Met de aanhoudende vervolging en bestraffing van leden van de christelijke minderheid schendt het Teheraanse regime het recht op vrijheid van religie, volgens welke bescherming en respect naar internationaal recht verplicht is.
Volgens berichten van mensenrechtenactivisten wordt de Iraniër Ali Amini (foto), die van de islam naar het christelijke geloof overgegaan is, al meer dan twee maanden gevangen gehouden in de noordwest Iraanse stad Tibriz. Deze vader van een gezin werd op 10 december 2017 op zijn werkplek door revolutie gardisten opgepakt.
Zijn arrestatie maakt deel uit van een verscherpte vervolgingscampagne van het regime in Iran, die zich speciaal richt op christenen die daarvoor moslim waren. Zij zijn voortdurend blootgesteld aan willekeurige gevangenname en bestraffing. Begin februari hebben vier mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties zich bezorgd geuit over de vervolging van christenen in Iran en eerlijke en transparante processen voor aangeklaagde christenen verlangd. Zij hebben berichten over meerdere gevallen ontvangen, volgens welke aanhangers van de christelijke minderheid zware straffen opgelegd kregen, omdat ze beschuldigd werden van “Bedreiging van de nationale veiligheid”, omdat zij het evangelie verkondigd hebben of aan bijeenkomsten in huiskerken deelgenomen hebben.
De experts verlangden de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van allen die wegens gebruikmaking van hun recht op vrijheid van religie en geloof in Iran opgesloten zijn.
Een van hen, de Iraanse christen Naser Navard Gol-Tapeh (foto), is in de Teheraanse Evin gevangenis aan zijn tienjarige gevangenisstraf begonnen.
Naser Navard Gol-Tapeh en drie christenen uit Azerbeidzjan werden in juni 1017 in Teheran tot elk tien jaar gevangenisstraf veroordeeld, de drie Azerbeidzjanen bij verstek. De vier christenen werden beschuldigd van overgang van islam naar christendom en “bedreiging van de staatsveiligheid” door missiewerk. De vier veroordeelden hebben beroep tegen de uitspraak aangetekend.
Alle beroepen werden in november 2017 afgewezen. De vier mannen werden juni 2016 in Teheran gearresteerd, waar zij bevriende christenen bezochten. Zij werden tot eind oktober in de Evin gevangenis opgesloten, waarvan twee maanden in isoleercellen. Nadat alle vier mannen na betaling van hoge borgsommen vrijgelaten waren, mochten de drie Azerbeidzjanen in november 2016 naar hun thuisland terugreizen. Wanneer zij niet naar Iran terugkeren, kunnen zij de opgelegde gevangenisstraf ontlopen.
Sinds mei 2017 werden volgens berichten minstens twaalf christenen in Iran tot gevangenisstraffen van 10 tot 15 jaar veroordeeld. Met deze veroordelingen, die alleen op grond van het christelijke geloof geveld werden, heeft de Iraanse justitie opnieuw het recht op vrijheid van geloof veronachtzaamd, terwijl Iran zich met de ondertekening van het Internationale Pakt over Burgerlijke en Politieke rechten verplicht heeft, deze te beschermen en te respecteren.