In een open brief eisen 121 Nobelprijswinnaars de vernietiging van de ter dood veroordeling van de Iraanse medicus Dr. Ahmadreza Djalali en zijn onmiddellijke invrijheidstelling. De wetenschapper werd in Iran ter dood veroordeeld, omdat hij geweigerd had voor de Iraanse geheime dienst te spioneren.

De internationale bemoeienis met de in Iran ter dood veroordeelde wetenschapper Dr. Ahmadreza Djalali wordt groter. Op initiatief van professor Richard Roberts (foto), aan wie in 1993 de Nobelprijs voor geneeskunde werd verleend, hebben 121 Nobelprijswinnaars, in een open brief, de vrijlating van de in Teheran opgesloten medicus geëist.

De Nobelprijswinnaars wezen 9 december op het feit, dat Ahmadreza Djalali in een oneerlijk proces werd veroordeeld.  De gezondheidstoestand van de gevangene verslechterde zienderogen. Volgens berichten moest Ahmadreza Djalali op 18 november in een ziekenhuis een spoedoperatie ondergaan, maar werd een dag later al weer naar de gevangenis teruggebracht, waar hij onvoldoende wordt behandeld.

De 46-jarige Ahmadreza Djalali, die vele jaren met zijn familie in Zweden woonde, was wetenschapper en docent geneeskunde, op het gebied van hulp bij ongelukken, bij Europese universiteiten. Hij heeft gewerkt bij het Zweedse Karolinska-Instituut, als ook aan universiteiten in Italië en België.

Sinds het einde van april 2016 wordt hij onrechtmatig in de Evin gevangenis in Teheran gevangen gehouden. De justitie van het regime in Teheran beweert, zonder daar een bewijs van over te leggen, dat Ahmadreza Djalali voor Israël gespioneerd heeft.  Daarvoor werd hij in oktober 2017 door een revolutionair gerechtshof ter dood veroordeeld. Over een door hem aangetekend beroep tegen dit oordeel is tot op heden nog geen beslissing genomen.

Ahmadreza Djalali met zijn echtgenote Vida Mehrannia en zijn twee kinderen voor zijn arrestatie (foto).

Ahmadreza Djalali wijst de aanklacht van spionage met nadruk af, deze aanklacht is bedacht om hem te straffen. De echte reden voor zijn veroordeling ligt in het feit dat hij geweigerd had om voor de geheime dienst te spioneren.  In een brief onthulde de medicus dat er bij hem, in het jaar 2014, door de geheime dienst van het regime in Teheran op werd aangedrongen om geheime informatie uit EU-landen aan hen door te spelen. Het betrof informatie over programma’s van deze landen op het gebied van terrorismebestrijding en aanvallen met massavernietigingswapens, geheime instructies en wetenschappelijk onderzoek in verband met terrorisme- en crisisaanpak.

Ahmadreza Djalali meldt dat hij dit nadrukkelijk verzoek categorisch heeft afgewezen en heeft uitgelegd dat hij een wetenschapper en geen spion is. Zijn latere arrestatie en veroordeling zijn een vergelding vanuit de Iraanse geheime dienst.

Verdedigers van mensenrechten wijzen erop dat dit geval overeenkomt met dat van andere Iraanse wetenschappers, die contacten hebben met westerse universiteiten, ook deze werden ook op valse beschuldigingen veroordeeld tot gevangenisstraffen, omdat zij weigerden met de geheime dienst van Iran samen te werken.  Zo zat de natuurkundige Omid Kokabee vijf jaar lang in Teheran in de gevangenis, omdat hij niet bereid was met het Iraanse atoomwapenprogramma mee te werken. De econoom Hamid Babaei werd in Iran tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij weigerde zijn collega’s in België te bespioneren.