Wij maken hierbij bekend dat 197 leden van het Europees Parlement een gezamenlijke verklaring hebben opgesteld ter ondersteuning van de volksopstand in Iran voor democratische verandering. De ondertekenaars, onder wie verscheidene vicepresidenten van het parlement en voorzitters van commissies en delegaties, komen uit alle politieke partijen en groeperingen in het Europees Parlement.
De opstand, die op 28 december begon en bijna 2 weken duurde, schokte Iran. Er vonden demonstraties plaats in alle 31 provincies in Iran en in ruim 140 steden. Het Iraanse volk, en met name de jongere generatie, heeft duidelijk gemaakt dat ze de islamitische fundamentalistische heerschappij beu zijn en een ander regime willen. Velen scandeerden ‘weg met de dictator’, ‘weg met Khamenei’ en ‘weg met Rouhani’. Vrouwen speelden een actieve rol bij de protesten.
Het regime reageerde met geweld. Duizenden mensen werden gearresteerd. Al 14 demonstranten hebben het leven gelaten als gevolg van martelingen. De mensenrechtensituatie is na de recente protesten verder verslechterd. Iran voert wereldwijd het hoogste aantal executies per hoofd van de bevolking uit en blijft daarmee doorgaan.
Wij veroordelen het gebruik van geweld tegen de weerloze demonstranten en roepen de EU en de regeringen van alle Europese landen op om effectieve maatregelen en bindende besluiten te nemen om het regime te dwingen de politieke gevangenen vrij te laten.
Wij maken ons zorgen over de lastercampagne van het Iraanse regime tegen Iraanse ballingen. Het lijkt erop dat het regime, nu het onder druk staat van opstanden, demonstraties en stakingen in het hele land, meer dan ooit de behoefte voelt om valse informatie te verspreiden tegen de oppositie teneinde hun activiteiten in te perken. Teheran mag niet de ruimte geboden worden om zijn beleid van repressie en intimidatie uit te breiden naar Europa, waar dissidenten en politieke vluchtelingen aandacht vragen voor de mensen- en vrouwenrechten in Iran.
Wij staan zeer kritisch tegenover het huidige beleid van de EU ten aanzien van Iran. Aan de mensenrechten in Iran mag niet getornd worden uit politieke overwegingen, handel of het nucleaire akkoord. Uitbreiding van politieke en economische betrekkingen met Iran dient afhankelijk te zijn van duidelijke vooruitgang op het gebied van mensenrechten, vrouwenrechten en een einde aan de executies.
Gérard Deprez, Europees Parlementslid
Minister van staat, België
Voorzitter van Friends of a Free Iran in het Europees Parlement