“Mensenhandel is een van de meest tragische mensenrechten-onderwerpen van onze tijd. Het rukt families uit elkaar, verstoort de wereldmarkten, ondermijnt het recht en moedigt andere grensoverschrijdende, criminele activiteiten aan. Het bedreigt de veiligheid van personen en naties.’’

“Het ergste is echter dat het mensen berooft van hun vrijheid en waardigheid. Daarom moeten we een eind maken aan de plaag van de mensenhandel”

” Vandaag nemen we een belangrijke stap in de richting van dat doel. Het Rapport over mensenhandel 2017 belicht de successen die tot dusver zijn behaald en de nog uitstaande doelstellingen t.a.v. dit belangrijke wereld-onderwerp” – Rex Tillerson, Minister van Buitenlandse Zaken, VS.

Iran: Rang 3

De overheid van Iran voldoet niet aan de minimum eisen voor het elimineren van mensenhandel en doet geen significante poging in die richting, daarom blijft Iran op rang 3. Niettegenstaande dit gebrek aan daadkracht heeft de Iraanse overheid wel enkele stappen genomen om mensenhandel aan te pakken, o.a. door het openen van een aantal centra waar slachtoffers, zoals werd gerapporteerd, hulp konden krijgen. De overheid stemde ook toe in samenwerking met een paar landen in de regio om mensenhandel te bestrijden.  Echter, zoals al vermeld in voorgaande rapportages, deelde de overheid geen informatie over zijn aanpak van de mensenhandel. Publiek toegankelijke informatie van NGO’s, media en internationale organisaties laten zien dat de overheid geen stappen deed om zijn veelomvattende mensenhandel problematiek aan te pakken. Slachtoffers van mensenhandel blijven zeer kwetsbaar voor straf, waaronder de doodstraf, voor onwettige daden, door hen begaan als gevolg van hun blootstelling aan mensenhandel.

Aanbevelingen aan Iran

Houdt op met het dwingen van personen om deel te nemen aan de strijd in Syrië en houdt op met de steun aan strijdkrachten die kinderen rekruteren en gebruiken in Irak; verzeker slachtoffers van seks- en werk-gerelateerde mensenhandel van het afzien van strafvervolging van onwettige daden, die een direct gevolg zijn van blootstelling aan mensenhandel; terwijl de juiste rechtsafhandeling wordt toegepast, onderzoek en vervolg mensenhandel gerelateerd aan seks en gedwongen werk; zet procedures in werking om slachtoffers van mensenhandel op te sporen, met name onder kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals personen in de prostitutie, straatkinderen en niet geregistreerde migranten; biedt diensten aan aan slachtoffers van mensenhandel, waaronder hun opvang, medische, psychologische en juridische bijstand; ontwikkel samenwerking met internationale organisaties om mensenhandel te bestrijden; vergroot de transparantie van uw anti-mensenhandel politiek en activiteiten; en wordt lid van het 2000 UN TIP protocol.

Vervolging

De overheid rapporteerde niet over enige anti-mensenhandel maatregelen en ambtenaren  bleven medeplichtig aan misdaden m.b.t. mensenhandel. Mensenrechtenactivisten rapporteerden dat de overheid geen moeite deed om onderzoek naar mensenhandel op te starten door een gebrek aan politieke wil en wijd verspreide corruptie. Iraanse wetten verbieden lang niet alle vormen van mensenhandel. Een wet uit 2004 verbied mensenhandel waarbij gebruik wordt gemaakt van dreiging en geweld, dwang, misbruik van macht, of misbruik maken van een kwetsbare toestand van het slachtoffer met het oogmerk van prostitutie, slavernij of een gedwongen huwelijk. De voorgeschreven straf onder deze wet is 10 jaar gevangenis voor mensenhandel met volwassenen en de doodstraf voor deze misdaad tegen kinderen. Echter de straf voor mensenhandel met volwassenen is niet in overeenstemming met Iraanse wetgeving op het gebied van verkrachting. De grondwet en de  gedragscode voor werk verbieden gedwongen tewerkstelling en slavernij, maar de voorgeschreven straf van een boete en een eenjarige gevangenisstraf is niet streng genoeg. Rechtbanken hechten aan getuigenissen door vrouwen maar de helft van de waarde dan aan die gegeven door mannen, daarbij wordt vrouwelijke slachtoffers de toegang tot een rechtsgang onthouden. Bovendien werden vrouwen, die slachtoffer waren van seksueel misbruik, waaronder mensenhandel, vervolgd wegens overspel, dat is gedefinieerd als het hebben van seksuele relaties buiten het huwelijk en kan leiden tot de doodstraf. De overheid heeft geen cijfers verstrekt  over onderzoek, vervolging of veroordeling van mensenhandelaars. Er is geen enkel bewijs gevonden dat de overheid medeplichtige ambtenaren verantwoordelijk hield voor overtredingen m.b.t. mensenhandel, ondanks de verspreide rapporten over de medeplichtigheid van Iraanse ambtenaren aan gedwongen rekrutering en inzet van Afghaanse mannen in de strijd. De overheid heeft niets gerapporteerd over een anti-mensenhandel training van zijn ambtenaren.

Bescherming

De overheid heeft weinig gedaan aan de bescherming van slachtoffers van mensenhandel. Er zijn geen tekenen die wijzen op het aanwijzen van, of het beschikbaar stellen van beschermingsdiensten voor slachtoffers van mensenhandel in de periode waarover hier wordt gerapporteerd. De overheid ging wel door met het bestraffen van slachtoffers van mensenhandel voor onwettige daden, die werden begaan als een direct resultaat van mensenhandel, zoals overspel, prostitutie en illegale immigratie. De overheid maakte geen onderscheid tussen slachtoffers van mensenhandel, vluchtelingen, die een verblijfsvergunning vroegen en niet geregistreerde immigranten. Ze hield buitenlandse slachtoffers van mensenhandel opgesloten in strafkampen en gevangenissen, hangende hun uitwijzing. Een aantal van hen werden blootgesteld aan ernstige mishandeling, die in een aantal gevallen leidde tot de dood. De overheid beschermde Afghaanse vluchtelingen niet tot gedwongen dienstneming door Iraanse ambtenaren voor de strijd in Syrië; de autoriteiten sloten hen die dienstneming weigerden op, of deporteerde hen. De overheid verschafte geen opvang voor mensenhandel slachtoffers. Echter, zo wordt gerapporteerd, de staats-bijstandsorganisatie verzorgde noodcentra voor potentiele mensenhandel slachtoffers, waar advies, juridische ondersteuning en gezondheidszorg werd geboden; het is echter onduidelijk of de overheid in deze activiteiten deelnam, omdat rapportage over de periode 2016 ontbreekt. Hoewel ook door de overheid geleide gezondheidsklinieken rapporteren dat zij hulp boden aan potentiele slachtoffers van mensenhandel, is het onduidelijk of de overheid in deze klinieken deze hulp  aan de slachtoffers ondersteunde, omdat wederom elke rapportage ontbreekt. Het lijkt er niet op dat de overheid enige sociale of juridische bescherming aanbood aan slachtoffers van mensenhandel en het is niet duidelijk of de overheid NGO’s ondersteunde bij hun beperkte hulp aan deze slachtoffers. De overheid moedigde de slachtoffers van mensenhandel niet aan om bij te dragen aan de opsporing en vervolging van mensenhandelaars en verschafte geen getuigenbescherming. Het verschafte buitenlandse slachtoffers van mensenhandel geen juridisch  alternatief voor terugzending naar het land waar hen wellicht ontbering en vergelding wachtte.

Preventie

De overheid deed verwaarloosbare pogingen om mensenhandel te beteugelen. De overheid deed geen enkele moeite om ambtenaren te weerhouden van het dwingen van Afghaanse vluchtelingen dienst te nemen in de strijdgroepen in Syrië. De overheid heeft geen nationaal coördinerend lichaam om de mensenhandel in het land aan te pakken, noch stelt ze middelen ter beschikking voor dit doel. De overheid deed niets aan het meer transparant maken van haar richtlijnen en activiteiten tegen de mensenhandel, noch deed zij waarneembare pogingen om samen met de NGO’s en internationale organisaties mensenhandel te bestrijden. In 2016 besloot de overheid de samenwerking met Polen, Spanje en Turkijet.a.v. de bestrijding van mensenhandel te verbeteren. De overheid heeft geen waarneembare pogingen gedaan om de vraag naar commerciële seks, gedwongen werk en sekstoerisme van Iraanse burgers, die naar het buitenland reizen, te beteugelen. De overheid heeft geen anti-mensenhandel bewustzijnscampagnes opgestart. Kinderen van Afghaanse vluchtelingen – wel of niet geregistreerd – hebben bij voortduring problemen met het verkrijgen van officiële documenten, terwijl kinderen geboren uit een Iraanse moeder en niet-Iraanse vader niet worden beschouwd als Iraans burger en daarom ook niet beschikken over officiële documenten; deze politiek vergroot de kwetsbaarheid van deze bevolkingsgroepen t.o.v. uitbuiting. Er is geen aanwijzing dat de overheid heeft gezorgd voor een training van diplomatiek personeel hoe de mensenhandel aan te pakken. De overheid heeft de UN Conventie tegen wereldwijde georganiseerde misdaad niet geratificeerd en Iran is geen partij  in het 2000 UN TIP Protocol.

Mensenhandel Profiel

Zoals in de laatste 5 jaar werd gerapporteerd is Iran een bron, doorgangsland en bestemming van mannen, vrouwen en kinderen voor mensenhandel, gerelateerd aan seks en gedwongen tewerkstelling. Georganiseerde groepen gebruiken, zoals gerapporteerd,  Iraanse vrouwen, jongens en meisjes in de mensenhandel, gerelateerd aan seks, in Iran, Afghanistan, de Koerdistan Regio in Irak (IKR), Pakistan, de Verenigde Arabische Emiraten(UAE) en Europa. Een aantal Iraanse vrouwen, die hun familie in Iran moeten ondersteunen zijn erg kwetsbaar voor mensenhandel. Iraanse meisjes tussen 13 en 17 jaar worden door mensenhandelaars gespot voor verkoop naar het buitenland; jongere meisjes worden gedwongen tot huishoudelijke hulp, tot de handelaars hen oud genoeg vinden om in de kind-sekshandel te worden betrokken. In 2016, zo wordt gerapporteerd, was er een stijging van jonge Iraanse vrouwen in de prostitutie in Dubai; een aantal van deze vrouwen was mogelijk slachtoffer van mensenhandel. Er wordt gerapporteerd dat tussen 2009 en 2015 het vervoer van meisjes, ingezet in het sekscircuit, van en door Iran naar andere Golfstaten toenam. Iraanse meisjes waren betrokken bij sekshandel via bordelen in de IKR, met name in Sulaimaniya; in een aantal gevallen werd deze uitbuiting mogelijk gemaakt via Iraanse netwerken. Via de media kwam aan het licht dat ambtenaren van de Koerdische Regionale overheid klant van deze bordelen waren. In Teheran, Tabriz en Astara  blijft het aantal meisjes, uitgebuit in de seksindustrie, maar toenemen, zo wordt gerapporteerd.  “Tijdelijke”, of “korte termijn” huwelijken, die duren van een uur tot een maand, blijven in Iran stijgen, zo wordt gerapporteerd. Er wordt gerapporteerd dat Shiraz, in Iran, door mensenhandel circuits wordt gebruikt als doorvoerpunt voor Azeri meisjes uit Azerbaijan naar de UAE, om daar ingezet te worden in de seksindustrie. Straatkinderen in Iran zijn zeer kwetsbaar voor mensenhandel. Georganiseerde misdaad groeperingen ontvoeren, of kopen Iraanse en migranten kinderen, vooral Afghaanse vluchtelingenkinderen,  en dwingen hen te werken als bedelaars en straatverkopers, ook in Teheran. Deze kinderen, waarvan sommigen niet ouder dan drie jaar zijn, worden gedwongen door fysiek of  seksueel misbruik en via drugsverslaving. Afghaanse migranten en vluchtelingen, ook kinderen, zijn zeer kwetsbaar voor gedwongen tewerkstelling in Iran, Afghaanse jongens in Iran zijn zeer kwetsbaar voor seksueel misbruik door hun werkgever en onderdrukking en chantage door de Iraanse veiligheidsdiensten en andere  ambtenaren. Mensenhandelaren dwingen Afghaanse migranten, ook kinderen, om te werken in de bouw en de landbouw in Iran. Mensenhandel netwerken smokkelen Afghaanse burgers, die in Iran wonen, naar Europa en dwingen hen om in restaurants te werken om hun schulden, gemaakt voor hun overtocht, te betalen. Pakistaanse, laagopgeleide, mannelijke, zowel als vrouwelijke migranten worden door de georganiseerde misdaad onderworpen aan gedwongen werk, slavernij, beperking van bewegingsvrijheid, niet uitbetalen van loon en fysiek of seksueel misbruik. Werkgevers passen, niettegenstaande bestaande gedragsregels voor werkbescherming van geregistreerde buitenlandse werknemers, steeds meer contracten aan, daarmee de kwetsbaarheid van hun werknemers verhogend voor uitbuiting in de werksfeer, zoals gedwongen overwerk en ontzegging van uitkeringen. In 2016 rapporteerde een internationale organisatie en de pers dat de Iraanse regering en de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) Afghaanse mannelijke inwoners van Iran, ook migranten en vluchtelingen, dwongen om te vechten in militaire brigades in Syrië, door hen te dreigen met arrestatie of deportatie naar Afghanistan. In 2015 en 2016 verschafte de Iraanse regering budgetten aan de militie Asa’ib Ahl al-Haq – ook bekend als de Liga van de Rechtvaardigen – , die, zoals gerapporteerd, trainingskampen organiseerde voor middelbare scholieren en studenten, waarvan velen niet ouder dan 18 jaar, in het zuiden van Irak. Volgens een bron in Irak verschaft de Iraanse regering ook budgetten aan de militie Abu Fadhl al-Abbas Brigades, die kinderen inzet aan het front in Fallujah, Irak.