24 september 2019 – Het werken voor de mensenrechten heeft succes: In een partij overstijgend besluit over de toestand in Iran veroordeelt het parlement van de EU de toenemende mensenrechtenschendingen, de systematische martelingen in de gevangenissen en het steeds maar weer voltrekken van de doodstraf. In het bijzonder wordt er van het Iraanse regiem geëist dat de vervolging van vrouwen- en mensenrechten¬verdedigers ophoudt.

Het Europese Parlement heeft op 19 september een door alle fracties ondersteunde motie aanvaardt, waarin de mensenrechtenschendingen in Iran, met name de vervolging van vrouwen- en andere mensenrechtenbeschermers met nadruk wordt veroordeeld. Het EU-Parlement veroordeelt met kracht ook de voltrekking van de doodstraf, met name die m.b.t. jeugdige delinquenten en roept de Iraanse overheid op om de doodstraf af te schaffen.

Europese parlement

In Iran, zo staat het in de motie, worden mensenrechtenverdedigers, journalisten, advocaten, milieubeschermers, vakbondsleden en  online-activisten wegens hun werk nog steeds aan pesterijen, willekeurige arrestaties, detentie en vervolging blootgesteld en betrokkenheid met mensenrechten wordt als misdaad aangemerkt.

Het EU-Parlement „waardeert en ondersteunt de Iraanse mensenrechtenactivistes, die zich ondanks problemen en consequenties voor hen zelf, blijven inzetten voor de mensenrechten,“ en eist, dat „alle mensenrechtenactivisten, die alleen maar gearresteerd en veroordeeld werden, omdat zij van hun recht op een vrije mening en vreedzame vergadering gebruik gemaakt hebben,  in vrijheid worden gesteld“.

In de motie wordt erop gewezen dat, volgens talrijke berichten, er in met name de Evin gevangenis in Teheran sprake is van onmenselijke en mensonwaardige omstandigheden, en dat men tijdens zijn gevangenschap geen passend gebruik mag maken van medische verzorging, hetgeen in strijd is met de minimum grondregels van de Verenigde Naties voor de behandeling van gevangenen.

Het EU-Parlement „veroordeelt, dat gevangenen in Iran steeds weer bewust de medische verzorging wordt onthouden en veroordeelt ook de systematische marteling in de Iraans gevangenissen en eist dat marteling en mishandeling onvoorwaardelijk beëindigd worden“.

Vervolging van vrouwenrechtenactivisten moet ophouden!

De motie van het EU-Parlement gaat er vooral over dat Iraanse revolutionaire rechtbanken sinds enige maanden duidelijk hardere uitspraken doen over het vreedzame verzet van vrouwenrechtenactivistes.

Het EU-Parlement veroordeelt scherp de voortdurende onderdrukking van vrouwen die zich verzetten tegen de sluierplicht door het gebruikmaken van hun recht op een vrije mening en het recht om zich te verenigen in hun verzet tegen deze dwang. De overheidsorganen van Iran worden gemaand om de vrijheid van Iraanse vrouwen, om zich te kleden zoals zij willen, te respecteren.

Yasamin Aryani, Monireh Arabshahi en Mojgan Keshavar

In de motie worden o.a. de Iraanse Activistes Mojgan Keshavarz, Monireh Arabshahi en Yasaman Aryani (op de foto v.r.n.l.) genoemd, die in april 2019 werden gearresteerd na vertoning van online-video’s, waarin zij zonder hoofddoek te zien zijn en vreedzaam tegen de wettelijke sluierdwang protesteren.

Mojgan Keshavarz, Yasaman Aryani, Morineh Arabshahi en de vrouwenrechtenverdedigster Saba Kord-Afshari werden in augustus 2019 veroordeeld tot vrijheidsstraffen, die liggen tussen de 16 en 24 jaar. Hun gevangenisstraf hangt samen met het feit dat de vrouwen van hun recht op vrije meningsuiting en van vergadering gebruik gemaakt hebben om gendergelijkheid in Iran te bewerkstelligen.

Het EU-Parlement wijst er ook op dat meerdere vrouwenrechtenverdedigsters, Sepideh Gholian, Sanaz Allahyari, Asal Mohammadi, Marzieh Amiri en Atefeh Rangriz, tot lange gevangenisstraffen en zweepslagen werden veroordeeld.

In de motie manen de Europarlementariërs het regime in Iran om al deze vonnissen te vernietigen en genoemde activistes onmiddellijk en onvoorwaardelijk in vrijheid te stellen.

Het willekeurig opsluiten van EU-burgers met ook een Iraanse nationaliteit moet ophouden!

Bovendien bekritiseert het EU-Parlement dat: „steeds maar weer EU-burgers, die ook de Iraanse nationaliteit bezitten, gearresteerd worden, wat met langdurige eenzame opsluiting en langlopende verhoren gepaard gaat; het falen van een ordelijke rechtsgang en een eerlijk proces, als ook de lange gevangenisstraffen – die berusten op vage of niet nader omschreven aanklachten met betrekking tot “nationale veiligheid” of „spionage“– en met door de staat gefinancierde kwaadsprekerij tegen de gedetineerde personen.“

De motie vermeldt o.a. de medewerkster in een stichting, Nazanin Zaghari-Ratcliffe (op de foto met haar dochter), die zowel de Britse als de Iraanse nationaliteit heeft en die bij de Thomson Reuters stichting werkt. Ze zit sinds april 2016 onterecht in Iran gevangen.

Nazanin Zaghari

Dr. Ahmadreza Djalali

Ook Dr. Ahmadreza Djalali (foto), een in Iran geboren Zweedse wetenschapper en medicus, wordt genoemd. Hij wordt sinds april 2016 in de Evin gevangenis van Teheran vastgehouden en in oktober 2017 op grond van een gefingeerde aanklacht wegens spionage ter dood veroordeeld.

Het EU-Parlement eist de „onmiddellijke en onvoorwaardelijke invrijheidstelling van EU-burgers, die ook de Iraanse nationaliteit bezitten, zoals van Nazanin Zaghari-Ratcliffe, Ahmadreza Djalali, Kamal Ahmady, Kamran Ghaderi, Massud Mossaheb en Morad Tahbaz, die nu in Iraanse gevangenissen zijn gedetineerd, als hun processen niet, volgens internationale standaard, worden overgedaan“. Het parlement veroordeelt de steeds maar terugkerende praktijk van de Iraanse justitie om personen die een dubbele nationaliteit bezitten, van een EU-lidstaat en van Iran, na een oneerlijk proces op te sluiten.