5 maart 2020 – Gevangenen lopen gevaar te worden geëxecuteerd: In Teheran zijn drie demonstranten die in november 2019 aan burgerprotesten tegen de dictatuur deelgenomen hebben ter dood veroordeeld.

Volgens Iraanse mensenrechtenactivisten werd de doodstraf half februari opgelegd aan de drie jongemannen, die vastgehouden worden in de beruchte Fashafouyeh-gevangenis aan de rand van Teheran. Amirhossein Moradi, Mohammad Rajabi en Saeed Tamjidi worden beschuldigd van ‘oproer tegen de staat’ en ‘het in gevaar brengen van de staatsveiligheid’. Moradi werd bovendien veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen. Tamjidi en Rajabi werden ook gestraft met 11 jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen.

De rechterlijke macht van het regime, die fungeert als een instrument van onderdrukking, beschuldigt de drie mannen er onder andere van dat zij foto’s en video’s van de protesten verspreid en aan buitenlandse media gestuurd hebben, alsmede andere burgers opgeroepen hebben om deel te nemen aan de demonstraties. Ze zouden ook hebben geprobeerd te voorkomen dat gardisten van het regime tijdens de protesten in Teheran demonstranten filmden met het oog op latere vervolging.

De doodvonnissen werden uitgesproken door rechter Abolghasem Salavati, die berucht is om zijn harde, onrechtvaardige oordelen tegen politieke gevangenen en mensenrechtenactivisten. Hij is een van de 82 functionarissen van het regime in Iran aan wie de Europese Unie inreisverboden en bevriezing van hun tegoeden heeft opgelegd omdat hen jarenlange ernstige schendingen van de mensenrechten worden verweten.

Amirhossein Moradi (foto) werd op 19 november 2019 gearresteerd, een week lang vastgehouden in een geheime gevangenis van het regime in Teheran en vervolgens een maand lang in de Evin-gevangenis in Teheran. De 25-jarige zat lange tijd in eenzame opsluiting en had tijdens de verhoren geen toegang tot een advocaat. Hij werd met brute mishandelingen en elektrische schokken gemarteld, waardoor hij gedwongen werd om een valse bekentenis af te leggen. Deze “bekentenis” werd tijdens een propaganda-uitzending van de regeringstelevisie uitgezonden en door de rechtbank gebruikt als bewijs tegen de verdachte.

Mohammad Rajabi (25) en elektronicastudent Saeed Tamjidi (27) (rechts) werden op 28 december 2019 gearresteerd en eveneens in een gevangenis van de geheime dienst van het regime in Teheran gemarteld. Ze werden herhaaldelijk geschopt en met wapenstokken geslagen. Wekenlang kregen hun families geen enkele informatie over hun verblijfplaats.

Achtergrond:

Medio november 2019 vonden in Iran landelijke massaprotesten tegen het regime plaats. In meer dan 190 Iraanse steden demonstreerden burgers met grote moed voor vrijheid, mensenrechten en sociale rechtvaardigheid. De protesten richtten zich tegen het hele politieke systeem. Het was de meest massale opstand van de bevolking tegen de heersende dictatuur in 40 jaar.

November 2019: Regimetroepen tegen demonstranten in de noordwestelijke Iraanse stad Urmia

 Het regime reageerde op de protesten met brutaal geweld. Regimetroepen schoten met scherp op bijeenkomsten van vreedzame demonstranten. Mensenrechtengroepen melden meer dan 1500 gedode demonstranten, onder wie talloze vrouwen en kinderen. Het aantal gewonden wordt geschat op enkele duizenden.

Tegelijkertijd vonden in heel Iran massale arrestaties plaats. Volgens opgaven van mensenrechtenactivisten zijn duizenden demonstranten gearresteerd, in veel gevallen met bruut geweld door gardisten of milities van het regime. De meeste gearresteerden worden nog steeds vastgehouden in martelgevangenissen.

Stop executies!

Mensenrechtengroepen zetten zich in voor de opheffing van de tot nu toe gevelde doodvonnissen tegen betogers. Zij hebben de internationale gemeenschap opnieuw opgeroepen, doeltreffende maatregelen te nemen om een einde te maken aan de repressie in Iran. De VN-Veiligheidsraad moet het brutale optreden tegen burgerlijke protesten veroordelen en het regime in Teheran hiervoor verantwoordelijk houden. Alle gevangenen die uitsluitend worden vastgehouden vanwege hun deelname aan burgerprotesten moeten onmiddellijk worden vrijgelaten.