6 februari 2017-Onder de executieslachtoffers zijn ook minderjarigen. VN-deskundigen pleiten voor een moratorium op terechtstellingen in Iran: “Elk doodvonnis dat in strijd is met de internationale verplichtingen van een regering is illegaal en staat dus gelijk aan een willekeurige executie.”
Het regime in Teheran blijft ingaan tegen de oproepen van de internationale gemeenschap en blijft grootschalig executies uitvoeren. Volgens rapporten van mensenrechtenorganisaties en Iraanse staatsmedia werden in januari in Iran 87 gevangenen geëxecuteerd. Daarmee wordt er gemiddeld elke 9 uur een executie voltrokken.
Onder de slachtoffers waren ook twee jonge mannen die als minderjarige ter dood zijn veroordeeld. Daarmee heeft het regime in Teheran zich opnieuw niet gehouden aan het internationaal recht en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Volgens rapporten van mensenrechtenactivisten werd de 20-jarige Arman Bahr Asemani op 15 januari geëxecuteerd in de Shahab-gevangenis van de centraal Iraanse stad Kerman. Hij werd op 16-jarige leeftijd ter dood veroordeeld. In de gevangenis van de noordwest Iraanse stad Tabriz werd de 18-jarige Hassan Hassanzadeh op 18 januari geëxecuteerd. Hij zat al sinds zijn vijftiende in de dodencel.
Op 17 januari hebben drie VN-deskundigen aan het regime in Iran gevraagd om de op handen zijnde executie van een minderjarige delinquent te stoppen. “Wij maken ons zeer bezorgd dat het leven van een minderjarige dader nog steeds in gevaar is en dat hij nog altijd geëxecuteerd kan worden,” verklaarden de experts Asma Jahangir, speciaal rapporteur over de situatie van de mensenrechten in Iran, Agnes Callamard, speciaal rapporteur voor buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, en Benyam Dawit Mezmur, voorzitter van het Comité voor de Rechten van het Kind.
“De Iraanse autoriteiten moeten de executie van deze jongere onmiddellijk stopzetten en de hem opgelegde doodstraf tenietdoen, zoals vereist is volgens de internationale normen met betrekking tot het opleggen van deze straf,” benadrukten de experts.
In Iran worden jeugdige delinquenten nog steeds ter dood veroordeeld en geëxecuteerd, hoewel dit strikt verboden is op grond van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het VN-Kinderrechtenverdrag, welke ook door Iran zijn ondertekend.
In januari 2016 heeft de Commissie voor de Rechten van het Kind het regime in Iran gesommeerd om de executies van kinderen en personen die veroordeeld zijn voor misdrijven die begaan zijn onder de 18 jaar stop te zetten. Toch werden er in 2016 ten minste vijf jeugdige delinquenten geëxecuteerd, en op dit moment zitten er naar verluidt meer dan 78 jongeren in de dodencel.
“Iran moet voldoen aan zijn internationale verplichtingen en de executie van minderjarige delinquenten voor eens en voor altijd staken”, aldus de deskundigen.
Jahangir en Callamard gaven ook hun verontwaardiging te kennen over de executie van 16 gevangenen, die in Iran op 16 januari werden terechtgesteld wegens vermeende drugsdelicten. “Volgens het internationaal recht mogen landen waar nog steeds de doodstraf wordt toegepast, deze alleen opleggen voor de meest ernstige misdrijven, waarbij de dader opzettelijk iemand gedood heeft. Drugsdelicten horen daar niet bij,” benadrukten de experts.
“Bovendien blijkt uit de informatie die wij gekregen hebben, dat het proces van sommige van deze personen niet in overeenstemming was met de internationale regels voor een eerlijk proces”, aldus de experts. ” Elk doodvonnis dat in strijd is met de internationale verplichtingen van een regering is illegaal en staat dus gelijk aan een willekeurige executie.”
In de afgelopen twee jaar zijn er in Iran naar verluidt meer dan 1.000 mensen geëxecuteerd wegens drugsdelicten, en op dit moment lopen zo’n 5.000 gevangenen het risico dat het doodvonnis dat hen wegens drugsdelicten werd opgelegd voltrokken wordt.
“Tot de doodstraf voor drugsdelicten in Iran is afgeschaft, moet er een moratorium op deze executies worden ingesteld en alle wegens drugsdelicten geplande executies moeten worden afgelast,” benadrukten de deskundigen.
Zij stelden ook vast dat mensenrechtenactivisten die in Iran actief zijn tegen de doodstraf in toenemende mate worden vervolgd. Verschillende activisten tegen de doodstraf werden in 2016 veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.
Asma Jahangir (Pakistan) werd in september 2016 door de Raad voor de Mensenrechten benoemd tot Speciaal Rapporteur voor de situatie van de mensenrechten in Iran. Ze was eerder Speciaal Rapporteur voor standrechtelijke executies en voor de vrijheid van godsdienst.
Agnes Callamard (Frankrijk) is Speciaal Rapporteur voor buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies. Haar werk op het gebied van de mensenrechten en internationaal humanitair engagement wordt wereldwijd erkend. Ze heeft multilaterale organisaties en regeringen over de hele wereld geadviseerd en leiding gegeven aan onderzoek naar de mensenrechten in meer dan 30 landen.
De Commissie voor de Rechten van het Kind is een orgaan van 18 onafhankelijke deskundigen die de uitvoering van het IVRK (Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind) door de ondertekenende staten controleert.