Met de voortdurende vervolging van de religieuze minderheid van de Bahai overtreedt het regime in Teheran de internationale Mensenrechtenconventie. Vrijheid van godsdienst is een fundamenteel recht, waarop ieder mens een beroep kan doen.
De religieuze gemeenschap van de Bahai is in Iran bovendien het doelwit van opruiing, discriminatie en vervolging. Volgens berichten van mensenrechtenorganisaties werden begin mei in de zuidwestelijke stad Busher zeven leden van de religieuze minderheid, waaronder vier vrouwen, uitsluitend wegens hun geloof tot in totaal 21 jaar gevangenis veroordeeld. Ze werden beschuldigd van “propaganda tegen de staat”.
De veroordeelden zijn Asadollah Jaberi en zijn vrouw Ehteram Sheikhi, evenals Minou Riazati, Emad Jaberi, Farideh Jaberi, Farokhlagha Faramarzi en Pouneh Nasheri (foto). Zij werden allen tot drie jaar cel veroordeeld.
De leden van de Bahai-gemeente uit Busher werden op 13 februari 2019 gearresteerd en in maart tegen betaling van een borgsom voorlopig vrijgelaten. Terwijl ze vast zaten werden hun woningen en werkplekken doorgezocht en persoonlijke zaken zoals computers, boeken en privé fotoalbums in beslag genomen.
Ook in de stad Kerman in centraal Iran staan sinds eind april vier Bahai voor de rechter. De vier mannen, Amrollah Khaleghian, Ehsanollah Amirinia, Nima Rajabzadeh en Arman Bondi-Amirabad, dreigen eveneens vijf jaar celstraf te krijgen.
De vier leden van de Bahai-gemeente uit Kerman werden in december 2016, respectievelijk 2017 aangehouden en tot mei 2017 in de gevangenis vastgehouden. Na betaling van een borgsom werden ze daarna voorlopig vrijgelaten. Een Revolutionair Gerecht in Kerman veroordeelde ze in 2017 vanwege hun geloof tot ieder vijf jaar cel. De beroepsprocedure is eind april begonnen en is nog niet afgerond.
Met de voortdurende vervolging van de religieuze minderheid van de Bahai overtreedt het regime in Teheran de internationale Mensenrechtenconventie. De Bahai zijn de grootste niet Islamitische religieuze minderheid in Iran. De Universele Verklaring over de Mensenrechten houdt de vrijheid van meningsuiting en godsdienst is, waarop ieder mens een beroep kan doen. In Iran zijn religieuze minderheden echter doelwit van de ernstigste schendingen van hun mensenrechten.
Het Islamitische regime heeft zich erop toegelegd, alle invloeden die hun machtspositie in twijfel trekken, te onderdrukken. Leden van de Bahai-gemeenten worden steeds weer met gekunstelde beschuldigingen als “propaganda tegen de staat” of “in gevaar brengen van de staatsveiligheid’, aangehouden, in staat van beschuldiging gesteld en tot lange celstraffen veroordeeld.
Scholieren met het Bahai-geloof worden niet toegelaten tot universitaire studies of, als de toelating toch lukt, weer uitgesloten als ze niet bereid zijn zich te bekeren tot de Islam. Naast de universiteit zijn de Bahai ook uitgesloten van aanstelling in staatsdienst. Steeds vaker worden kooplui uit de Bahai-gemeenschap door het regime gedwongen hun zaken te sluiten, en daarmee van hun bestaansgrond beroofd.