15 november 2019 – De Iraanse Christen Ebrahim Firouzi heeft zes jaar ononderbroken in de gevangenis gezeten omdat hij aan het geloof vasthoudt. Als extra straf wordt hij nu voor twee jaar verbannen naar een plaats die meer dan 1500 km van zijn woonplaats verwijderd ligt.

Volgens bericht van mensenrechtenactivisten werd de Iraanse Christen Ebrahim Firouzi (foto) op 11 november door Justitie van het regime gedwongen zijn woonplaats Robat-Karim bij Teheran te verlaten en twee jaar lang te gaan ronddolen in de stad Sarbaz, waarheen hij volgens een vonnis uit 2013 verband is. Sarbaz ligt in de zuidoostelijke provincie Sistan-Baluchistan, minstens 1500 km vanaf Teheran. Firouzi mag daar twee jaar lang niet vandaan.

De 32-jarige ex-moslim was meer dan 6 jaar gevangene, puur omdat hij Christen was geworden en in zijn huisgemeente actief was. Hij is pas op 26 oktober uit de gevangenis vrijgekomen.

De gezondheidstoestand van Ebrahim Firouzi is in de jaren van zijn gevangenschap enorm achteruitgegaan, omdat hij steeds weer geen noodzakelijke medische zorg kreeg. Hij heeft tijdens zijn gevangenschap ook nooit verlof gekregen. Zo mocht hij zijn moeder niet bezoeken, toen zij op sterven lag, en ook haar begrafenis heeft hij niet mogen bijwonen.

Ebrahim Firouzi werd sinds 2010 al driemaal tot gevangenisstraf veroordeeld omdat hij vasthield aan zijn christelijk geloof. Na zijn eerste gevangenisstraf en veroordeling in 2010 werd hij in maart 2012 opnieuw opgepakt, dit keer onder het mom van “de poging om een website te maken waarop de christelijke leer wordt verbreid”. Het werd een hernieuwde aanklacht van verzonnen “staatsvijandige propaganda” tegen hem. Door de rechtbank werd hem toen 1 jaar gevangenisstraf opgelegd, en twee jaar verbanning in de stad Sarbaz. In augustus 2013 werd hij vastgezet om zijn gevangenisstraf uit te zitten. In 2015 hat Ebrahim Firouzi eigenlijk vrijgelaten moeten worden, maar in april dat jaar vonniste een rechtbank van het regime de gevangene vanwege zijn missionaire werk tot nogeens 5 jaar cel. Er werd hem verweten, “een groep gevormd te hebben met het doel de nationale veiligheid in gevaar te brengen”. Tot eind oktober dit jaar heeft hij zonder onderbreking van verlof in de cel gezeten.

De herhaalde aanklacht tegen Firouzi van de verzonnen “staatsvijandige activiteiten” was een overtreding tegen Artikel 7 van het Internationale Verdrag dat gaat over Burgerlijke en Politieke Rechten, dat ik 1975 door Iran werd geratificeerd en waarin staat: “Niemand mag voor een strafbaar feit aangeklaagd of veroordeeld worden waarvoor hij of zij volgens de wet voor strafvordering van het betreffende land eerder al veroordeeld of vrijgesproken werd”.

Onder het Islamitische regime in Iran worden steeds weer Christenen vanwege hun actieve medewerking in hun gemeente met de verzonnen aanklacht “gevaar voor de staatsveiligheid” aangeklaagd en gevonnist tot lange gevangenisstraffen. Volgens de Wereldvervolgingsranglijst van 2019 behoort het regime in Teheran tot de tien ergste Christenvervolgers ter wereld. In het bijzonder worden Christenen met een moslimverleden getroffen. Zij worden bij voortduring blootgesteld aan willekeurige arrestaties, ze worden gedwarsboomd en gevangen gezet.