Nee tegen de doodstraf! Stop de executies in Iran! Vervolg misdaden tegen de menselijkheid! 

25 november 2016-In Londen hebben Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten opgeroepen om de verantwoordelijken voor de massa-executies in Iran volgens het internationaal recht ter verantwoording te roepen. Het gevangenisbloedbad van 1988, waarbij zo’n 30.000 politieke gevangenen werden gedood, is een van de meest ernstige misdaden tegen de mensenrechten van het islamitische regime in Iran.

Op 19 november hebben Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten in Londen met een massale betoging geprotesteerd tegen de executies in Iran. Zij eisten de onmiddellijke stopzetting van executies en de afschaffing van de doodstraf in Iran. Onder de deelnemers aan de demonstratie waren ook parlementariërs en advocaten die zich inzetten voor de mensenrechten.

De deelnemers riepen de internationale gemeenschap op tot effectieve maatregelen om de aanhoudende schendingen van de mensenrechten en de executies in Iran te stoppen. De Britse regering werd opgeroepen om verdere betrekkingen met Iran afhankelijk te maken van een duidelijke verbetering van de mensenrechten en het stopzetten van de executies.

De Londense betoging vroeg aandacht voor het feit dat het regime in Teheran alle internationale oproepen om de executies te stoppen en de doodstraf in Iran af te schaffen blijft negeren. Het regime in Iran is wereldwijd recordhouder van executies. In verhouding tot het bevolkingsaantal is er geen land met meer executies dan Iran. Duizenden gevangenen in Iran lopen het risico van executie, waaronder politieke gevangenen en minderheden.

Sinds de zomer van 2013 zijn er volgens Iraanse media en mensenrechtenactivisten onder het regime van president Rohani in Iran meer dan 2.700 mensen geëxecuteerd. Veel executies vonden in het openbaar plaats, een middel van het regime om de bevolking te terroriseren. Volgens de VN-deskundigen komen de executiepraktijken in Iran neer op willekeurige moorden. De rechtszaken voldoen nooit aan de internationale wettelijke normen.

In Iran worden ook mensen geëxecuteerd die op het moment van hun vermeende misdaad minderjarig waren. De islamitische wetten van het regime in Teheran staan zelfs toe dat negenjarige meisjes en 15-jarige jongens ter dood veroordeeld worden. Dat is een duidelijke schending van het internationaal recht, waarbij de executie van personen die ten tijde van de misdaad minderjarig waren verboden is, en toont aan dat het regime de internationaal erkende rechten van kinderen negeert en schendt.

Bij de demonstratie in Londen werd ook het gevangenisbloedbad  van 1988 in Iran herdacht. In het najaar van 1988 werden dagelijks massa-executies van politieke gevangenen voltrokken in de gevangenissen van Iran. Volgens schattingen vielen bij deze door de staat georganiseerde massamoord zo’n 30.000 slachtoffers. Het gevangenisbloedbad van 1988 is een van de dieptepunten in de wrede vervolging van oppositieleden en dissidenten door het regime in Teheran.

De massa-executies van 1988 behoren tot de meest ernstige mensenrechtenschendingen van het islamitische regime in Iran. De executies waren in de geschiedenis van Iran een ongekende daad van staatsgeweld. Onder de slachtoffers waren duizenden gevangenen die al jarenlang onder onmenselijke omstandigheden in de gevangenis zaten om de hen opgelegde gevangenisstraffen uit te zitten. Tal van voormalige politieke gevangenen werden tijdens deze periode opnieuw opgepakt en ‘verdwenen’ toen spoorloos. Onder de slachtoffers waren veel mannen en vrouwen die vastzaten voor het verspreiden van folders, deelname aan demonstraties of financiële steun aan families van politieke gevangenen.

Bij de betoging in Londen was een groot aantal familieleden van de slachtoffers van 1988. Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten eisten dat de verantwoordelijken voor de massa-executies in Iran volgens het internationaal recht ter verantwoording geroepen worden. Veel hooggeplaatste vertegenwoordigers van het huidige regime in Iran, van de regering tot aan de rechterlijke macht en de inlichtingendienst, waren direct betrokken bij het bloedbad.