Internationale oproep: 50 bisschoppen uit Groot-Brittannië, onder wie Rowan Williams, voormalig aartsbisschop en geestelijk hoofd van de Kerk van Engeland, appelleren alle landen hun betrekkingen met het regime in Teheran afhankelijk te maken van een stop op de mensenrechtenschendingen, de executies en de vervolging van minderheden in Iran.
Aan de Grote manifestatie die plaatsvond in het laatste weekend van juni in Parijs, waar het ging over de mensenrechtenschendingen in Iran, hebben ook vertegenwoordigers van christelijke kerken uit verschillende landen meegewerkt. Naar aanleiding van deze meeting hebben meer dan 50 bisschoppen en 78 kerkleiders uit de Verenigde Staten de voortdurende mensenrechtenschendingen van het regime in Teheran veroordeeld. Zij riepen de internationale gemeenschap op, zich in te zetten voor een einde aan de vervolging van Christenen en andere religieuze minderheden in Iran. Tot de initiatiefnemers van deze oproep behoort Rowan Williams (foto), die tot 2013 de aartsbisschop van Canterbury was en daarmee geestelijk hoofd van de Kerk van Engeland.
Het regime in Teheran behoort tot de ergste Christenvervolgers in de wereld. Van die vervolging zijn vooral Christenen met een moslimachtergrond de dupe; zij zijn voortdurend blootgesteld aan willekeurige gevangenneming en bestraffing. Door hun actieve medewerking in hun gemeentes worden deze Christenen met de beschuldiging “In gevaar brengen van de Staatsveiligheid” gearresteerd, aangeklaagd en veroordeeld tot langdurige gevangenisstraffen.
Rowan Williams en de andere kerkleiders roepen alle landen in hun oproep op, hun betrekkingen met het regime in Teheran afhankelijk te maken van een einde aan de mensenrechtenschendingen, executies en vervolging van minderheden in Iran.
In de oproep staat onder meer:
“ Het wordt tijd, opmerkzaam te worden op de nood van de Iraniërs, in het bijzonder de daar levende religieuze minderheden. Al vele jaren lang lijdt de gehele bevolking van Iran onder de religieuze dictatuur; vooral de religieuze minderheden worden verdrukt en vervolgd.
Het regime werd al niet minder dan 64 maal veroordeeld door verschillende instanties van de Verenigde Naties wegens haar ontzettende mensenrechtensituatie … De meerderheid van getroffenen van die mensenrechtenschendingen door het regime bestaat uit Sji-itische Moslims. Maar ook degenen die behoren tot een religieuze minderheid, zoals Christenen, Joden, Soennitische Moslims en aanhangers van andere geloofsrichtingen, worden vanwege hun persoonlijk geloof vervolgd.”
In de oproep wordt verwezen naar het Iran-bericht dat de VN Secretaris Generaal António Guterres op 26 februari 2018 voorlegde aan de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Daarin staat onder meer: “Wat betreft de situatie van de religieuze en etnische minderheden, aan wie nog meer beperkingen opgelegd zijn, werd er geen verbetering geconstateerd. De Secretaris Generaal maakt zich nog meer zorgen omtrent berichten over aanhoudende mensenrechtenschendingen en discriminatievoorvallen, die begaan worden ten opzichte van etnische en religieuze minderheden.”
De kerkleiders herinneren eraan in hun oproep, dat de Islam – in tegenstelling tot de radicale preken van Islamitische extremisten, inclusief het Iraanse regime – een Abrahamitische godsdienst is, die zich tolerant opstelt ten opzichte van aanhangers van andere godsdienstige richtingen en zich inzet voor een vreedzaam samenleven met alle rassen, geslachten en volkeren.
In de oproep staat verder dat de mensen in Iran door de burgerprotesten in het hele land hebben getoond, dat zij de in de naam van de Islam heersende theocratie afwijzen en naar een democratische verandering in hun land verlangen. “Onder deze omstandigheden roepen we alle landen ertoe op, bij het aangaan van betrekkingen met Iran de daar heersende beklagenswaardige mensenrechtensituatie in acht te nemen, in het bijzonder de pijnlijke situatie van de religieuze minderheden. Wij verwachten van u, dat u elke verbetering van uw relatie met Iran laat afhangen van een einde aan de onderdrukking van minderheden en aan het stoppen van de executies.”