21 aug 2018 In reactie op de toenemende burgerprotesten in het land verscherpt het regime in Teheran de jacht op verdedigers van mensenrechten. Uit verschillende steden in Iran worden arrestaties gemeld.

In Iran betalen verdedigers van mensenrechten een hoge prijs voor hun moed. Ze worden door het regime met alle middelen opgejaagd. De verdedigers van mensenrechten maken melding van schending van de grondrechten in hun land. Ze staan in contact met internationale organisaties voor mensenrechten en met de media, om ze kennis te stellen over wat er in Iran gebeurt, met de bedoeling om concrete hulp te verkrijgen. In het bijzonder de jeugd maakt gebruik van het internet om het publiek in te lichten over mensenrechtenschendingen.

Als reactie op de toenemende burgerprotesten in het land heeft het regime in Teheran de jacht op verdedigers van mensenrechten verder opgevoerd. Uit verschillende steden in Iran worden arrestaties van mensenrechtenactivisten gemeld. Ze worden geïsoleerd, zonder contact met de buitenwereld, voor hun vreedzaam mensenrechtenwerk vastgehouden in martelgevangenissen. Vele van de gearresteerden werden wegens, naar men zegt, “staatsvijandige activiteiten” aangeklaagd en door de revolutionaire gerechtshoven tot langjarige gevangenisstraffen en wrede lijfstraffen veroordeeld.

Mensenrechtenverdediger in de gevangenis met zweepslagen gestraft

Op 5 augustus werd de mensenrechtenactivist Mohammad Mozaffari (foto rechts) in de Evin-gevangenis in Teheran met 74 zweepslagen gestraft. Hij werd in mei tot twee jaar gevangenisstraf en zweepslagen veroordeeld, omdat hij informatie over de toestand van de mensenrechten in Iran en de omstandigheden, waarin politieke gevangenen verkeren, naar buiten had gebracht. Sinds 18 juni zit hij in de Evin-gevangenis.

Het straffen d.m.v. zweepslagen behoort tot de wrede, onmenselijke en mensonwaardige straffen, die onder het volkenrecht verboden zijn. Ze gaan in tegen het internationale verbod op marteling en andere mishandeling. Het regime in Iran houdt toch vast aan het gebruik van lijfstraffen en verklaart daarmee onmenselijkheid en bruutheid tot wet.

Opgesloten wegens vreedzaam mensenrechtenwerk

De mensenrechtenactivist Nader Afshari (foto) werd op 1 augustus tijdens een burgerdemonstratie in de stad Karaj, niet ver van Teheran, gearresteerd en gedurende twee weken gevangen gehouden in een Huis van Bewaring van de geheime dienst. Op 14 augustus werd hij voorlopig in vrijheid gesteld. Deze verdediger van mensenrechten was al op 1 februari gearresteerd en daarna een aantal  weken in de Evin-gevangenis vastgezet. Wegens zijn betrokkenheid bij de verdediging van mensenrechten dreigt hem een langjarige gevangenisstraf.


Op 10 augustus werd de mensenrechtenactivist Mohammad Davari (foto) in de stad Yasouj , in het zuidwesten van Iran, in zijn ouderlijk huis gearresteerd. De 26-jarige student politieke wetenschappen werd in de centrale gevangenis van Yasouj gevangen gezet. Mohammad Davari zat in maart al een korte tijd in de gevangenis, omdat hij aan de burgerprotesten tegen het regime had deelgenomen. Vanwege zijn medewerking aan deze protesten beschuldigt de justitie van het regime hem van “het in gevaar brengen van de staatsveiligheid”.

De mensenrechtenverdediger Farhad Meysami (op de foto bovenaan met de mensenrechtenadvocaat Nasrin Sotoudeh, die ook werd gearresteerd) werd op 31 juli aangehouden. Hij wordt vastgehouden in vleugel 209 van de Evin-gevangenis, die wordt gecontroleerd door de geheime dienst.

De 48-jarige arts heeft in de laatste jaren steeds weer deelgenomen aan nachtwaken en petities voor de vrijlating van politieke gevangenen. Sinds zijn arrestatie wordt contact met zijn familie en advocaat verhinderd.