30 Juli 2016-Het Britse Parlementslid Lord Alton van Liverpool schreef vrijdag een opinieartikel voor het Onafhankelijk Katholiek Nieuws, waarin hij toelichtte waarom hij gelooft dat het steunen van het Iraanse Verzet zeker zal stellen dat in het toekomstige vrije Iran de Christelijke gemeenschap, samen met andere religieuze en etnische minderheden, in staat zal zijn te bloeien.

In zijn artikel van 29 Juli schreef Lord Alton:

In haar laatste update van Landenrapport Mensenrechten Prioriteit over Iran, gepubliceerd op 21 Juli, gaf het Bureau Buitenland en Gemenebest weer aan dat ondanks dat “de Iraanse Grondwet alleen formeel 3 religies erkent buiten de Islam: Christendom, Jodendom en Zoroastrisme”, godsdienstige minderheden, en zelfs niet Sjiïtische Moslims, te lijden hebben onder vervolging en pesterij in Iran.

Al vele jaren is de benarde situatie van religieuze minderheden in Iran, in het bijzonder de Christelijke gemeenschap, een prioriteit voor mij en voor veel van mijn collegae in het Parlement. Wij hebben ook de benarde situatie van honderden Bahaï’s belicht, die zijn vermoord, geëxecuteerd, gemarteld of in de gevangenis gezet, en de tienduizenden die hun baan kwijt zijn, hun toegang tot onderwijs en andere rechten – allemaal enkel om hun religieus geloof.

Christenen in Iran worden weerhouden van het openlijk beoefenen van hun geloof of het uitdragen van hun religie.

Elke poging daartoe wordt door het theocratisch regime gezien als een “illegale” handeling bedoeld voor het ondermijnen van de veiligheid van “de Islamitische Republiek” en als “verspreiding van propaganda tegen het systeem”. Dit leidt ertoe dat de Christelijke gemeenschap systematisch wordt gepest en geïntimideerd door de onderdrukkende veiligheidsdiensten, inclusief de Iraanse Revolutionaire Garde.

Hetzelfde geldt voor artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948. Artikel 18 proclameert het recht op vrijheid van godsdienst of geloof – het recht om te geloven, niet te geloven, of van geloof te veranderen – een recht dat in Iran alleen door het te schenden elke dag geëerd wordt.

Deze werkelijkheid maakt Iran een van ’s werelds 10 meest onherbergzame landen voor Christenen en in de recentelijke jaren zijn veel Christelijke dominees, voorgangers en gelovigen onderworpen geweest aan discutabele arrestaties en lange gevangenisstraffen op basis van verzonnen valse aanklachten.

Twee dagen nadat het Bureau Buitenland en Gemenebest hun laatste Mensenrechten bijeenkomst hadden belegd, verschenen rapporten over de benarde situatie van een Christelijke gevangene, Maryam Naghash Zargaran, aan wie onvoorwaardelijke vrijlating was onthouden door een Iraanse rechtbank, op basis van een aanvraag van het Iraanse Ministerie van Inlichtingen (MOIS).

Maryams zaak, en die van haar collega Saeed Abedini, illustreren wat er gebeurt met Christenen in Iran terwijl de wereld ervoor kiest de andere kant op te kijken. Maryam wordt vastgehouden in de Evin gevangenis in Teheran, waar zij een straf van vier jaar uitzit op beschuldiging van “handelen tegen de nationale veiligheid”.

Maryam werd eerder gearresteerd in januari 2013 in verband met haar werk voor een weeshuis met de Christelijke voorganger Saeed Abedini, die werd bevrijd uit een Iraanse gevangenis in januari van dit jaar, als onderdeel van een gevangenenruil van de VS met Iran.

In het begin van juli begon Maryam aan een hongerstaking en – met een korte onderbreking voor medische behandeling – ze is nu in haar twintigste dag en haar familie en vrienden maken zich grote zorgen over haar gezondheidstoestand. Het personeel en de directie van de gevangenis hebben bevestigd dat Maryams bloeddruk heel laag is, dat ze pijnen heeft en gevoelloosheid in haar voeten –  dit zijn mogelijk vroege symptomen van Multiple Sclerose – en dat ze psychisch lijdt onder haar gevangenschap.

Mayram heeft samengewerkt met Saeed Abedini, een Iraans-Amerikaanse voorganger die werd vastgezet tijdens het bouwen van een weeshuis in Iran (zijn geboorteland) en die in 2012 gevangen werd genomen op beschuldiging van het opzetten van huiskerken.

In juli, na zijn vrijlating, kwam Abedini tienduizenden Iraniërs bezoeken tijdens de jaarlijkse vergadering van de Iraanse democratische oppositiebeweging, als steun aan een vrij en democratisch Iran. In zijn opmerkingen daar sprak hij over de martelingen en de gruwel die hij en zijn mede gewetensgevangenen te doorstaan hadden gehad in de Iraanse gevangenissen. Hij zei dat bewakers hem hadden gezegd dat hij nooit meer levend de gevangenis uit zou komen en vertelde dat hij in eenzame opsluiting was gezet omdat hij weigerde valse bekentenissen te doen. Opnieuw sprekend over de gruwel, beschreef hij hoe hij zag dat andere gevangenen werden meegenomen om te worden opgehangen.

Hij wees er echter ook op, dat alleen al zijn aanwezigheid die dag op de bijeenkomst bewijst dat elke daad van verzet een overwinning voor de vrijheid zal zijn.

Vlak voor de bijeenkomst in Parijs gaven bijna 80 kerkleiders uit het Verenigd Koninkrijk en de VS een gezamenlijke verklaring af waarin zij hun “ernstige bezorgdheid” uiteenzetten over hoe de heersers van Iran Christenen mishandelen.

“Verdrukking van Christenen is niet alleen maar doorgegaan, maar is zelfs geïntensiveerd tijdens het Presidentschap van Hassan Rouhani”, meldt de verklaring, en ze voegt toe: “Met deze situatie voor ogen roepen wij alle Westerse landen op tot overweging van de erbarmelijke mensenrechten situatie in Iran, in het bijzonder de pijnlijke situatie van de Christenen en de toename van hun verdrukking, bij het omgaan met hun relatie met Iran”.

De voormalige Bisschop van Oxford, de gepensioneerde eerwaarde John Pritchard, die de verklaring ook steunde, behoorde tot de vele internationale hoogwaardigheidsbekleders en parlementariërs die deelnamen aan de grootste bijeenkomst van Iraniërs voor een vrij en democratisch Iran.

In zijn toespraak zei Bisschop John: “Ik ben er ondersteboven van om een deel te zijn van zo’n buitengewoon evenement… De mishandeling van religieuze minderheden is waar het regime om bekend staat. In duidelijke tegenspraak tot het Iraanse regime hebben wij hier symbolen van interreligieuze harmonie tussen Christenen en Moslims. Ik sta absoluut aan jullie kant en ik wens jullie alle succes.”

Zoals het Iraanse Verzet in een recente boodschap aan ’s werelds Christelijke leiders verklaarde: “De Heilige Schrift leert ons om de onderdrukten te steunen en te bemoedigen … Leer goed te doen! Zoek het recht, help de verdrukte (Jesaja 1:17).”

Professor Lord Alton van Liverpool is een onafhankelijk lid van het Britse Hogerhuis en lid van de Britse Parlementaire Commissie voor V