21 juli 2017 – UN experts: „Er is geen enkele legitieme reden, een oude en zieke man, die reeds zes jaar van zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten, welke met voorbijgaan aan zijn mensenrechten werd opgelegd, langer gevangen te houden en hem de mogelijkheid te onthouden de rest van zijn leven bij zijn familie door te brengen.“

Begin juli heeft de UNO Werkgroep Willekeurige Opsluiting (WGAD), waarin mensenrechtenexperts onrechtmatige opsluitingen wereldwijd onderzoeken, het regime in Teheran nadrukkelijk opgeroepen, de politieke gevangene Kamal Foroughi, die al meer dan zes jaar opgesloten is, ogenblikkelijk vrij te laten en hem de terugkeer naar zijn familie in Londen toe te staan.

De 77 jarige Britse zakenman  Kamal Foroughi wordt sinds 2011 onrechtmatig in Iran gevangen gehouden. De Britse staatsburger van Iraanse herkomst werd in mei 2011 in Teheran gearresteerd. Op het tijdstip van zijn arrestatie werkte Kamal Foroughi voor Peronas, een Maleisisch olie- en gasbedrijf. Hij werd naar de Evin gevangenis in Teheran gebracht, waar hij de eerste 18 maanden  in eenzame opsluiting vastgehouden werd.

In april 2013 werd hij op de beschuldiging „spionage“ tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld. Kamal Foroughi heeft de beschuldiging van spionage steeds  bestreden. Er werden ook nooit bewijzen aangevoerd. Het tegen hem gevoerde gerechtsproces werd door UN experts als „rechterlijke klucht“ beschreven. De familie van Kamal Foroughi gaat ervan uit, dat de autoriteiten hem op de korrel hebben genomen, omdat hij met een toenmalige Britse ambassadeur in Teheran bevriend is. Mensenrechtenactivisten wijzen erop , dat het regime in Teheran zijn gevangenschap als politiek drukmiddel gebruikt – zoals dat ook met andere gevangenen met dubbele staatsburgerschap gebeurt.

De echtgenote van Kamal Foroughi, zijn dochter, zijn zoon en zijn beide nichtjes wonen in ballingschap in Londen en mogen niet in Iran reizen.  Kamal Foroughi heeft slechts zeer beperkte toegang tot zijn rechtshulp, en op geen enkel moment werd Britse consulaire bijstand voor hem toegelaten.

Volgens Iraans recht had Kamal Foroughi na het uitzitten van een derde van zijn gevangenisstraf vrijgelaten kunnen worden. Het regime weigert echter zijn vrijlating, hoewel de politieke gevangene aan meerdere ziekten lijdt, die in de gevangenis niet voldoende behandeld worden. Zijn familie is ernstig bezorgd over zijn slechter wordende gezondheid. Hij lijdt waarschijnlijk aan prostaatkanker en hij dreigt door een onbehandelde oogziekte blind te worden.

Na meerdere petities van mensenrechtenactivisten en EU parlementariërs heeft de Europese Unie eind juni de vrijlating van  Kamal Foroughi geëist. De reactie van de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en Veiligheidsbeleid  Mogherini op een parlementaire vraag is als volgt:

“De gevangenzetting van Kamal Foroughi is  bekend bij de hoge vertegenwoordigster/vicepresident, de kwestie is voor de EU reden voor grote bezorgdheid.  Het thema werd aan Iraanse zijde regelmatig ter sprake gebracht. De EU heeft opgeroepen de heer Foroughi op humanitaire gronden vrij te laten, en op de noodzaak gewezen, hem  met het oog op zijn verslechterende gezondheid adequate medische zorg te verlenen. De EU zal de zaak verder opmerkzaam observeren en iedere gelegenheid aangrijpen, Iran aan te spreken…“

De UN werkgroep heeft in haar advies vastgesteld, dat Iran met de opsluiting van Kamal Foroughi de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR) schendt. De werkgroep riep het regime van Iran op, Foroughi direct vrij te laten, omdat voor hem onherstelbare schade aan zijn gezondheid en zijn lichamelijke en geestelijke constitutie dreigt.

Het  UN panel van experts verklaarde o.a..:
„Er is geen enkele legitieme reden, een oude en zieke man, die reeds zes jaar van zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten, welke met voorbijgaan aan zijn mensenrechten werd opgelegd, langer gevangen te houden en hem de mogelijkheid te onthouden de rest van zijn leven bij zijn familie door te brengen. De werkgroep roept de regering op, Foroughi onmiddellijk vrij te laten, en ervoor te zorgen dat hij na zijn vrijlating de noodzakelijke medische hulp krijgt.”

De UN werkgroep kwam bovendien tot de conclusie, dat de willekeurige opsluiting van Foroughi met zijn dubbele nationaliteit samenhangt: „Foroughi is om andere redenen doelwit geworden, onder andere wegens zijn “nationale en sociale herkomst” als persoon met een dubbele nationaliteit, vergelijkbaar met recente arrestaties van andere personen met een dubbele nationaliteit wegens vermeende vergrijpen tegen de nationale zekerheid.“

„De UNO Werkgroep Willekeurige Opsluiting verklaart  eenduidig: Iran moet Foroughi toestaan, naar zijn familie terug te keren. Er is geen enkele reden, het lijden van een oude man te verlengen, die helemaal niet in de gevangenis zou mogen zijn. ” zei Carla Ferstman, voorzitter van de mensenrechtenorganisatie REDRESS.

„Het vonnis luidt, dat Foroughi doelwit  werd vanwege zijn dubbele nationaliteit. De Britse regering moet zijn vrijlating eisen, evenals consulaire toegang voor hem en andere willekeurig opgesloten  Britten in Iran, en nauw met andere landen van de Europese Unie samenwerken, waarvan de staatsburgers op vergelijkbare wijze opgesloten zijn ,” voegde Ferstman toe.