2011 in kamp Ashraf (36 doden en honderden gewonden);

¬ 9 februari 2013 een raketaanval op Camp Liberty met 8 doden en tientallen gewonden;

¬ 15 juni 2013, nog een raketaanval op Camp Liberty met 2 doden en tientallen gewonden;

¬ 1 september 2013, de 101 asielzoekers die in kamp Ashraf achtergebleven waren werden aangevallen, terwijl het kamp omringd was door de veiligheidstroepen van de Iraakse regering. 52 werden geëxecuteerd, sommigen met hun handen op hun rug gebonden en zeven ontvoerd, waarvan zes vrouwen;

¬ 26 december 2013, een raketaanval op Camp Liberty met vier doden en tientallen gewonden, terwijl 18 patiënten stierven als gevolg van het ontbreken van een adequate medische behandeling.

De mandaathouders speciale procedures, de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten en de secretaris-generaal van de VN hebben als reactie op deze gebeurtenissen hun bezorgdheid uitgesproken en die gruwelijke aanslagen veroordeeld. Velen hebben herhaaldelijk opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar deze aanvallen. Maar er zijn geen maatregelen genomen om deze misdaden tegen de menselijkheid te onderzoeken. Het is dus tijd voor de VN om een ​​grondig onderzoek in te stellen en de verantwoordelijken de gerechte straf te doen ondergaan.

De raketaanval van 29 oktober 2015

Op 29 oktober 2015 werd Camp Liberty opnieuw met raketten aangevallen, waarbij er 24 doden vielen en honderden gewond raakten, terwijl een groot deel van het kamp werd vernietigd.

Camp Liberty ligt in een volledig beveiligd gebied in Bagdad vlakbij de internationale luchthaven en in de buurt van Amerikaanse troepen. De raketten werden volgens de Iraakse veiligheidstroepen ongeveer 3 km vanaf het kamp gelanceerd. Dit gebied zit vol met de meest betrouwbare veiligheids- en militaire troepen van Irak. Om dit gebied binnen te komen is aanzienlijke hulp en invloed binnen de Iraakse veiligheids- en militaire troepen nodig.

En nogmaals veroordeelden de secretaris-generaal van de VN en de Hoge VN Commissaris voor de Vluchtelingen de aanval, evenals de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, het Verenigd Koninkrijk, de Franse en de Duitse regering, de leiders van het Amerikaanse Huis en de Senaat, en honderden parlementsleden uit Europese landen. Ze deden een oproep om de bewoners veiligheid en zekerheid te verschaffen, en drongen erop aan dat de daders van de aanslag geïdentificeerd worden en verantwoording afleggen, en pleitten voor het versnellen van de hervestiging van de bewoners.

Ondanks al deze oproepen hebben degenen die binnen de regering van Irak hiervoor verantwoordelijk zijn gefaald in het verschaffen van de minimale bescherming en veiligheid van de bewoners om soortgelijke aanvallen te voorkomen of om de daders van deze brute aanval te identificeren. Integendeel, na de aanslag werd de onmenselijke belegering van Camp Liberty voor meerdere dagen opgeschroefd.

Een weloverwogen beleid

Sinds 2009 hebben Teheran, hun Quds Force en consorten stelselmatig geprobeerd om de bescherming en het beheer van kamp Ashraf en daarna Camp Liberty toe te wijzen aan elementen die zij volledig vertrouwen en die de vrije hand te geven in het onderdrukken van de bewoners en de onmenselijke belegering, evenals bij het toezicht op en het verzamelen van informatie over de bewoners.

Kamp Ashraf en vervolgens Camp Liberty liggen nu al zeven jaar onder de zwaarste blokkade. Volgens gedetailleerde rapporten is deze blokkade een flagrante schending van het internationaal recht, evenals het Memorandum of Understanding (MoU), dat oorspronkelijk overeengekomen was tussen de Iraanse autoriteiten en de regering van Maliki. In de 18 maanden dat Maliki niet meer aan de macht is coördineert Faleh Fayyadh, die zijn veiligheidsadviseur was en is aangebleven, deze onderdrukkende maatregelen en het opleggen van de beperkingen met de Iraanse ambassade in Bagdad. In die zeven jaar hebben zevenentwintig bewoners het leven verloren als gevolg van deze onmenselijke belegering en het gebrek aan vrije toegang tot medische diensten.

Het falen van de regering van Irak

Het in december 2011 ondertekende Memorandum of Understanding tussen de regering van Irak en de Verenigde Naties benadrukt onder andere dat Camp Liberty moet voldoen aan de vereiste humanitaire en mensenrechten maatstaven.

De omstandigheden in het kamp zijn zodanig dat de VN-werkgroep voor willekeurige detentie (WGAD) de situatie in 2012 in twee gedetailleerde rapporten1 beschreef als illegale detentie. De WGAD concludeerde in document A /HRC/WGAD/2012/16: ‘De werkgroep is van mening dat er geen juridische rechtvaardiging is voor het vasthouden van bovengenoemde personen en andere personen in Camp Liberty, en dat een dergelijke detentie niet in overeenstemming is met de normen en beginselen van het internationaal humanitair recht’.

Het recht op eigendom

Betreffende de financiering van de hervestiging zijn tot nu toe bijna alle kosten, inclusief de kosten van de overplaatsing, de huisvesting en het levensonderhoud van de bewoners gedragen door de PMOI. Dit is zonder twijfel een zeldzaam voorbeeld in de asielhistorie waarbij de onkosten door de vluchtelingen zelf en hun politieke organisatie betaald worden.

De PMOI is overeengekomen alle kosten voor hervestiging op zich te nemen vanaf het begin tot aan de verkoop van de bezittingen in kamp Ashraf. Sinds 2011 hebben, voorafgaand aan de verhuizing van Ashraf naar Liberty, SRSG Martin Kobler en de speciale gezant van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Dan Fried, herhaaldelijk aan de PMOI beloofd dat het de bewoners zou worden toegestaan ​​om hun eigendommen te verkopen.

In het gezamenlijke plan van de bijstandsmissie van de VN in Irak (UNAMI) en de Amerikaanse ambassade voor de evacuatie van Ashraf op 5 september 2013 is bepaald: “Het is de bewoners toegestaan om hun eigendommen op elk gewenst moment te verkopen” en “Alle bezittingen in kamp Ashraf worden gevrijwaard en gewaarborgd door de Iraakse overheid.”

Volgens documenten zijn alle goederen in kamp Ashraf, roerend en onroerend, van de PMOI en de bewoners. De PMOI heeft in 2012 omvangrijke pogingen gedaan om het bezit te verkopen. Een Anglo-Iraaks bedrijf kocht al het onroerend goed voor $ 550.000.000. Maar de toenmalige Iraakse overheid voorkwam de uitvoering van het contract door het intimideren van vertegenwoordigers van het bedrijf in Bagdad. Het werd de bewoners zelfs niet toegestaan ​​om maatregelen te nemen om hun bezit te beschermen. Integendeel, kamp Ashraf werd niet alleen bezet door troepen van de Iraakse regering, maar de sloten van de pakhuizen werden geforceerd en de goederen gestolen. Dit is een duidelijke schending van het recht van de bewoners op eigendom en toont ook het onvermogen van de VN om hun rechten te beschermen.

Conclusie en aanbevelingen

Bij de analyse van de gebeurtenissen in kamp Ashraf en Camp Liberty blijkt het volgende:

• De Iraakse autoriteiten voldoen niet aan de toezeggingen die gedaan zijn bij de ondertekening van het Memorandum of Understanding met de VN;

• Er is absoluut geen bewijs van een onderzoek door de regering van Irak naar de dodelijke aanvallen op kamp Ashraf en Camp Liberty sinds 2009;

• Die aanslagen vonden plaats ondanks het grote aantal Iraakse veiligheidstroepen dat was ingezet bij kamp Ashraf en Camp Liberty, dit lijkt te impliceren dat die troepen mogelijk bij de moordpartijen betrokken waren.

• Bovendien, zoals eerder gezegd, weerspiegelt deze kwestie ook een tekortkoming van de internationale gemeenschap en vereist als zodanig onmiddellijke actie van de VN en de betrokken regeringen.

De internationale gemeenschap heeft vier fundamentele verantwoordelijkheden met betrekking tot Camp Liberty:

A. Het garanderen van hervestiging

B. Het zorgen voor de veiligheid en het welzijn van de bewoners tot de laatste bewoner Irak verlaten heeft

C. Alle beperkingen van het kamp nietig verklaren zolang de bewoners daar nog verblijven

D. Het uitvoeren van een onderzoek naar de zeven moordpartijen op de bewoners, vooral die van 1 september 2013 in Ashraf en de slachting van 29 oktober 2015 in Camp Liberty.