Ebrahim Firouzi zit sinds 2013 in de gevangenis omdat hij christen geworden is en actief betrokken is bij zijn geloofsgemeenschap. Als extra represaille wordt hem benodigde medische zorg onthouden.
Volgens berichten van mensenrechtenactivisten wordt de gevangen Ebrahim Firouzi (foto), die in Iran gevangen zit om zijn christelijk geloof, door de gevangenisleiding almaar medische zorg onthouden die hij wel nodig heeft. De 33-jarige gevangene lijdt al lange tijd aan ernstige kiespijn, die is overgegaan naar zijn kaken en zijn onderste gelaatshelft; het is zo erg dat hij nu nog nauwelijks meer kan eten. Zijn gezondheidstoestand is in de jaren van gevangenschap zo verslechterd, omdat hem steeds de benodigde medische zorg werd onthouden.
Ebrahim Firouzi heeft al meer dan zes jaar in de gevangenissen van het Teheraanse regime doorgebracht. Er wordt hem verweten dat hij het christelijk geloof heeft aangenomen en dat hij missionaire activiteiten heeft ontplooid. Daarvoor werd hij sinds 2010 al driemaal tot celstraf veroordeeld. Hij wordt momenteel vastgehouden in de Rajai-Shar gevangenis in Karaj, een stadje in de buurt van Teheran.
Na zijn eerste gevangenneming en veroordeling in 2010 werd Ebrahim Firouzi in maart 2012 opnieuw opgepakt, ditmaal met de aanklacht: “de poging een website te maken waarop de christelijke leer verbreid wordt”. Er werd een nieuwe aanklacht wegens “staatsvijandige propaganda” tegen hem aangevoerd, waarvoor hij voor een Revolutionaire rechtbank werd veroordeeld tot een jaar gevangenis en twee jaar verbanning binnen Iran.
Daar Ebrahim Firouzi verder actief bleef in zijn christelijke gemeente, werd hij in september 2013 opgesloten om zijn celstraf uit te zitten. Sindsdien verkeert hij zonder onderbreking in gevangenschap.
In 2015 had Ebrahim Firouzi eigenlijk vrijgelaten moeten worden, maar in april 2015 veroordeelde een Revolutionaire rechtbank de gevangene vanwege zijn missionaire activiteit tot 5 jaar celstraf. Hij kreeg het verwijt “een groep gevormd te hebben met het doel de nationale veiligheid in gevaar te brengen”. Het beroep van de gevangene tegen dit vonnis werd in het voorjaar van 2017 afgewezen, zodat Ebrahim Firouzi nu tot januari 2020 in de cel moet blijven. Daarna wordt hij binnen Iran naar de plaats Sarbaz, in de zuidoost Iraanse provincie Sistan-Baluchestan gebracht, waar hij twee jaar in ballingschap moet gaan doorbrengen.
De herhaaldelijke aantijgingen tegen Firouzi wegens aangegeven staatsvijandige activiteiten zijn een overtreding van artikel 7 van het Internationaal Pact voor Burgerlijke en Politieke Rechten. Dit Pact is geratificeerd door Iran in 1975, en daar staat in: “Niemand mag opnieuw voor een strafbaar feit worden aangeklaagd of veroordeeld, waarvoor hij al voor de wet en de regels voor strafvervolging van het betreffende land was veroordeeld of vrijgesproken”.
Onder het Islamitisch bewind in Iran worden er steeds weer christenen aangeklaagd wegens hun actieve medewerking in hun gemeente met de holle aantijging “gevaar vormend voor de staatsveiligheid”, en tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Het regime heeft zich erop toegelegd, alle invloeden die een gevaar zouden kunnen vormen voor hun machtspositie – ook christelijke – te onderdrukken.