12 juni 2021 – In zijn recente jaarverslag aan de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft VN-chef Antonio Guterres de nijpende mensenrechtensituatie in Iran onderstreept. Het verslag, dat oorspronkelijk dateerde van 14 mei 2021, werd gepubliceerd op 9 juni 2021.

Dit rapport onderstreept de voortdurende executies in Iran, willekeurige arrestaties en detenties, gedwongen verdwijningen, langdurige gevangenisstraffen en het martelen van dissidenten.

“Gewetensgevangenen, politieke activisten, mensenrechtenverdedigers en advocaten worden onevenredig vaak uitgesloten van tijdelijke vrijlating. Sommige politieke gevangenen zitten al jaren in de gevangenis zonder ook maar één dag verlof te krijgen. Zo zit Maryam Akbari Monfared, die in 2009 tot 15 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld wegens deelname aan protesten, al 12 jaar in de gevangenis”, luidt het in een gedeelte van het rapport, dat licht werpt op de benarde situatie van Maryam Akbari Monfared. De zus en broer van Maryam Akbari Monfared werden in 1988 geëxecuteerd tijdens de massamoord op 30.000 politieke gevangenen.

“De pesterijen tegen haar namen toe nadat ze een formele klacht had ingediend om een officieel onderzoek in te stellen naar de executies van politieke gevangenen in 1988, onder wie haar broers en zussen. Ook Zeinab Jalalian, een Koerdische politieke gevangene die een levenslange gevangenisstraf uitzit voor ‘moharebeh’, wordt sinds 2008 zonder verlof vastgehouden,” voegt het rapport eraan toe.

“Lange voorlopige hechtenis is gebruikelijk. Volgens artikel 242 van het Wetboek van Strafvordering kan in bepaalde gevallen voorlopige hechtenis tot twee jaar duren. De studenten Ali Younesi en Amirhossein Moradi zijn sinds hun arrestatie in april 2020 in voorlopige hechtenis gebleven, inclusief perioden van eenzame opsluiting. In november 2020 heeft de Werkgroep Willekeurige Detentie haar bezorgdheid geuit over het feit dat het grote aantal gevallen, waarin zij had vastgesteld dat de Islamitische Republiek Iran haar internationale mensenrechtenverplichtingen had geschonden, wees op wijdverspreide of systematische willekeurige detentie,” voegt het rapport er in een ander deel aan toe.

In zijn rapport “spreekt de secretaris-generaal van de VN opnieuw zijn bezorgdheid uit over het grote aantal terdoodveroordelingen en executies, het feit dat de doodstraf voor een reeks feiten in de Iraanse wetgeving is opgenomen, het opleggen van de doodstraf in strijd met de normen voor een eerlijk proces en het ontbreken van officiële gegevens over executies”.

De secretaris-generaal van de VN veroordeelde ook de executie van Iraanse protestgevangenen, onder wie Navid Afkari en Mostafa Salehi, die valselijk beschuldigd werden van moord.

“De secretaris-generaal neemt met bezorgdheid kennis van het gebruik van ongefundeerde moordaanklachten tegen demonstranten om de doodstraf te rechtvaardigen. Emblematische gevallen zijn de executie van Mostafa Salehi en Navid Afkari op 5 augustus en 12 september 2020, ondanks een wereldwijde verontwaardiging. Zij werden gearresteerd na hun deelname aan protesten in respectievelijk 2017 en 2018 en in 2019. Beiden werden geconfronteerd met ongefundeerde beschuldigingen van moord en ‘moharebeh’, en werden naar verluidt onderworpen aan marteling om bekentenissen af te dwingen, die later als bewijs werden gebruikt in processen die als schromelijk oneerlijk werden beschouwd. Salehi werd meer dan een jaar in eenzame opsluiting gehouden,” voegt het rapport eraan toe.

Het recente rapport van de secretaris-generaal van de VN onderstreept de noodzaak voor de internationale gemeenschap om onmiddellijk op te treden en de voortdurende mensenrechtenschendingen door het Iraanse regime aan te pakken. De schendingen van de mensenrechten zullen nog toenemen na de schijnverkiezingen van het regime, aangezien alle ontwikkelingen erop wijzen dat de opperste leider van het regime, Ali Khamenei, de weg heeft vrijgemaakt voor het huidige hoofd van de rechterlijke macht, Ebrahim Raisi, om president te worden. Raisi speelde een sleutelrol bij het bloedbad van 1988.