13 april 2017-In Iran zijn het vooral christenen met een islamitische verleden, die voortdurend worden blootgesteld aan vervolging, willekeurige arrestatie, intimidatie en opsluiting. De christelijke gevangene Ebrahim Firoozi is al drie keer veroordeeld tot een gevangenisstraf, omdat hij zich heeft bekeerd tot het christendom en actief betrokken bij zijn geloofsgemeenschap.

Tijdens het paasfeest herdachten we de gevangenen in Iran die alleen vanwege hun christelijke geloof in de gevangenis zitten. Onder het islamitische regime in Iran worden christenen steeds weer wegens hun actieve deelname aan hun gemeenschap beschuldigd met de globale aanklacht “in gevaar brengen van de staatsveiligheid” en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Het regime in Iran is erop uit om alle – ook christelijke – invloeden die een bedreiging kunnen opleveren voor hun machtspositie te onderdrukken of uit te roeien.

Volgens de World Watch List 2017 is het regime in Teheran een van de 10 ergste vervolgers van christenen ter wereld. Bijzonder getroffen worden Iraanse christenen met een moslim verleden, die in Iran voortdurend worden blootgesteld aan willekeurige arrestatie, intimidatie en opsluiting.

Een van de christelijke gevangenen is de 32-jarige Ebrahim Firoozi (foto), die al vijf jaar heeft doorgebracht in de gevangenissen van het regime in Teheran. Hij wordt ervan beschuldigd zich te hebben bekeerd tot het christendom en actief in het zendingswerk te zijn geweest. Daarvoor werd hij sinds 2010 al drie keer veroordeeld tot gevangenisstraf. Hij zit momenteel gevangen in de Rajaee Shahr gevangenis in de stad Karaj in de buurt van Teheran.

Na zijn eerste arrestatie en veroordeling in 2010 werd Ebrahim Firoozi in maart 2012 opnieuw gearresteerd, dit keer op beschuldiging van “een poging een ​​website op te zetten om de christelijke leer te verspreiden”. Hij werd opnieuw beschuldigd van “propaganda tegen de staat”, waarvoor hij door een revolutionaire rechtbank werd veroordeeld tot een jaar gevangenis en twee jaar ballingschap binnen Iran.

Omdat Ebrahim Firoozi nog steeds actief was binnen zijn christelijke gemeente, moest hij in september 2013 naar de gevangenis om zijn straf uit te zitten. Sindsdien zit hij voortdurend in de gevangenis.

In 2015 zou Ebrahim Firoozi eigenlijk vrijgelaten worden, maar in april 2015 veroordeelde een revolutionaire rechtbank de gevangene  vanwege zijn zendingswerk tot nog eens vijf jaar gevangenisstraf. Hij werd beschuldigd van “het oprichten een ​​groepering met als doel het in gevaar brengen van de nationale veiligheid.”

Ebrahim Firoozi is al in 2015 in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak, maar de beslissing daarover werd steeds weer uitgesteld door de Iraanse willekeurige rechterlijke macht, als opzettelijke represaille tegen de christelijke gevangene. Tegelijkertijd werd zijn vrijlating geweigerd.

Het beroep vond in december 2016 eindelijk plaats, en kort geleden werd aangekondigd dat het beroep van de gevangene is verworpen, zodat Ebrahim Firoozi nu tot januari 2020 in de gevangenis moet blijven Daarna zal hij twee jaar in ballingschap in Sarbaz in het zuidoosten van de Iraanse provincie Sistan-Baluchistan moeten doorbrengen.

De gezondheid van Ebrahim Firoozi is aanzienlijk verslechterd in de gevangenis omdat alle noodzakelijke medische zorg hem steeds weer onthouden wordt.

De herhaalde beschuldigingen tegen Firoozi wegens een strafbaar feit waarvoor hij reeds eerder werd veroordeeld zijn een schending van artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten is, in 1975 geratificeerd door Iran, waarin staat: “Niemand mag voor een strafbaar feit worden aangeklaagd of veroordeeld, waarvoor hij reeds rechtsgeldig volgens de wet en het strafprocesrecht van het betrokken land is veroordeeld of vrijgesproken.”