10 augustus 2016-Het aanhoudend toepassen van de doodstraf door het regime in Teheran, dat als doel heeft afwijkende meningen onder het volk het zwijgen op te leggen,  is door de parlementariërs scherp veroordeeld. “Het Iraanse regime mag zich niet langer verschuilen achter de term ‘gematigd ‘, en de internationale gemeenschap moet zich uitspreken tegen de dagelijkse wreedheden.”

In Londen heeft een groep geëngageerde parlementariërs de recente massa-executies in Iran veroordeeld en geëist dat de mensenrechtenschendingen door het regime in Teheran door de internationale gemeenschap strafrechtelijk vervolgd worden.

Op 2 augustus werden minstens 20 gevangenen geëxecuteerd in de Gohardasht gevangenis van de Iraanse stad Karaj (ten westen van Teheran). De mannen behoorden tot de soennitische minderheid in Iran.

Parlementariërs en mensenrechtenactivisten uit het Verenigd Koninkrijk hebben in juli tijdens een Iran-manifestatie in Parijs ook al gewezen op de mensenrechtenschendingen onder het regime in Teheran attent.

De Britse parlementsleden wezen er in hun verklaring van 5 augustus op, dat de recente massa-executies door het regime in Teheran zijn uitgevoerd terwijl  Iraniërs in Iran en overal ter wereld de slachtoffers van de massamoord op politieke gevangenen herdachten, die in augustus 1988 begon en naar verluidt in heel Iran zo’n 30.000 levens heeft gekost.

In de verklaring van de parlementariërs staat hierover:

“Gedurende een aantal maanden in de zomer van 1988 heeft het Iraanse regime tienduizenden politieke gevangenen in de gevangenissen geëxecuteerd volgens de fatwa (religieus decreet) die de toenmalige Opperste Leider van Iran, Khomeini, had uitgevaardigd.

Naar verluidt zaten de meeste van deze 30.000 geëxecuteerde mensen in de gevangenis hun straf uit wegens politieke activiteiten of ze hadden hun straf al uitgediend, maar zaten nog steeds in de gevangenis.

Net als heden werd eenieder die zijn verzet tegen het heersende theocratische regime niet wilde opgeven en die niet bereid was om met het regime samen te werken, ter dood veroordeeld onder het voorwendsel dat hij ‘een vijand van God’ was.”

De parlementariërs wezen erop dat het Iraanse regime op dit moment de politieke gevangenen onder druk zet door strenge straffen op te leggen en de gevangenen medische hulp te weigeren.

“Het is opnieuw duidelijk,” aldus de verklaring, “dat de situatie van de mensenrechten in Iran niet veranderd is, maar op veel gebieden veeleer erger is geworden, zoals door ongefundeerde arrestaties van mensen met een dubbele nationaliteit en het onderdrukken van vrouwen en religieuze en etnische minderheden. ”

Het aanhoudend toepassen van de doodstraf door het regime in Teheran, dat als doel heeft afwijkende meningen onder het volk het zwijgen op te leggen,  werd door de parlementariërs scherp veroordeeld. “Het Iraanse regime mag zich niet langer verschuilen achter de term ‘gematigd ‘, en de internationale gemeenschap moet zich uitspreken tegen de dagelijkse wreedheden.”

De Britse regering werd dringend verzocht om de massamoord van 1988 op de politieke gevangenen in Iran te erkennen als misdaad tegen de menselijkheid, en samen met de westerse bondgenoten in de VN-Mensenrechtenraad en de VN-Veiligheidsraad passende maatregelen nemen om degenen die verantwoordelijk zijn voor de executies voor een internationaal tribunaal rekenschap te laten afleggen.

Inmiddels heeft ook  de advocate Kirsty Brimelow (foto), voorzitter van de Commissie Mensenrechten van de Advocaten van Engeland en Wales (Bar Human Rights Committee of England and Wales BHRC), de recente massa-executies in Iran als onwettig bestempeld. De manier waarop familieleden van de slachtoffers zijn behandeld noemde zij “barbaars”. De doodstraf zou in beschaafde landen afgeschaft moeten worden. Iran heeft een zeer duistere schaduwzijde, waar de staat massamoorden uitvoert. Volgens mensenrechtengroeperingen zijn door het regime in Teheran 2.500 personen geëxecuteerd sinds het begin van het zogenaamde  ‘gematigde’ regime van  Hassan Rohani. Kirsty Brimelow riep de internationale gemeenschap op om een ​​standpunt in te nemen en de executies te veroordelen.