16 Augustus 2019 – Iran behoort tot die landen waar pers- en informatievrijheid ernstig worden geschonden. Onder voorwendsel van het in gevaar brengen van de nationale veiligheid worden journalisten vervolgd, zodat een onafhankelijke berichtgeving, over wat er in het land aan de hand is. wordt verhinderd.
In Iran gaan de arrestaties van journalisten, die kritisch staan t.a.v. het regime, maar door. De internet-journaliste en verdedigster van burgerrechten, Asal Mohammadi (foto), werd op 4 augustus in Teheran aangehouden en in de Evin gevangenis opgesloten.
Asal Mohammadi werkt voor het online-blad Gam, dat verslag doet van de protesten van vakbonden en van stakingen. Ze werd voor het eerst aangehouden op 8 december 2018, nadat het online-blad berichten over arbeidsonlusten in de provincie Khuzestan, in het zuidwesten van Iran, had verspreid.
Er werd een strafvervolging tegen haar ingesteld op grond van het zogenaamde “in gevaar brengen van de nationale veiligheid”. Op 5 januari 2019 werd Asal Mohammadi, na betaling van een borgsom, voorlopig in vrijheid gesteld.
De journalisten Amirhossein Mohammadifar, Sanaz Alahyari en Amir Amirgholi (op de foto v.r.n.l.), die ook voor het online-blad Gam werken, worden al sinds januari 2019, op uit de lucht gegrepen beschuldigingen, In de Evin gevangenis van Teheran vastgehouden, ze hebben geen toegang tot rechtsbijstand.
Sanaz Alahyari en Amirhossein Mohammadifar hebben in juli, d.m.v. een hongerstaking, tegen hun onrechtmatige gevangenhouding en tegen de vervolging van vakbondsleden door het regime in Teheran, geprotesteerd.
Amnesty International eiste al in juli de onmiddellijke en onvoorwaardelijke invrijheidstelling van Amir Amirgholi, Sanaz Alahyari en Amirhossein Mohammadifar, omdat zij geweldloze politieke gevangenen zijn, die, alleen op grond van de vreedzame gebruikmaking van hun recht op vrije meningsuiting, zijn gearresteerd.
In een Urgent Action van Amnesty International van 17.07.2019 is er o.a. sprake van:
Sanaz Alahyari en haar echtgenoot Amirhossein Mohammadifar werken voor het online-tijdschrift Gam en berichten over vragen aangaande sociale rechtvaardigheid en over het thema arbeidsrecht. Ze werden op 9 januari 2019 gearresteerd en in afdeling 209 van de Evin gevangenis, die ter beschikking staat van het ministerie van de geheime dienst, opgesloten. Daar brachten zij enige tijd door in isolatie, tot Sanaz Alahyari naar de vrouwenafdeling en Amirhossein Mohammadifar naar afdeling 4 van de Evin gevangenis werden overgeplaatst. Tot hun verplaatsing werden ze beiden zonder aanwezigheid van rechtsbijstand verhoord. Hun familieleden werd medegedeeld dat zij hun rechtshulp moesten kiezen uit een lijst van advocaten, die door het hoogste justitieorgaan was goedgekeurd. Ze weigerden echter om deze beperking te accepteren.
Volgens informatie werd Sanaz Alahyari, tijdens haar verblijf in afdeling 209 van de Evin gevangenis, in een donkere cel opgesloten, waarin geen daglicht doordrong. Ze moest op de kale bodem slapen. Door omstandigheden, die Amnesty niet kon achterhalen ging haar bril stuk. De autoriteiten weigerde haar een vervanging. Pas 20 dagen na haar aanhouding mocht Sanaz Alahyari bezoek van haar bloedverwanten ontvangen. Bij dat bezoek werden zij door een glaswand van elkaar gescheiden. Bij hun tweede bezoek in maart 2019 stelden de verwanten vast dat haar ogen sterk opgezwollen waren. Sedertdien heeft de journaliste verdere problemen met haar gezondheid gekregen. Al voor het begin van haar hongerstaking leed zij aan maagpijen en een sterk beven van haar handen en benen. Bovendien was haar gewicht met 10 kg afgenomen. (…)
Op 29 april 2019 werden Sanaz Alahyari, Amirhossein Mohammadifar en Amir Amirgholi afzonderlijk door het Openbaar Ministerie over de tegen hen ingebrachte aanklachten geïnformeerd. Daaronder vallen „vergadering ter samenzwering tegen de veiligheid van de natie “, „Verspreiden van propaganda tegen het systeem “, „Verspreiden van leugens “ maar ook „Lidmaatschap van een groep, die werd opgericht met het doel om de nationale veiligheid te verstoren“. De aanklachten tegen de journalisten zijn uitsluitend gebaseerd op hun berichtgeving over de arbeidsonlusten, die plaats vonden bij de suikerrietfabriek van Haft Tappeh , waar het ging over uitbetaling van achterstallig loon en betere arbeidsomstandigheden. Ze hebben op vreedzame wijze gebruik gemaakt van hun recht op vrije meningsuiting, vrije vereniging en vrije vergadering. De journalisten wacht nu een proces dat plaats zal vinden in afdeling 28 van het Revolutionaire Gerechtshof in Teheran.
Iran behoort tot die landen waar pers- en informatievrijheid ernstig worden geschonden. Onder voorwendsel van het in gevaar brengen van de nationale veiligheid worden journalisten vervolgd, zodat een onafhankelijke berichtgeving, over wat er in het land aan de hand is. wordt verhinderd. Het recht op vrijheid van informatie wordt systematisch geschonden. Verdedigers van mensenrechten eisen de onmiddellijke invrijheidstelling van allen, die door hun journalistieke werk of het gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting en de vrijheid van het woord in Iran gevangen zijn gezet.