10 december 2016- Conferentie in het Europees Parlement: parlementariërs en mensenrechtenactivisten doen een beroep op de EU om zonder compromissen op te komen ​​voor de Europese beginselen en de mensenrechten en niet werkeloos toe te kijken bij de barbaarsheid van het Iraanse regime.

Naar aanleiding van de jaarlijkse Internationale Dag van de Mensenrechten op 10 december werd op 7 december een conferentie gehouden in het Europees Parlement in Brussel, die betrekking had op de mensenrechtenschendingen in Iran. De sprekers op de conferentie, onder wie Europarlementariërs, politici buitenlandse zaken en mensenrechtenactivisten uit verschillende landen, vestigden de aandacht op de situatie van de mensenrechten in Iran die erbarmelijk is en steeds slechter wordt.

Verschillende sprekers gingen in op de massa-executies in Iran. Het regime in Teheran heeft wereldwijd het hoogste executiesaldo. In verhouding tot het bevolkingsaantal is er geen land met meer executies dan Iran. Duizenden gevangenen in Iran lopen het risico op executie, waaronder politieke gevangenen en minderheden. Alleen al in de afgelopen drie maanden werden in Iran minimaal 200 gevangenen geëxecuteerd.

In Iran worden ook personen geëxecuteerd die op het moment van hun vermeende misdaad minderjarig waren. De islamitische wetten van het regime in Teheran laten zelfs toe dat negenjarige meisjes en 15-jarige jongens ter dood worden veroordeeld. Dit is een duidelijke schending van het internationaal recht, dat executie verbiedt van personen die tijdens het  delict minderjarig waren.

De vervolging van andersdenkenden, mensenrechten- en vrouwenrechtenactivisten neemt toe. Willekeurige detentie, oneerlijke processen, marteling en verkrachting in de Iraanse gevangenissen en wrede straffen zoals amputaties en blind maken zijn in Iran nog steeds aan de orde van de dag.

De deelnemers aan de conferentie deden een beroep op de Europese Unie en haar lidstaten om doeltreffende maatregelen te nemen om de mensenrechtenschendingen en de executies in Iran een halt toe te roepen. Een regime dat de mensenrechten niet respecteert kan geen betrouwbare partner zijn. Uitbreiding van de betrekkingen met Iran moet afhankelijk gemaakt worden van een duidelijke vooruitgang inzake de mensenrechten en het stoppen met de executies.

Na de conferentie eiste de Oostenrijkse Europarlementariër Heinz K. Becker (foto) in een persbericht een “verandering in de relaties van de EU-lidstaten met Iran”. “Wereldwijd vonden in 2015 het hoogste aantal executies en de meeste executies van minderjarigen plaats in Iran”, aldus Becker.

“Europa kan niet werkeloos toekijken bij de barbaarsheid van Iran. De situatie van de mensenrechten in Iran kan alleen maar worden beschreven als catastrofaal. De EU moet zonder compromissen opkomen ​​voor de Europese beginselen en de mensenrechten”, zei Becker, die actief is in de parlementaire groep “Vrienden van een Vrij Iran”.

“Zonder een onmiddellijke ommezwaai van het regime Rohani dient er geen economische samenwerking met Iran te zijn. Geld verdienen moet daar eindigen, waar de mensen onophoudelijke met immense wreedheid te maken hebben. Anders zijn we schuldig aan het leed van duizenden,” aldus de Europarlementariër.

Tijdens de conferentie in Brussel vertelden voormalige politieke gevangenen over de schendingen van de mensenrechten in de Iraanse gevangenissen. Onder hen waren de 29-jarige Iraanse ballingen Shabnam Exiliranerin Madadzadeh en haar broer Farzad. Beiden zaten in Iran meer dan vijf jaar in politieke gevangenschap en hebben nu hun toevlucht in Europa gevonden.

Broer en zus hebben alle wreedheden van de Iraanse foltergevangenissen lijfelijk ondervonden. Maandenlang werden ze geïsoleerd gevangen gehouden en gruwelijk gemarteld. Zij vertelden dat in de gevangenissen van het Iraanse regime marteling met elektroshocks, verkrachting en drugs om bekentenissen los te krijgen aan de orde van de dag zijn.

Sinds ze in Europa zijn, zetten Shabnam en Farzad Madadzadeh zich samen met hulporganisaties in voor de vrijlating van politieke gevangenen in Iran. In Brussel deden zij een beroep op de EU om de ernstige mensenrechtenschendingen in Iran niet te verzwijgen, maar openlijk te veroordelen.

Onder de deelnemers aan de conferentie waren ook de voormalige Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Giulio Terzi en de voormalige Poolse minister van Buitenlandse Zaken Anna Fotyga.

De Brusselse conferentie eiste ook dat er een eind moet komen aan de straffeloosheid van de ambtenaren van het regime in Teheran voor de massa-executies. Er werd op gewezen dat het gevangenisbloedbad van 1988 is nog steeds niet is opgehelderd en bestraft. In de late zomer en herfst van 1988 vonden  in de gevangenissen van Iran dagelijks massa-executies van politieke gevangenen plaats. Volgens schattingen vielen bij deze door de staat georganiseerde massamoord zo’n 30.000 slachtoffers.

Een recent ontdekte bandopname uit 1988 en andere documenten tonen aan dat veel hooggeplaatste vertegenwoordigers van het huidige regime in Iran, van de regering tot de rechterlijke macht en de inlichtingendienst, direct betrokken waren bij het bloedbad.

In Brussel deden de Europarlementariërs een oproep om degenen die verantwoordelijk waren voor het bloedbad van 1988 in het kader van het internationaal recht strafrechtelijk ter verantwoording te geroepen. Aan de EU werd gevraagd om functionarissen van het regime die, zoals de toenmalige minister van Justitie, wegens hun betrokkenheid bij de meest ernstige mensenrechtenschendingen sancties op te leggen.

***Bij deze gelegenheid, (bijeenkomst)
Een delegatie van SMV donoren deelnamen.