18 mei 2017 -Atena Daemi werd vanwege haar mensenrechtenactiviteiten gestraft met zeven jaar gevangenis. Na een hongerstaking in de Evin gevangenis in Teheran gaat het slecht  met de gezondheid van Atena Daemi heeft ze dringend een klinische behandeling nodig.

De 29-jarige mensenrechtenactiviste Atena Daemi (foto) zit sinds november 2016 wegens haar mensenrechtenactiviteiten ten onrechte in de Evin gevangenis in Teheran. Op 8 april ging ze in hongerstaking om te protesteerden tegen de veroordeling van haar zusters Hanieh en Ensieh tot voorwaardelijke gevangenisstraffen wegens vermeende belediging van de Revolutionaire Garde. Amnesty International beschouwt de procedure die leidde tot hun veroordeling oneerlijk. De enige reden dat de zusters het doelwit zijn geworden, is hun verwantschap met Atena Daemi. Amnesty International roept op tot de onmiddellijke vrijlating van Atena Daemi, die uitsluitend gevangen zit omdat zij haar recht op vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging heeft uitgeoefend.

Na enkele weken hongerstaking gaat het zeer slecht met de gezondheid van Atena Daemi en heeft ze dringend een klinische behandeling nodig. Volgens haar familie is Atena Daemi ongeveer 12 kg afgevallen. Ze is constant duizelig, braakt, haar bloeddruk schommelt en heeft erg pijnlijke nieren. De gevangenisleiding staat haar echter geen adequate medische zorg toe. Hoewel artsen hebben gewaarschuwd dat haar nieraandoening het kritieke stadium heeft bereikt en dat zij onmiddellijk moet worden behandeld, wordt de gevangene de noodzakelijke behandeling in een ziekenhuis buiten de gevangenis geweigerd.

De moeder van Atena Daemi protesteert tegen de onterechte detentie van haar dochter. Ze doet een beroep op de internationale gemeenschap om op te komen voor de vrijlating van haar dochter.

In maart 2015 werd Atena Daemi wegens haar mensenrechtenactiviteiten door een revolutionaire rechtbank in Teheran veroordeeld tot 14 jaar gevangenis. De procedure was ronduit oneerlijk en duurde slechts ongeveer 15 minuten. In september 2016 werd de straf in hoger beroep omgezet tot zeven jaar.

Atena Daemi werd gestraft omdat zij geweldloos campagne heeft gevoerd tegen de doodstraf en voor de rechten en bescherming van kinderen en jongeren in Iran. Zij werd door de rechterlijke macht van het regime in Teheran onder meer beschuldigd van het uitdelen van pamfletten tegen de doodstraf en deelname aan een protestactie tegen de executie van de jonge Iraanse Reyhaneh Jabbari in 2014. Verder heeft ze in 2009 de graven bezocht van mensen die tijdens de massale protesten tegen het regime werden gedood, en aan buitenlandse mensenrechtenorganisaties informatie gestuurd over de schending van de mensenrechten van politieke gevangenen.

In oktober 2014 werd Atena Daemi voor het eerst gearresteerd. De mensenrechtenactiviste werd 86 dagen vastgehouden in afdeling 2A van Evin gevangenis, die onder controle staat van de Revolutionaire Garde. Daarvan moest ze 51 dagen in eenzame opsluiting doorbrengen. Ruim twee weken lang werd ze, op het weekend na, elke dag vaak urenlang ondervraagd. Ze moest meestal geblinddoekt met haar gezicht naar de muur blijven zitten. Gedurende al die tijd had ze geen toegang tot rechtsbijstand.

Onder het regime in Teheran worden veel mensen vervolgd wegens vreedzame mensenrechtenactiviteiten. Dit geldt ook voor het documenteren van mensenrechtenschendingen, inzet tegen de doodstraf in Iran, contacten met familie van politieke gevangenen, pleiten voor de rechten van vrouwen en kinderen en communicatie met internationale mensenrechtenorganisaties. Deze mensenrechtenactiviteiten worden door de rechterlijke macht van het regime herhaaldelijk gebruikt als bewijs van “criminele” activiteiten, die een bedreiging voor de staatsveiligheid zouden vormen. Op basis hiervan zijn veel mensenrechtenactivisten veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.