Het regime van Teheran verscherpt de onderdrukking jegens de religieuze minderheden. Mensenrechtenactivisten eisen de directe vrijlating van alle gevangenen die alleen gevangen zitten omdat zij gebruik gemaakt hebben van hun recht op vrijheid van geloof.

Tot de Christenen die wegens hun geloof gevangenisstraf boven het hoofd hangt, behoren Shapoor Jozi, Parastou Zariftash en Payam Kharaman (op de foto van links naar rechts).

Volgens berichten van mensenrechtenactivisten, in het zuidwestelijke Iraanse stadje Bushehr, werden de vonnissen opgelegd aan zestien christenen bevestigd door de rechters in hoger beroep. De 16 voormalige Moslims werden alleen daarom veroordeeld omdat zij zich bekeerd hebben tot het Christendom. Twaalf van hen zitten nu een jaar in de gevangenis, en anderen moeten vijf maanden zitten.

De zestien vrouwen en mannen, die zich in Christelijke huisgemeentes voor erediensten verzameld hadden, waren in april 2015 in Bushehr gearresteerd. Tijdens razzia’s in hun woningen werden talrijke Bijbels en christelijke publicaties in beslag genomen. De christenen werden toen voorlopig vrijgelaten na betaling van een borgsom, en aangeklaagd wegens vermeende “propaganda tegen het regime”.

Een Revolutionaire rechtbank velde in juni 2018 het gevangenisvonnis. In april 2019 werd bekend dat het hoger beroep, die de Christenen hiertegen hadden ingesteld, was afgewezen.

Eén van de veroordeelde Christenen, Payam Kharaman, meldde dat hij na zijn arrestatie in 2015 drie maanden lang verhoord was. De Christenen zouden zijn geïntimideerd en onder druk gezet, opdat zij niet met de media of met mensenrechtenorganisaties over de arrestaties zouden spreken.

De arrestaties en de gevangenisstraffen tegen Christenen zijn onderdeel van een vervolgingscampagne van het regime in Iran, die zich in het bijzonder richt tegen Christenen die eerst Moslims waren. Het regime verscherpt – met minachting van zijn volkenrechtelijke verplichtingen – de onderdrukking van religieuze minderheden. Mensenrechtenactivisten eisen directe vrijlating van alle gevangenen die louter vastzitten omdat zij gebruik gemaakt hebben van hun recht op vrijheid van godsdienst.