17 december 2019 – Bewijzen stapelen zich op, dat gearresteerde demonstranten in Iran dood worden gemarteld. Veel gezinnen zijn verstoken van informatie over het lot van familieleden, die hebben deelgenomen aan de protesten en sindsdien te boek staan als vermist.
Het regime in Teheran voert sinds half november in heel Iran wrede onderdrukking uit, om verdere protesten tegen te houden. Video’s en ooggetuigenverslagen tonen de verschrikkelijke omvang van de onderdrukking. In veel Iraanse plaatsen hebben troepen van het regime bijeenkomsten van vreedzame demonstranten met scherpe munitie onder vuur genomen. Mensenrechtenorganisaties maken melding van meer dan 1.000 gedode demonstranten, waaronder veel vrouwen en kinderen. Het aantal gewonden wordt geschat op vele duizenden.
Teheran: voor de Evin-gevangenis wacht mensen op informatie over hun gearresteerde familieleden
Uit heel Iran worden massa-arrestaties gemeld. Mensenrechtenactivisten melden dat tot nu toe meer dan duizend demonstranten werden aangehouden, velen van hen met gebruik van bruut geweld door gardisten en milities van het regime. Iraanse staatsmedia meldden, dat alleen al op 30 november en 1 december in zeven Iraanse provincies meer dan duizend mensen werden gearresteerd.
De arrestanten worden naar martelgevangenissen gebracht en daar zonder contact met de buitenwereld vastgehouden. Ze worden met marteling gedwongen voor de lopende camera valse bekentenissen af te leggen en zichzelf ervan te beschuldigen dat ze vanuit het buitenland door zogenaamde “Vijanden van Iran” zijn aangezet om te protesteren.
Intussen stapelen de bewijzen zich op, dat gearresteerde demonstranten in Iran dood worden gemarteld.
Eén van de door marteling gedode gevangenen is Halimeh Samiri (foto), die half november tijdens de protesten in de Zuidwestelijke stad Abadan werd gearresteerd. Kort daarna werd haar dode lichaam door gardisten van het regime voor het huis van haar vader neergelegd.
Veel gezinnen zijn nog altijd verstoken van informatie over het lot van familieleden, die hebben deelgenomen aan de protesten en sindsdien te boek staan als vermist.
Eén van de vermisten is de 48-jarige Azam Shirafkan (foto), moeder van drie kinderen, die op 18 november werd gearresteerd en naar een onbekende locatie werd overgebracht. Sindsdien is niets meer van haar vernomen.
Onder de arrestanten zijn ook bekende verdedigers van de mensenrechten. Zohreh Sayyadi die actief is voor vrouwen- en kinderrechten, werd op 10 december gearresteerd in Andiseh, een voorstad van Teheran. Ook over haar verblijfplaats is geen informatie bekend.
Voor de gevangenen dreigen zware straffen en ook de doodstraf
Vanaf het begin van de protesten stoken de machthebbers in Iran de bevolking op tegen de demonstranten en benoemen ze zonder bewijs tot “vanuit het buitenland gestuurde onruststokers en criminelen”. In de staatskrant Keyhan, die de spreekbuis is van leider Khamenei van het regime, heeft justitie op 19 november gedreigd, dat demonstranten rekening moeten houden met de doodstraf en hun terechtstelling.
Op 22 november eiste Ahmad Chatami, prediker in Teheran, de doodstraf voor de aanvoerder van de protesten. “Sommige van deze leiders zijn wettelozen, die de doodstraf verdienen”, zei hij in een door de staatsmedia verspreide toespraak. Ook de andere demonstranten, die “als marionetten” hebben meegelopen, zou een lesje geleerd moeten worden, waardoor ze “hun acties tot in de eeuwigheid betreuren,” zie Chatami, die berucht is als fanatiek Islamist.
Eveneens op 22 november bedreigde Ebrahim Raissi, hoofd van het OM van het regime, de deelnemers aan de demonstraties. Zij en de meelopers in de protesten zouden zwaar gestraft moeten worden. Raissi is een van de hoogste functionarissen van het regime, die betrokken waren bij de massa-executies van politieke gevangen in de tachtiger jaren.
Mensenrechtenactivisten roepen de internationale gemeenschap steeds weer op effectieve maatregelen te nemen, waardoor het geweld van het regime tegen vreedzame demonstranten in Iran ten einde komt. Ze eisen, dat de VN-Veiligheidsraad zich bezig houdt met het wrede neerslaan van de protesten in Iran en het regime daarvoor ter verantwoording roept. Alle gevangen, die uitsluitend wegens hun deelname aan de protesten werden gearresteerd, moeten onvoorwaardelijk worden vrijgelaten.
Halimeh Samiri is een van de meer dan 1500 martelaren van de opstand van november 2019 in Iran.
Halimeh Samiri, 34, werd gearresteerd in de vroege dagen van de opstand in Abadan, in de provincie Khuzestan.
Halimeh Samiri werd gedood onder marteling.
Haar lot was alleen bekend bij haar familie en vrienden toen haar levenloze lichaam werd verlaten voor de deur van haar vader.De provincie Khuzestan is getuige geweest van bloedige en schokkende gebeurtenissen tijdens de opstand in Iran in november 2019. Het bloedbad van demonstranten in de moerassen van Mahshahr was een misdaad tegen de menselijkheid.
Om 10.30 uur op 18 november 2019 openden de veiligheidstroepen van het Iraanse regime een spervuur van de demonstranten die hun toevlucht hadden gezocht in het moerasland. Dit blinde bloedbad werd uitgevoerd op bevel van de gouverneur van Mahshahr en uitgevoerd door de speciale eenheden van de Islamitische Revolutionaire Garde. Ze gebruikten tanks, gepantserde personeelsvervoerders, zware en semi-zware machinegeweren en zelfs helikopters tegen de demonstranten.
Ze toonden geen genade zelfs voor de mensen die thuis waren gebleven en zich niet bij de protesten hadden aangesloten.
In het eerste uur werden ongeveer 17 mensen, waaronder twee kinderen, 4 en 7 jaar oud, en een oudere vrouw neergeschoten