VOOR UW INFORMATIE
2 mei 2016/Robert P. George
De follow-uo-ed verscheen in de Berkley Cornerstone op 2 mei 2016
Door verschillende maatregelen wordt, sinds het uitkomen van het jaarrapport van onze commissie in 2015, in het buitenland vrijheid van godsdienst heftig en voortdurend aangevallen.
Van de benarde situatie van nieuwe en langdurige gewetensbezwaarde gevangenen, tot de dramatische groei van vluchtelingen en ontheemden, tot voortdurende daden van fanatisme tegen Joden en Moslims in Europa en ook andere mishandelingen, gedetailleerd beschreven in het rapport van 2016, werd het daarmee gepaard gaande lijden wereldwijd niet minder.
De gevangenneming van gewetensbezwaarden – mensen die door overheden worden vastgehouden om bepaalde redenen, van onder meer religie – blijft verbazingwekkend wijdverbreid, in het ene land na het andere, en onderstreept de gevolgen van wetten en beleid die daar toe leiden.
In China werden pastoor Bao Guoha en zijn vrouw Xing Wenxiang, in februari 2014 in de provincie Zhejiang veroordeeld tot respectievelijk 14 en 12 jaar gevangenis voor het leiden van een Christelijke gemeenschap die zich verzette tegen een campagne van de overheid om kruizen op kerken te verwijderen. Zij maken deel uit van vele andere gewetensbezwaarden, o.a. Ilham Tohti, een gerespecteerd Uighur Moslimgeleerde, die in september 2014 tot levenslang werd veroordeeld voor vermeend separatisme.
Het afgelopen jaar heeft de Chinese overheid de vervolging van religieuze gemeenschappen opgevoerd, die verondersteld worden een dreiging te vormen voor de oppermacht van de staat en voor het handhaven van een “socialiste gemeenschap”. Christelijke gemeenschappen ondervinden aanzienlijk veel last van de onderdrukking, veel kerken worden plat gewalst en kruizen worden weggerukt.
Uighur Moslims en Tibetaanse Boeddhisten worden nog steeds onderdrukt en de Chinese overheid heeft zich de autoriteit toegeëigend de volgende Dalai Lama te kiezen.
Falun Gong beoefenaars worden vaak vastgehouden in “zwarte gevangenissen” en centra voor hersenspoeling, met geloofwaardige rapporten van marteling, seksueel geweld, psychiatrische experimenten en het stelen van organen.
In Eritrea, waar tussen de 1200 en 3000 personen gevangen zitten op religieuze gronden, werden afgelopen jaar weer nieuwe arrestaties gerapporteerd. Religieuze gevangenen worden routinematig naar de zwaarste en hardste gevangenissen gestuurd en ondergaan de wreedste straffen.
In 2006 heeft de overheid Eritrees Orthodox Patriarch Antonios, die protesteerde tegen de bemoeienissen van de overheid in zijn kerk, afgezet. Buiten dat hem zijn kerkelijke positie werd afgenomen, verblijft hij sinds 2007 in eenzame opsluiting en gerapporteerd werd dat hem medische zorg wordt ontzegd. De dictatuur van Eritrea bepaalt de interne zaken van de staats geregistreerde Orthodox Christelijke en Moslim gemeenschappen en verbiedt publieke activiteiten van niet geregistreerde gemeenschappen. De condities voor religieuze vrijheid zijn zwaar, speciaal voor de Evangelische-, de Pinstergemeenschap en Jehova Getuigen Christenen.
In Iran werd in oktober 2015 Shahram Ahadi, een Sunni geesteljke, ter dood veroordeeld op ongegronde aanklachten betreffende veiligheid. In Iran worden vele andere gewetensbezwaarde gevangenen vasthouden waaronder de Baha’i Zeven, die in 2010 20 jaar kregen opgelegd voor hun leiderschapsrol in de Baha’i gemeenschap. Het zijn: Afif Naeimi; Behrouz Tavakkoli; Jamaloddin Khanjani; Vahid Tizfahm; Fariba Kamalabadi; Mahvash Sabet en Saeid Rezaie.
Hun eigen interpretatie van Shi’a Islam boven alle andere stellend, onderwerpt Iran zijn volk – van Sha’i, Sunni en Sufi Moslim vrijdenkers tot Baha’i en Christelijke bekeerden – aan toenemend misbruik van religieuze vrijheid, van pesterijen tot arrestaties en gevangenneming. Sommigen zijn ter dood veroordeeld vanwege “vijandigheid tegen God”.
Vanaf het moment dat president Hasan Rouhani in 2013 aan het bewind kwam, is het aantal personen van religieuze minderheidsgroepen dat gevangen genomen werd vanwege hun geloof toegenomen.
In Noord Korea zijn duizenden gelovigen en hun families gevangen gezet in werkkampen, ook degenen die gedwongen uit China zijn gerepatrieerd. Omdat Noord Korea een zeer gesloten gemeenschap is, is het moeilijk om zelfs maar de namen van religieuze gevangenen te weten te komen. De overheid bepaalt alle politieke en religieuze expressie en straft degenen die het regime in twijfel trekken. Godsdienstvrijheid is non-existent. Personen die in het geheim deelnemen aan religieuze activiteiten worden onderworpen aan arrestatie, marteling, gevangenschap en executie. Noord Koreanen die verdacht werden van contact met Zuid Koreanen of buitenlandse missionarissen of betrapt werden op het bezit van bijbels werden geëxecuteerd.
In Pakistan werd op 2 januari 2016 Abul Shakoor veroordeeld tot vijf jaar gevangenis voor heiligschennis en terrorisme vanwege propaganda voor het Ahmadiyya Moslim geloof. Een andere Pakistani, Asia Bibi, een Katholieke moeder van vijf kinderen, zit gevangen sinds haar arrestatie in 2009, aangeklaagd voor heiligschennis. Ze verblijft in de dodencel.
In Pakistan worden, meer dan waar ook ter wereld, mensen ter dood veroordeeld of krijgen levenslang voor heiligschennis. De Taliban en personen van de burgerwacht zijn blij met de agressieve handhaving van de wetten en spoort aan tot geweld tegen religieuze gemeenschappen die als overtreders worden gezien, recentelijk waren dat Christelijke en Moslim omstanders op Paaszondag 2016 in Lahore.
In Saudi Arabië werd in november 2015 Ashraf Fayadh, Saudisch dichter en artiest, ter dood veroordeeld voor afvalligheid en naar men zegt voor het verspreiden van atheïsme. Zijn veroordeling werd in februari 2016 omgezet in 8 jaar gevangenis en 800 zweepslagen. Raif Badawi, oprichter en redacteur van de “Vrije Saudi Liberalen” website, zit sinds 2012 gevangen wegens aanklachten die bestaan uit onder andere “belediging van de Islam”. In 2014 verhoogde een Hof van Beroep zijn eerdere veroordeling van 7 jaar gevangenis en 600 zweepslagen naar 10 jaar gevangenis en 1000 zweepslagen. Met het opdringen van hun eigen interpretatie van de Sunni Islam aan het volk, verbiedt Saudi Arabië alle niet-Moslim aanbidding en gaat door met het vervolgen en gevangen nemen van personen voor protesteren, afvalligheid, heiligschennis en tovenarij. Gedurende het afgelopen jaar ging de Saudische overheid door met het onderdrukken van geestelijken en leden van de Shi’a gemeenschap.
De overheid van Sudan vervolgt 25 Quranisten voor afvalligheid en versterkte de straffen voor zowel afvalligheid als heiligschennis. Het regime vervolgt Christelijke pastoors op verzonnen aanklachten en onderdrukt en marginaliseert gemeenschappen van Christelijke minderheden. Zij dringen een beperkte interpretatie op van de shariah wet en passen overeenkomstig hudood straffen toe op zowel Moslims als niet-Moslims.
In Oezbekistan blijft Gaybullo Jlilov, een lid van de mensenrechten gemeenschap in Oezbekistan, gevangen voor het werk dat hij doet namens de vervolgde onafhankelijke Moslims. Jalilov zit een straf van 11 jaar uit die hem werd opgelegd in 2010. Oezbekistan legt een hoogst beperkende religieuze wet op en forceert strenge grenzen voor onafhankelijke religieuze activiteiten in deze overwegend Moslimmeerderheid natie. De overheid nam al zoveel als 12800 Moslims gevangen. Daarbij brandmerkt de Oezbeekse staat Evangelisten en Jehova’s Getuigen als “extremisten” voor het uitoefenen van godsdienst buiten de door de staat veroorloofde structuren. Vredelievende onafhankelijke Moslims lopen de kans slachtoffer te worden van martelingen en vlak voor de vastgestelde datum van hun vrijlating verlengt de overheid hun veroordeling voor kleine overtredingen van het gevangenis regime.
In Vietnam werd predikant Nguyen Trung Ton, een Protestantste dominee, in december 2015 vastgezet en gevoegd bij andere gewetensbezwaarde gevangenen waaronder Vader Nguyen Van Ly, die decennia in de gevangenis doorbracht voor de oproep tot religieuze vrijheid, democratie en mensenrechten.
Ondanks enkele verbeteringen in de decennia die volgden op de Vietnam oorlog, bepaald de overheid nog steeds alle religieuze activiteiten en beperkt onafhankelijke godsdienst beoefening, onderdrukt personen en groepen die beschouwd worden als uitdager van de autoriteit van de staat. Om als legaal te worden gezien, moeten religieuze organisaties en gemeenschappen zich registreren, soms op verschillende niveaus van de overheid. In 2015 stelt Vietnam een nieuwe wet op religie voor. Echter, de eerste wetsontwerpen zijn niet voldoend herzien en de zware registratie eisen er niet uitgelaten.
Behalve het aanzienlijke aantal personen dat gevangen zit op basis van religie, is de verschrikkelijke vluchtelingencrisis gedurende het afgelopen jaar verslechterd, de factor religie heeft er in de humanitaire crisis wereldwijd toe bijgedragen dat miljoenen moesten vluchten.
Volgens de UNHCR, het vluchtelingen agentschap van de Verenigde naties, waren aan het einde van 2014 59.5 personen wereldwijd gedwongen te vluchten, het hoogste aantal ooit, en dit aantal zal in 2015 de 60 miljoen overschrijden.
Onder de ontheemden bevonden zich duizenden Rohingya Moslims die gedwongen waren hun thuis in Burma te ontvluchten, ze kwamen bij andere Rohingya die al intern ontheemd waren. Terwijl de verkiezingen van vorig jaar het verzoek markeerden om uit het verleden als militaire dictatuur te ontstijgen, vaardigde de overheid vier discriminerende “rassen- en religie” wetsvoorstellen uit die niet alleen meer dan 1 miljoen Rohingya rechtenloos maakten maar hun ook het recht ontzegde de verkiezingen te betwisten. Deze maatregelen weerspiegelen een erfenis van de brutale vervolgingen door zowel de overheid als de bevolking, die bijdroeg tot de vluchtelingen crisis. Ondertussen gingen de militaire invallen in Kachin en Shan door en ze terroriseerden duizenden ontheemden, waaronder ook Christelijke inwoners.
Om te ontsnappen aan een dictatoriale overheid zijn per maand duizenden Eritreeërs op de vlucht geslagen met naar schatting een half miljoen ontsnappingen uit ’s werelds meest gesloten natie.
Daarbij komt nog een onevenredig aantal van miljoenen ontheemden uit Irak en Syrië, waaronder Yazidis, Christenen, Shi’a Moslims en Sunni Moslims die de barbaarse interpretatie van de islam van de terroriststen ISIS (de Islamitische Staat van Irak en Syrië, ook vaak genoemd als IS, ISIL of Da’esh) niet kunnen onderschrijven. ISIS’s overzicht van executies, verkrachting, seksuele slavernij, ontvoering van kinderen, vernietiging van religieuze huizen en gedwongen bekering zijn allemaal deel van wat onze commissie ziet als een genocidale poging hun aanwezigheid in deze landen weg te vagen. In maart van dit jaar heeft John Kerry, Minister van Buitenlandse Zaken van de V.S., ISIS terecht verklaard schuldig te zijn aan genocide, wat USCIRF al publiekelijk had aanbevolen in december.
De overheden van Syrië en Irak kunnen worden bestempeld als vrijwel incapabel om delen van hun bevolking te beschermen tegen ISIS en andere niet-overheid daders, alsook hun medeplichtigheid aan het voeden van de sektarische spanningen die hun naties zo kwetsbaar maken. Syrië heeft niet alleen deze spanningen gevoed maar ook misdaden gepleegd tegen de menselijkheid door hun behandeling van Sunni Moslims.
De condities in Nigeria hebben bijgedragen aan de crisis aldaar. Boko Haram gaat maar door met het straffeloos aanvallen van zowel Christenen als vele Moslims. Met het bombarderen van kerken en moskeeën tot het massaal ontvoeren van kinderen uit scholen heeft Boko Haram een spoor van terreur getrokken in grote delen van Nigeria en omringende landen, waarbij duizenden doden vielen en miljoenen ontheemd raakten.
In de Centraal Afrikaanse Republiek heeft een coup in 2013 de condities geschapen voor sektarische gevechten tussen Christenen en Moslims waarbij burgers het doelwit waren vanwege hun religieuze identiteit. Het resultaat hiervan was dat 80 procent van de CAR’s moslimbevolking gevlucht is naar naburige landen en 417 van de 436 moskeeën werden vernietigd. Sektarische en gewelddadige wraakacties duurden voort in 2015, waarvan de heftigste resulteerden in 77 doden en 40.000 ontheemden.
Waar gingen al deze mensen naar toe? Terwijl velen zich naar naburige landen verplaatsten, waren er meer dan een miljoen die een poging waagden de gevaarlijk overtocht over de Middellandse Zee te maken of zochten andere wegen om asiel aan te vragen in een onvoorbereid Europa.
Deze massa instroom voedde een al toenemende golf van haat en geweld tegen Moslims en Joden, in het bijzonder in West Europa.
Anti-Moslim activiteiten van verbaal geweld tot vandalisme tot gewelddadige aanvallen namen veelvoudig toe in West Europese naties toen xenofobische nationalistische partijen en groeperingen, waaronder neo-Nazi’s de haat tegen de nieuwkomers en oudere immigranten opvoerden.
Joden werden in toenemende mate en op soortgelijke wijze het doel van deze partijen en groeperingen, alsook van extremisten die op hun beurt ontevreden leden van de moslimgemeenschap probeerden te rekruteren.
De terroristen aanval op de Hyper Cacher, de kosher supermarkt in Parijs – samen met de aanval op het Joods museum in Brussel in 2014 en een synagoge in Kopenhagen vorig jaar – behoorden tot de gruwelijke resultaten. Ondanks de toegenomen politiebescherming op plaatsen waar Europese Joden samenkomen, heeft de stijging van het antisemitisme geleid tot een exponentiële stijging van emigratie van Joden uit Europa, met immigratie naar Israël vanuit Frankrijk, met een toename van minder dan 2000 in 2012, tot bijna 8000 vorig jaar alleen al.
Deze en andere terroristische aanvallen hebben geresulteerd in weerstand tegen Moslims van leden van de bredere samenleving, waarin Moslims collectief de schuld krijgen. Moskeeën krijgen in verschillende landen politie bescherming en de Europese Unie benadrukt dat het belangrijk is om niet alle Moslims te stigmatiseren.
Het gevangen nemen van gewetensbezwaarden, het toenemende aantal vluchtelingen en de verspreiding van antisemitisme en anti-Moslim acties over heel Europa is een crisis die schreeuwt om voortdurende actie vanuit de internationale gemeenschap, ook de Verenigde Staten. Om effectief te zijn moet die actie het niet te betwijfelen feit erkennen dat vrijheid van godsdienst een rode draad is in elk van deze uitdagingen en het verdient een stem aan de tafels als naties humanitaire-, veiligheids- en andere dringende zaken bespreken. De Verenigde Staten en andere landen moeten volledig achter deze rechten staan, deze het respect geven dat ze verdienen en hun inspanningen verdubbelen om deze cruciale vrijheid wereldwijd te beschermen.
Opmerking van de redactie: Robert P. George is Voorzitter van de V.N. Commissie voor religieuze Vrijheid (UACIRF). Dit artikel is uit de introductie van het Jaarrapport van USCIRF, uitgegeven op 2 mei 2016.