Wees stem van hen die geen stem hebben
Wees stem van hen die geen stem hebben

Wees stem van hen die geen stem hebben

Iran onder de heerschappij van de geestelijken is een grote gevangenis voor alle Iraniërs, in het bijzonder voor de Christenen.
De Bijbel drukken in het Perzisch is verboden.
De kinderen van Christen geworden moslims worden geweigerd bij inschrijving aan scholen.
Onder de mullahs zijn veel Christelijke voorgangers vermoord.
Veel Christenen, Joden en Bahaï’s zijn gedwongen, Iran te verlaten.
Degenen die er nog blijven, hebben dagelijks te maken met pesterijen en velen worden vervolgd simpel wegens het uitoefenen van hun geloof.

Wees stem van hen die geen stem hebben

Bisschop Tateos Michaelian, Bisschop Haik HovsepianMehr en Dominee Mehdi Diba

Zij zijn allen vermoord in de jaren 1990 door agenten van het Ministerie van Inlichtingen, om te intimideren en om angst te veroorzaken bij alle Christelijke gemeentes in Iran.

Pastor Yousef Nadarkhani

De pastor werd in eerste instantie ter dood veroordeeld wegens evangelisatie, want hij had zich van de Islam afgekeerd en was Christen geworden. Maar de solidariteitscampagne ter verdediging van hem won, de aanklachten tegen hem werden veranderd, en zijn straf werd ver- minderd. Hij werd opnieuw gearresteerd afgelopen zomer, samen met drie ande- ren Christen bekeerlingen: Mohammed Reza Omidi, Mohammed Ali Mosayebza- deh en Zaman Fadaee. Zij kregen ieder 10 jaar gevangenisstraf voor het stichten van huisgemeentes en verspreiding van het Christendom. Nadarkhani kreeg er nog een straf bij: 2 jaar verbanning in een dorp 1200 km van zijn woonplaats af. En zijn kinderen mogen niet naar school.

Ebrahim Firouzi

De 30-jarige praktiserende Christen is meerdere keren gearresteerd en in de gevangenis gezet. Hij zit er nu omdat hij zich bekeerd heeft tot het Christendom. De Mullah’s zien dit als een “misdaad van evangelisatie” en “moet bestraft worden met de dood”. Zijn blinde, oude moeder, die lijdt aan een progressieve vorm van kanker, wordt verhinderd haar zoon te bezoeken. Ebrahim spreekt aldus over zijn geloof en verwachtingen: “Wij hebben allemaal het recht om te denken, te eren, en de kleding van eigen keuze te dragen, in overeenstemming met onze vrije wil.

Wij zouden niet moeten buigen voor de religieuze tirannie die op ons wordt gelegd door de regering”. “Heil aan hen die vriendelijk en vergevingsgezind zijn, want zij zullen op hun beurt worden vergeven”.

Anousheh Reza-Bakhsh

Wees stem van hen die geen stem hebben

In 2017 werd Anousheh Reza-Bakhsh gearresteerd, samen met haar zoon

Soheil Zargarzadeh Sani, een universiteitsstudent die in zijn vierde jaar psy- chologie zat. Zij werden naar de gevangenis in Urumiah gebracht in de provin- cie West-Azerbeidzjan. “Wanneer mensen bedenken hoe kort zij tijd hebben om samen te zijn, dan zal hun medeleven voor elkaar oneindig zijn”. Maryam Zargaran. Muzieklerares voor kinderen. Maryam werd bevrijd uit de gevange- nis na vele jaren internationale campagne die de Mullah’s onder druk zette.

“Ik heb de mooiste momenten van mijn leven gehad terwijl ik geconfronteerd werd met de hardste vormen van agressie. Ik voelde me soms zo eenzaam en had het idee dat niemand mij ooit zou vergezellen op dit moeizame pad. Ter- wijl de tijd voorbijging, begon ik te leren dat vele, vele harten en geesten mij de hele weg droegen.”

Het laatste getuigenis van Mehdi Dibaj is een buitengewoon document

Als Iraanse prediker van het evangelie van Jezus Christus werd hij gearres- teerd en bracht hij negen jaar door in een Iraanse gevangenis op beschul- diging van afvalligheid. Uiteindelijk werd hij in december 1993 door een islamitische rechtbank berecht, waarbij hij met grote moed de christelijke boodschap verdedigde voor de Ayatollahs. Onder druk van mensenrechten- organisaties werd Mehdi een maand later in januari 1994 vrijgelaten maar die vrijheid was van korte duur. Op 24 juni keerde hij terug van een conferentie om thuis de verjaardag van zijn dochter te kunnen vieren. Hij is nooit aange- komen voor het feest en op 5 juli vonden de autoriteiten zijn gemarteld en vermoord lichaam. Het islamitische leiderschap in Iran kon zo’n christelijke prediker niet laten overleven. Ze waren te bang voor de gevolgen voor de vernietiging van hun machtsbasis.

Laten we deze woorden vaak lezen. Ze zullen onze ruggengraat stalen. Laten we deze woorden vaak aan onze gemeenten voorlezen als we het hebben over God die ons uitkiest bij de verkiezing van genade. In zijn ne- gen eenzame jaren in de gevangenis werd Mehdi Dibaj sterk getroost door de waarheid van Gods soevereiniteit. Laten we deze woorden vaak citeren wanneer we prediken over de noodzaak die God ons heeft gegeven om, zonder angst voor de gevolgen, het Evangelie te verkondigen en getuigenis af te leggen van Jezus Christus aan alle mensen. Toen de columnist van de London Times deze woorden las werd hij daardoor zo aangegrepen, dat hij ze prominent in zijn column in het dagblad afdrukte en miljoenen het lazen. Mogen deze woorden nooit vergeten raken. Mogen wij aldus de herinnering aan een zeer dappere christen eren.

In de heilige naam van God die ons leven en bestaan is.

In alle nederigheid betuig ik mijn dank aan de Rechter van hemel en aarde voor deze kostbare gelegenheid, en met gebrokenheid wacht ik op de Heer om mij volgens Zijn beloften te verlossen van deze rechtszaak. Ik smeek de geëerde leden van de aanwezige rechtbank ook om geduldig te luisteren naar mijn verdediging en met respect voor de Naam van de Heer.

Ik ben een christen, een zondaar die gelooft dat Jezus aan het kruis gestor- ven is voor mijn zonden en mij zo door Zijn opstanding en overwinning over de dood gerechtvaardigd heeft voor de Heilige God. De ware God spreekt over dit feit in Zijn Heilig Woord, het Evangelie. ‘Jezus’ betekent Redder, ‘omdat Hij Zijn volk van hun zonden zal redden’. Jezus betaalde de straf voor onze zonden door Zijn eigen bloed en gaf ons een nieuw leven zodat we met de hulp van de Heilige Geest voor de eer van God kunnen leven en zo als een dam tegen corruptie, een kanaal van zegen en genezing kunnen zijn, be- schermd door de liefde van God.

Ten antwoord op deze goedheid heeft Hij mij gevraagd, mijzelf te verloo- chenen om in volledige overgave Zijn volgeling te zijn en niet voor mensen te vrezen, zelfs als ze mijn lichaam doden. Ik ben beschuldigd van ‘afvallig- heid’. De onzichtbare God die ons hart kent heeft ons christenen de verze- kering gegeven dat we niet onder de afvalligen zijn die zullen vergaan, maar onder de gelovigen, zodat ons leven gered zal worden. In de islamitische wet is een afvallige iemand die niet in God, de profeten of de opstanding van de doden gelooft. Wij christenen geloven in alle drie!

Ze zeggen: “Je was een moslim en je bent een christen geworden.” Nee, jarenlang had ik geen religie. Na zoeken en studeren aanvaardde ik Gods roeping en geloofde ik in de Heer Jezus Christus om het eeuwige leven te ontvangen. Mensen kiezen hun religie, maar een christen wordt gekozen door Christus. Hij zegt: “U hebt mij niet gekozen maar ik heb u gekozen.” Vanaf wanneer? Van voor de grondlegging van de wereld. Mensen zeggen: “Je was een moslim vanaf je geboorte.” God zegt: “Je was een christen vanaf het begin.” Hij verklaart dat Hij ons duizenden jaren geleden koos, zelfs vóór de schepping van het heelal, opdat wij door het offer van Jezus Christus de Zijnen kunnen zijn! Een christen is iemand die Jezus Christus toebehoort.

De eeuwige God, die het einde ziet vanaf het begin en die mij heeft ge- kozen om bij Hem te horen, wist van eeuwigheid wiens hart tot Hem zou worden aangetrokken en wie bereid zouden zijn hun geloof en eeuwigheid te verkopen voor een pot pap.

Al is de hele wereld tegen mij, ik weet dat de Almachtige God met mij is; al wordt ik een afvallige genoemd, ik weet dat ik de instemming heb van de God der ere.

De Almachtige God zal iedereen die Hij kiest opwekken en anderen neer- halen, sommigen aanvaarden en anderen afwijzen; sommigen naar de he- mel zenden en anderen naar de hel. Welnu, omdat God doet wat Hij wenst, wie kan ons scheiden van de liefde van God? Of wie de kan band tussen de Schepper en het schepsel vernietigen.

Onze toevlucht is de troon der genade van God die vanaf het begin verhe- ven is! Ik weet in wie ik heb geloofd en Hij is in staat om te bewaren wat ik hem tot het einde heb toevertrouwd, totdat ik het Koninkrijk van God bereik, de plaats waar de rechtvaardigen schijnen als de zon, maar waar de boos- doeners hun straf in het hellevuur zullen ontvangen.

Ze zeggen mij: ‘Keer terug!’ Maar naar wie kan ik terugkeren vanuit de armen van mijn God? Is het juist om te accepteren wat mensen zeggen in plaats van het Woord van God te gehoorzamen? Sinds 45 jaar wandel ik nu met de God die wonderen doet, zijn goedheid is voor mij als een schaduw en ik ben hem veel verschuldigd voor zijn vaderlijke liefde en zorg.

De liefde van Jezus heeft mijn hele wezen vervuld en ik voel de warmte van Zijn liefde in elk deel van mijn lichaam. God, die mijn glorie, mijn eer en be- schermer is, heeft zijn zegel van goedkeuring op mij gelegd door zijn niet-af- latende zegeningen en wonderen. De goede en vriendelijke God beproeft en straft al diegenen van wie Hij houdt. Hij test ze als voorbereiding op de hemel. De God van Daniël, die zijn vrienden in de vurige oven beschermde, heeft me negen jaar in de gevangenis beschermd en alle slechte gebeurte- nissen zijn voor onze bestwil en gewin gebleken, zozeer zelfs dat ik tot over- vloeiens toe vervuld ben van vreugde en dankbaarheid.

De God van Job heeft mijn geloof en toewijding beproefd om mijn geduld en trouw te versterken. Gedurende die negen jaar heeft Hij me van al mijn ver- antwoordelijkheden bevrijd, zodat ik onder de bescherming van Zijn gezegen- de Naam mijn tijd zou doorbrengen in gebed en studie van Zijn Woord, met een zoekend hart en in gebrokenheid, en groeien in de kennis van mijn Heer. Ik prijs de Heer voor deze unieke kans. ‘Je gaf me ruimte in mijn opsluiting, mijn zware ontberingen brachten genezing en je vriendelijkheid bracht me tot leven.’ O, wat een grote zegeningen heeft God in petto voor degenen die Hem vrezen!

Men heeft bezwaar tegen mijn Evangelieverkondiging. Maar, ‘Als u een blinde bij een bron vindt en zwijgt, dan hebt u gezondigd’ [een Perzisch spreekwoord]. Het is onze religieuze plicht, zolang de deur van Gods genade open is, om kwaaddoeners te overtuigen zich af te keren van hun zondige wegen en hun toevlucht bij Hem te zoeken om gered te worden van de toorn van een Rechtvaardige God en van de komende vreselijke straf.

Jezus Christus zegt: ‘Ik ben de deur. Wie door mij binnenkomt, zal wor- den gered.’, ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij.’, ‘Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’1 Onder de profe- ten van God stond alleen Jezus Christus op uit de dood en Hij is voor altijd onze levende voorbidder.

Hij is onze Heiland en Hij is de Zoon van God. Hem kennen betekent het eeuwige leven kennen. Ik, een nutteloze zondaar, heb geloofd in zijn geliefde persoon en al zijn woorden en wonderen die opgetekend zijn in het Evange- lie, en ik heb mijn leven in zijn handen gegeven. Het leven is voor mij een ge- legenheid om hem te dienen en de dood is een betere gelegenheid om met Christus te zijn. Daarom ben ik niet alleen tevreden om in de gevangenis te zijn voor de eer van Zijn Heilige Naam, maar ben ik klaar om mijn leven te geven voor de zaak van Jezus, mijn Heer, en spoediger zijn koninkrijk binnen te gaan, de plaats waar de uitverkorenen van God het eeuwige leven binnen- gaan, maar de goddelozen tot eeuwige verdoemenis.

Moge de schaduw van Gods goedheid en zijn hand van zegening en gene- zing op u rusten en voor altijd blijven. Amen.

Hoogachtend,

uw christelijke gevangene. Mehdi Dibaj (1934-1994).

1 Het derde citaat is in feite geen uitspraak van Jezus zelf maar over Hem door de apostel Petrus, in diens verdediging voor de Joodse leiders in het boek Handelingen van de Apostelen, hoofdstuk 4, vers 12.

Voorganger Mehdi Dibaj – Een Iraanse martelaar

“Ik ben altijd jaloers geweest op die Christenen die geslachtofferd werden voor Jezus Christus, onze Heer. Wat een privilege om te leven voor jouw Heer en ook voor Hem te sterven. Ik ben ten overvloede gevuld met blijdschap; ik ben niet alleen tevreden over de gevangenschap, maar ben er klaar voor om mijn leven te geven voor de zaak van Jezus Christus.” – Mehdi Dibaj.

Voorganger Mehdi Dibaj werd gearresteerd in 1984, en opgesloten in de Sari Gevangenis in Mazandaran in Iran, tot januari 1994. In die tijd zat hij naar verluid twee jaar in eenzame opsluiting. Hij werd beschuldigd van afvallig- heid, naar verluidt omdat hij zich 45 jaar eerder had bekeerd tot het Christen- dom. Hij ontkende zijn bekering tot het Christendom niet. Hij werd ter dood veroordeeld door de Islamitische Revolutionaire Rechtbank van Sari. Hoewel hij op 16 januari 1994 werd vrijgelaten, dankzij internationale druk, werden de aanklachten tegen hem niet verworpen.

Voorganger Mehdi Dibaj verdween op 24 juni 1994. Op 5 juli 1994 werd hij dood gevonden, onder verdachte omstandigheden. Volgens Elam, een protestantse missionaire organisatie die Christenen in Iran steunt, is Dibaj omgebracht met messteken. De Iraanse regering ontkende elke betrokken- heid in de dood van het slachtoffer en beschuldigde een oppositionele partij van de misdaad. De leiding van die organisatie ontkende elke betrekking met deze moord, waarvan zij “de regering” beschuldigde.

Dibaj werd als jonge man Christen en sloot zich aan bij de Kerk “Assemblies of God”, en later werd hij evangelist. Na de revolutie van 1979 in Iran kwa- men de problemen. In 1983 werd hij gearresteerd en in de gevangenis gezet zonder een rechtszaak, in Sari dat ligt in noord-oost Iran. Hij werd regelmatig gemarteld. Twee jaar van zijn gevangenschap zat hij in eenzame opsluiting in een onverlichte cel van 3 feet bij 3 feet afmeting.

Hij werd uiteindelijk berecht door een Islamitisch hof in Sari op 3 december van het laatste jaar en later in die maand werd hij ter dood veroordeeld op aanklacht van afvalligheid – in de Islamitische wet is dat een misdaad waar de doodstraf op staat. Na een wereldwijd protest werd Dibaj eindelijk bevrijd in januari, hoewel de doodstraf niet was opgeheven. Dibaj verdween op 24 juni. Volgens de Iraanse politie werd zijn lichaam gevonden in een park in west-Teheran op een dinsdag terwijl zij aan het zoeken waren naar de moor- denaars van een andere voorganger, Tateos Michaelian.

Tijdens zijn rechtszaak zei voorganger Mehdi Dibaj: “Mensen kiezen hun religie, maar een Christen wordt gekozen door Christus. Jezus zegt “U heeft Mij niet gekozen, maar Ik heb u gekozen”. Sinds wanneer koos Hij mij? Hij koos mij voordat de wereld werd gegrondvest.

De Heilige Schrift zegt “Blijf trouw tot de dood, en ik zal u de kroon van het leven schenken”.

 

Ter herinnering aan Bisschop Haik Hovsepian mehr De leider van alle protestantse kerken in Iran

 

Wees stem van hen die geen stem hebben

Haik gaf zijn leven aan God toen hij nog jong was. Zijn ouders scheidden toen hij 9 jaar was. Om zijn moeder te helpen met overleven, werd hij schoenpoetser op straat. Toen hij het evangelie hoorde bij een Christelijke Bijbelstudie Groep, besloot Haik Jezus te gaan volgen.
Hij was van ganser harte betrokken en Haik wilde Moslims in zijn thuis- land bereiken. Hij deelde het evangelie en plantte zijn eerste kerk.
Een stem om vervolgd te worden
In 1991 werd een collega voorganger vermoord omdat hij zich tot het Christendom had bekeerd. Voorganger Haik nam de zorg voor de vier kinderen en de blinde weduwe op zich, die de collega had achtergelaten met zijn dood. Hij sprak zich ferm uit tegen de moord op de voorganger en werd zo een stem voor de vervolgde Iraanse kerk.
Twee jaar later werd een volgende Christelijke man, Dibaj, ter dood ver- oordeeld wegens het verlaten van de Islam en het gaan volgen van Jezus. Hij had al tien jaar in de gevangenis gezeten vanwege deze “misdaad”. Het nieuws van deze straf kwam Haik ter ore, en hij startte een internationale campagne voor gebed waarin gevraagd werd om de straf te herroepen.
Dibaj werd vrijgelaten, en zelfs het seculiere blad TIME versloeg het verhaal als een “Antwoord op een gebed”. Maar al dit lawaai had wel problemen ver- oorzaakt in Iran, er moest een prijs voor betaald worden.
Hij stierf in mijn plaats
Drie dagen na de vrijlating van Dibaj verdween Haik. Hij werd later gevonden
met 26 wonden van messteken in de borst rondom het hart. Zijn moordenaars begroeven hem op een Islamitische begraafplaats. Haik wist dat de aanslag op zijn leven zou komen omdat hem was verteld dat de autoriteiten hadden besloten hem om te brengen. “Ik ben er klaar voor”, was alles wat hij zei.
Hovspian was met 26 messteken verscheurd. De moordenaars hadden met een snijmes een diepe gat in zijn hart gemaakt.
Bisschop Haik Hovspian Mehr heeft op 11 januari 1994 een brief geschreven waarin hij van de Raad van de Assemblees van God gevraagd internationaal stappen te ondernemen om het leven van dominee Mehdi Dibaj te redden die tot de doodstraf was veroordeeld. In de brief staat o.a. het volgende:
“Het zit zo, onze broeder Mehdi Dibaj is door de shariarechter van de stad Sari doodstraf gekregen, Dibadj heeft het doodvonnis naar mij gestuurd en dat is een duidelijk bewijs dat hij volgens de sharia een afvallige is, die geëxe- cuteerd dient worden… ze willen zich verlossen van de protestantse kerken en we zijn voor hun anti christelijk beleid de beste elite…Onze uitvoerend bureau is tot conclusie gekomen dat ‘afwachten en stilzwijgen’ een satanisch beleid is. Zelfs als we doodgaan of voor ons geloof gevangen worden geno- men, willen we alle christenen in de wereld laten zien hoe met hun broeders en zusters gaat in een land dat beweert gelovig te zijn.”
Bisschop Hovspian Mehr heeft vóór zijn dood een journalist van een Neder- landse krant gezegd: “We zijn aan de rand van een onvoorstelbare repressie door de Iraanse staat”. (NRC-Handelsblad 06-01-1996).
De Noorse Dagblad schreef op 1 februari 1993: “Hoofd missie religie van het Oosten in Noorwegen zei: Hovspian was erg blij dat de Iraanse autoriteiten onder de internationale druk hebben opgegeven, maar hij wist dat zij het niet zullen vergeten en op hem wraak zullen nemen
• http://www.hovsepian.com – official website including many of Haik Hovsepian’s sermons and songs
• A Cry From Iran, film about Hovsepian’s campaign for Mehdi Dibaj
• Obituary: Haik Hovsepian Mehr, The Independent, UK, 1 February 1994
• Biography of Haik Hovsepian-Mehr at the Wayback Machine (archived June 30, 2007), George W. Truett Theological Seminary, Baylor Universi- ty, USA
De Qara Kelisa of de Zwarte Kerk of het Klooster van Sint-Taddeüs is een Armeens-Apostolische kerk in de provincie West-Azerbeidzjan in het uiterste noordwesten van Iran.
Volgens de overlevering werd de kerk in het jaar 66 gebouwd om het graf van Judas Taddeüs, een van de discipelen van Jezus. De originele kerk werd verwoest in een aardbeving in 1319 en de kerk werd in 1329 herbouwd. De huidige kerk dateert grotendeels van een verbouwing begin 19e eeuw.
In 2008 werd de kerk, samen met de Sint- Stefanuskerk en de Kapel van Dzordzor, door UNESCO tot werelderfgoed verklaard.

Ter nagedachtenis aan dominee Tateos Michaelian

De tragische moord op dominee Tateos Michaelian in Iran

Dominee Michaelian, briljant geleerde en vertaler en ook voor- ganger, werd vermoord in juni 1994, net een paar weken na een overeenkomst met Sam Yeghna- zar (de oprichter van Elam) om een leidende rol te gaan spelen in het nieuwe project van Elam, dat het vertalen van de Bijbel behel- ste. Als gevolg van de dood van Michaelian werd het streven “het Michaelian project” genoemd, ter ere van hem.

Als een echte liefhebber en verkondiger van Gods Woord wat hij was, zijn we er zeker van dat Tateos erg blij was geweest met de meer dan 2 miljoen kopie- en van de Bijbel die tot dusver zijn gedrukt, dankzij het Michaelian project. Het resultaat daarvan mag er zijn: talloze Iraniërs zijn tot geloof gekomen; levens, huwelijken en hele gezinnen en families zijn erdoor veranderd, kerken zijn er geplant en versterkt, en de honger naar Gods Woord blijft groeien.

Dominee Michaelian heeft niet geleefd zodat hij de opmerkelijke oogst in Iran zelf kon zien. Maar God heeft hem geloof gegeven voor de generaties die nog komen. Toen hem gevraagd werd waarom hij er zo naar streefde om zoveel Christelijke boeken te vertalen in het Farsi, antwoordde hij: “Nu heb- ben we heel weinig Farsi sprekende Christenen, maar ik weet dat God er in een paar jaar veel zal hebben. Ik weet dat dit Gods plan is voor Iran … Ik weet dat de deuren geopend zullen worden voor Christus”.

Wilt u alstublieft bidden voor de familie van dominee Mi- chaelian, in het bijzonder voor Juliet? En dank God voor de ontelbare mensen die geze- gend en opgebouwd zijn door zijn dienst tijdens zijn leven en sinds zijn martelaarschap.

Steun ons alstublieft in onze campagne om christenen te helpen, en christelijke bekeerlingen die onterecht onderdrukt of gevangen zijn. Laat ons de stem zijn van degenen die geen stem hebben.

Een ieder verdient het recht om een geloof te hebben en dat geloof te veranderen. Niemand zou vervolgd moeten worden omdat hij of zij van geloof veranderd.

“Hoe fijn is het dat niemand een enkel moment hoeft te wachten met het starten van wereldverbetering”. (Anne Frank)

Laten we onze handen ineenslaan en een verenigde stem zijn voor de gewetensgevangenen, en hen er zo van verzekeren dat zij niet zijn vergeten..