27 november 2019 – Duizenden demonstranten worden in Iran gearresteerd en krijgen in foltergevangenissen te maken met geweld en marteling. Mensenrechtenactivisten roepen de internationale gemeenschap op maatregelen te nemen waardoor alle gevangenen, die uitsluitend wegens hun deelname aan burgerprotesten werden vastgezet, onvoorwaardelijk worden vrijgelaten.
Op 15 november 2019 begonnen in heel Iran protesten tegen de dictatuur. Troepen van het regime gebruiken zeer bruut geweld tegen vreedzame demonstranten, om de protesten neer te slaan. Mensenrechtenorganisaties spreken intussen van 450 gedode demonstranten, waaronder tenminste 10 vrouwen en kinderen. Het aantal gewonden wordt geschat op vele duizenden.
In heel Iran duren de massa-arrestaties voort. Mensenrechtenactivisten melden dat tot nu toe duizenden demonstranten werden aangehouden, velen van hen met gebruik van bruut geweld door gardisten en militairen van het regime. De gevangenen worden naar foltergevangenissen gebracht en daar zonder contact met de buitenwereld vas tgehouden. Ze verkeren in acuut gevaar gemarteld te worden.
Uit Mahshahr, in het zuid-westen van Iran komt het bericht, dat de 35 jarige Hamid Sheikhani (foto), vader van een gezin, in de gevangenis werd dood gemarteld. Hij werd op 17 november bij protesten gearresteerd. Op 24 november werd zijn familie verplicht zijn lichaam af te halen.
Berichten uit vele Iraanse steden melden, dat gardisten ziekenhuizen zijn binnengevallen en gewonden hebben gearresteerd. Veel families hebben geen informatie over het lot van hun dierbaren, die aan de demonstraties hebben deelgenomen en sindsdien te boek staan als vermist.
Volgens gegevens van mensenrechtenactivisten is het aantal gearresteerden zo hoog, dat de gevangenissen inmiddels overvol zijn en dat provisorische gevangenissen worden ingericht, onder andere in schoolgebouwen.
De gearresteerde demonstranten worden door marteling gedwongen, voor de camera valse verklaringen af te leggen en te bekennen dat de protesten worden aangesticht door “buitenlandse vijanden” van Iran.
Voor vastzittende demonstranten dreigen zware straffen tot en met de doodstraf
Sinds het begin van de protesten voeren de machthebbers in hun propaganda-media een hetze tegen de demonstranten en kwalificeren ze steevast als “vanuit het buitenland gestuurde onruststokers en criminelen”. In de staatskrant Keyhan, die de spreekbuis is van de leider van het regime Ali Khamenei, heeft het Openbaar Ministerie op 19 november gedreigd, dat de aangehouden demonstranten rekening moeten houden met de doodstraf en hun terechtstelling.
In de media van het regime worden foto’s van gearresteerde demonstranten getoond, die steevast worden aangeduid als “onruststokers”, om de bevolking angst aan te jagen.
Op 22 november eiste Ahmad Chatami, prediker in Teheran, de doodstraf voor de aanvoerders van de burgerprotesten. “Enkele van deze aanvoerders zijn wettelozen, die de doodstraf verdienen,” zei hij in een door de staatsmedia verspreide toespraak. Ook de andere demonstranten, die “als marionetten” hebben meegelopen, zouden een straf moeten krijgen, waarmee ze “hun acties tot in de eeuwigheid betreuren,” zei Chatami, die berucht is als fanatiek Islamist.
Eveneens op 22 november bedreigde Ebrahim Raissi, hoofd van het OM van het regime, de deelnemers aan de demonstraties. Zij en de meelopers in de protesten zouden zwaar gestraft moeten worden. Raissi is een van de hoogste functionarissen van het regime, die betrokken waren bij de massa-executies van politieke gevangen in de tachtiger jaren.
Mensenrechtenactivisten roepen de internationale gemeenschap steeds weer op effectieve maatregelen te nemen, waardoor het geweld van het regime tegen vreedzame demonstranten in Iran ten einde komt. Ze eisen, dat de VN-Veiligheidsraad zich bezig houdt met het neerslaan van de protesten in Iran en het regime daarvoor ter verantwoording roept. Alle gevangen, die uitsluitend wegens hun deelname aan de protesten werden gearresteerd, moeten onvoorwaardelijk worden vrijgelaten.
Achtergrond:
Op 15 november begonnen in heel Iran massaprotesten tegen het regime. Tot nu toe zijn in meer de 180 Iraanse steden honderdduizenden mensen de straat op gegaan. Een verhoging van de benzineprijs was slechts de aanleiding, want de woede van de demonstranten was gericht tegen de gehele heersende dictatuur.
“Weg met de dictatuur” luidden de meest gehoorde spreekkoren. De woede van de burgers is gericht tegen de onderdrukking. Met grote moed eisen ze vrijheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten. De protesten ontwikkelen zich tot een landelijke volksopstand tegen het gehele politieke systeem. Ondanks de bloedige onderdrukking komen uit veel plaatsen berichten over aanhoudende demonstraties.
De protesten begonnen met vreedzame bijeenkomsten van burgers voor regeringsgebouwen en demonstraties in de binnensteden. Nadat troepen van het regime geweld tegen de demonstranten begonnen te gebruiken, werden enkele protesten gewelddadig. Op veel plaatsen volgde het geweld op provocaties van regimegetrouwe knokploegen, die met motoren op de mensenmenigtes inreden en met knuppels op de demonstranten insloegen.
Het brute neerslaan van de protesten was een uitdrukkelijke opdracht van de leiding van het regime. Het geweld tegen demonstranten in Iran werd internationaal scherp veroordeeld, onder andere door de Duitse Bondsregering.