SMV veroordeelt vonnissen tot steniging en amputatie

5 februari 2017 – Het religieuze fascisme dat in Iran heerst is een schande voor de hedendaagse menselijkheid en moet door alle naties worden uitgebannen. Het dossier van de catastrofale situatie van de mensenrechten in Iran moet worden doorverwezen naar de VN-Veiligheidsraad en de leiders van het regime moeten voor hun zwarte lijst wandaden verantwoording afleggen.

De criminele rechterlijke macht van het theocratische regime heeft in de provincie Lorestan een man en een vrouw veroordeeld tot de barbaarse straf steniging (staatswebsite Kashkan, 4 februari 2017). Een ander geval betreft Yoiusef Parvaneh, een 70-jarige gevangene. Hij werd voor de barbaarse amputatie van zijn vingers overgebracht van de Ghezel Hessar gevangenis in Karaj naar de Centrale gevangenis van Orumiyeh. In 2009 is hij beschuldigd omdat hij diefstal gepleegd zou hebben. Omdat de eisende partij in de zaak de criminele Revolutionaire Garde was, heeft de rechterlijke macht van het regime het beroep van deze gevangene genegeerd en is men van plan het vonnis uit te voeren.

De rechterlijke macht van het regime heeft twee broers in Yazd, behalve tot levenslange gevangenisstraf, ook veroordeeld tot geseling en amputatie van een hand. (staatspersbureau Mizan, 17 januari 2017)

In Teheran is een jonge vrouw veroordeeld tot een jaar ballingschap en 99 zweepslagen wegens het hebben van een “telefoongesprek met een man” (website Rokna – 4 februari 2017).

Gezaghebbers van twee locaties in Rasht werden veroordeeld tot respectievelijk 114 en 40 zweepslagen wegens het beledigen van een zogeheten vertegenwoordiger van het regime (Asr Iran krant 4 februari 2017). Op 18 januari werd een verslaggever in Shahroud veroordeeld tot 40 zweepslagen. Eerder werd de straf van 40 zweepslagen voor een andere verslaggever in Najaf Abad uitgevoerd.

Javad Larijani, de zogeheten voorzitter van de commissie mensenrechten bij de rechterlijke macht, heeft geen andere rol dan het theoretiseren van marteling en executie binnen dit regime om deze brute vonnissen te verdedigen. Hij beschreef de Velayeat Faqih van het regime ridicuul als “de grootste democratie in West-Azië” en met de gebruikelijke duidelijkheid van regimeambtenaren benadrukte hij dat het regime “niet bang is voor aanslagen op de mensenrechten”. (staatspersbureau Mehr, 17 januari 2017).

(Volgens het principe Velayeat Faqih berust alle politieke en religieuze macht bij de hoogste shi’itische wetsgeleerde, eerst Khomeini, nu Khamenei.)