21 september 2016 – 22 mensenrechtenexperts, die in de afgelopen jaren als speciaal vertegenwoordiger van de Verenigde Naties hebben gewerkt, hebben een beroep gedaan op de internationale gemeenschap om in actie te komen opdat professor Homa Hoodfar, die in Iran inde gevangenis zit wegens haar onderzoek naar de rechten van vrouwen, direct wordt vrijgelaten.
Professor Homa Hoodfar (foto), Canadees staatsburger van Iraanse afkomst, zit sinds begin juni 2016 in de beruchte Evin gevangenis in Teheran. De reden hiervoor is haar onderzoek naar de rechten van vrouwen in Iran. De Iraanse rechterlijke macht heeft haar aangeklaagd wegens vermeende “misdrijven tegen de nationale veiligheid”. Ze wordt beschuldigd van het beramen van een “feministische sluipende revolutie” in Iran. Haar advocaat wordt systematisch gehinderd bij zijn werk. De gezondheidstoestand van Homa Hoodfar is na maanden eenzame opsluiting dusdanig verslechterd dat ze nauwelijks nog kan lopen of praten.
De antropologe Homa Hoodfar, die doceerde bij de Concordia University in Montreal, was in februari 2016 naar Iran gereisd om familie te bezoeken en onderzoek te doen naar de deelname van vrouwen aan de verkiezingen in Iran. De arrestatie van de wetenschapper is alweer een maatregel van het Iraanse regime om op te treden tegen mensen zoals academici, die vreedzaam hun recht op vrijheid van meningsuiting uitoefenen.
Naar aanleiding van de 71ste zitting van de Algemene Vergadering van de VN, die begon op 13 september in New York, hebben 22 mensenrechtendeskundigen, die in de afgelopen jaren hebben gewerkt als speciaal gevolmachtigde van de VN, de internationale gemeenschap opgeroepen om in actie te komen voor de onmiddellijke vrijlating van Homa Hoodfar. De experts zijn onder andere professor Christof Heyns, voormalig speciaal VN rapporteur voor buitengerechtelijke of willekeurige executies, en de professoren Rashida Manjoo en Yakin Ertürk, die beiden speciale VN-rapporteurs waren inzake geweld tegen vrouwen.
In een gezamenlijke verklaring van de mensenrechtendeskundigen staat o.a.:
“Wij benadrukken de plicht van alle VN-lidstaten om de gelijkheid van vrouwen en mannen te respecteren, te beschermen en te bevorderen en te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het Internationaal Verdrag van de Verenigde Naties inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), en we vragen de aandacht voor de zaak van professor Homa Hoodfar, die sinds 2 juni 2016 in de Evin gevangenis van Teheran in Iran in eenzame opsluiting zit. Vandaag zit zij 100 dagen in de gevangenis. Haar detentie volgde op drie maanden van langdurige ondervragingen, terwijl haar paspoort was ingenomen om te voorkomen dat ze het land zou verlaten. Wij roepen op tot de vrijlating van professor Hoodfar, een 65-jarige erkend antropologe bij de Concordia University in Montreal, Canada, die haar carrière heeft gewijd aan begrip voor en verbetering van de situatie van vrouwen en het bevorderen van gelijkheid, met name in islamitische gemeenschappen.
De Iraanse justitiële autoriteiten van het Revolutionaire Hof hebben professor Hoodfar herhaaldelijk de toegang tot haar advocaten en familie geweigerd en besloten onlangs om de door haar gekozen advocaten af te wijzen en een borgstelling waarop zij wettelijk recht heeft te weigeren. Professor Hoodfar lijdt aan een zeldzame neurologische aandoening die aanzienlijk is verslechterd tijdens haar eenzame opsluiting. Het is onduidelijk of ze de medische zorg en de medicijnen krijgt die ze nodig. Haar familie heeft vernomen dat ze tussen 8 en 10 augustus in het ziekenhuis was en nauwelijks kon lopen of spreken.
De Islamitische Republiek Iran, die het ICCPR heeft ondertekend, heeft professor Hoodfar ervan beschuldig te hebben samengewerkt met een vijandige buitenlandse regering tegen de nationale veiligheid, propaganda tegen de Iraanse staat te hebben gevoerd en “zich te hebben beziggehouden met feminisme.”
“Terwijl de Algemene Vergadering bijeen komt om een op mensenrechten gebaseerde ontwikkeling te bevorderen, inclusief de gelijkheid van vrouwen en mannen, vragen we dringend aan de Islamitische Republiek Iran om zich aan hun eigen wetten te houden en aan hun verplichtingen op grond van internationale verdragen en conventies te voldoen. Wij onderstrepen dat Iran zijn nationale grondwettelijke beginselen schendt door het willekeurig arresteren van mensen die worden gedetineerd alleen wegens het uiten van hun mening en het voortzetten van hun wetenschappelijk onderzoek, wat hun professionele recht en plicht is ”
De mensenrechtendeskundigen merkten verder op
– dat noch de aanklacht van het openbaar ministerie, noch de processtukken van de verhoren zijn voorgelegd aan professor Hoodfar of haar advocaat, terwijl tegelijkertijd wel de vermeende details van de verhoren en de aanklacht in de media zijn gepubliceerd,
– dat een borgstelling, overplaatsing naar een gemeenschappelijke cel, bezoeken van familie en advocaten geweigerd werd,
– dat de toegang tot een advocaat naar eigen keuze geweigerd werd, dat de rechtbank twee door haar geselecteerde advocaten heeft afgewezen en haar een door de rechtbank aangestelde advocaat toewees, hetgeen in strijd is met de Iraanse wet en internationale juridische praktijken.
De verklaring van de 22 voormalige speciale rapporteurs van de VN vervolgt:
“In de veertig jaar van haar professionele carrière heeft professor Hoodfar zich in haar wetenschappelijk werk geconcentreerd op begrip en bevordering van de gelijkheid en de burgerlijke en politieke rechten van vrouwen. Professor Hoodfar werd geboren in Iran en heeft het Canadese en Ierse staatsburgerschap. Ze heeft bijgedragen aan het begrip voor de situatie van moslimvrouwen door op te treden tegen stereotypen en polemische argumenten over gesluierde vrouwen in Canada, Maleisië en Iran. Ze heeft vele jaren besteed aan onderzoek naar de sociale en economische context van werk en gezinsleven van vrouwen, de rol van vrouwelijke werknemers, de politieke participatie van vrouwen en de manier waarop gelijkheid historisch en juridisch binnen de moslimwereld gesitueerd is. Professor Hoodfar aarzelde niet om belangrijke, maar ook controversiële thema’s die het leven van vrouwen bepalen, zoals reproductieve rechten, gezinsplanning, juridische autonomie en fysieke mobiliteit te onderzoeken. Haar werk omvat een breed geografisch, historisch en juridisch spectrum. Ze heeft onderzoek gedaan in Egypte, Iran, Canada, Afghanistan, Pakistan en vele andere landen met islamitische meerderheden en minderheden. ”
“Wij, de ondergetekenden, zijn ernstig bezorgd over de willekeurige arrestatie en de verslechterende gezondheid van professor Hoodfar en tevens over het feit dat de Islamitische Republiek Iran haar eigen grondwet en de wetten en de verplichtingen uit hoofde van internationale mensenrechtenverdragen heeft geschonden, en wij eisen haar onmiddellijke vrijlating.
Nu de 71ste zitting van de Algemene Vergadering begint, vestigen we de aandacht van alle VN-lidstaten op deze zaak en op het feit dat professor Hoodfar nu 100 dagen gedetineerd is; Wij doen een beroep op de regeringen van Canada en Ierland, op alle burgers van de wereld en op iedere deelnemer aan deze conferentie en daarmee aanverwante bijeenkomsten, om deel te nemen aan de campagne voor de vrijlating van Homa Hoodfar.”