19 december 2017-In Teheran is het proces in hoger beroep tegen de protestantse dominee Youcef Nadarkhani en drie leden van zijn gemeente begonnen. Voor hen dreigen hoge gevangenisstraffen, alleen vanwege hun christelijk geloof.

Volgens berichten van mensenrechtenkenners in Teheran is op 13. december het proces in hoger beroep begonnen tegen de protestantse dominee Youcef Nadarkhani (foto) alsmede drie leden van zijn gemeente, Mohammadreza Omidi, Yasser Mossayebzadeh en Saheb Fadaie. De vroegere moslims, die het christelijke geloof aangenomen hebben, werden in juli tot elk tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Nadarkhani en Omidi werd daarbovenop twee jaar verbanning na de gevangenschap opgelegd.  Als ballingsoord werd de plaats Nikshahr in het uiterste zuiden van Iran, ca. 2000 Kilometer van hun woonplaats, genoemd.

De uit de noord Iraanse stad  Rasht stammende christenen werden aangeklaagd wegens vermeend “Gevaar voor de staatsveiligheid”. De grond voor de veroordeling is hun overgang naar het christendom en hun actieve betrokkenheid bij huiskerken.

Omidi, Mossayebzadeh en Fadaie werden al in 2016 tot 80 zweepslagen veroordeeld omdat ze tijdens een avondmaalsviering wijn gedronken hadden. De straf werd tot nog toe niet voltrokken. Alcoholgebruik is in Iran voor christenen toegestaan, voor moslims echter strafbaar,  christelijke bekeerlingen gelden voor de wet als moslims, omdat het islamitisch recht in Iran afvalligheid van de islam verbiedt.

Dominee Nadarkhani werd wereldwijd bekend toen een revolutionair gerecht hem in 2010 wegens  „afvalligheid van de islam“ ter dood veroordeelde. Daarop volgde een internationale golf van protest. In 2012 mocht Nadarkhani de gevangenis verlaten. Hij werd echter ondertussen steeds  weer opgepakt en onder druk gezet , omdat hij zijn gemeenschapswerk niet opgaf.

De minister-president van Saarland, (Duitsland)  Annegret Kramp-Karrenbauer (foto) , zet zich voor dominee Nadarkhani in. Zij heeft sinds 2011 een politiek peetschap voor de toen ter dood veroordeelde dominee op zich genomen. De minister-president verklaarde:  Nadarkhani heeft geen strafbare handelingen gepleegd en bedreigt niet de veiligheid van Iran. „In tegendeel heeft hij slechts zijn recht op godsdienstvrijheid genomen,  dat zowel door de Iraanse grondwet als ook door bindende volkenrecht verdragen gegarandeerd wordt.“