01 juli 2021 – De Duitse Bondsdag merkt op dat Iran zich de afgelopen jaren steeds verder heeft gedistantieerd van zijn verplichtingen op grond van internationaal recht en mensenrechten en daarmee van de internationale gemeenschap. De federale regering wordt verzocht bijzondere aandacht te besteden aan de mensenrechtensituatie.
Op 25 juni besloot de Duitse Bondsdag dat de mensenrechtensituatie centraal moet komen te staan in het Iran-beleid. De door de coalitiegroepen CDU/CSU en SPD, de FDP en Bündnis 90/Die Grünen (19/30979) gezamenlijk ingediende motie (19/30979) werd door een meerderheid van de indieners aanvaard.
De applicatie beschrijft de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran in detail. Daar staat onder meer:
“Onder leiding van zijn religieuze leiders heeft Iran zich steeds verder gedistantieerd van zijn verplichtingen op grond van internationaal recht en mensenrechten en daarmee van de internationale gemeenschap. Hoewel Iran, als lid van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft erkend en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten heeft geratificeerd, is de mensenrechtensituatie in het land blijven verslechteren. Er zijn ernstige schendingen van persoonlijke en politieke vrijheden.
Kritische protesten tegen het regime worden regelmatig onderdrukt met bruut geweld. Het meest recente voorbeeld zijn de landelijke protesten in november 2019 tegen de stijging van de benzineprijzen, die de veiligheids- en inlichtingenautoriteiten met meedogenloze hardheid hebben neergeslagen. Het optreden van de veiligheidstroepen is tot op de dag van vandaag in de doofpot gestopt, evenals de talrijke doden bij de vreedzame protesten. Gedwongen verdwijningen zijn niet aangepakt. De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Michelle Bachelet heeft het gebruik van massaal geweld tegen de demonstranten veroordeeld. Amnesty International heeft de moord op zeker 304 mensen bevestigd. Het aantal niet-gemelde gevallen zou echter veel hoger zijn. Naar schatting zijn meer dan 1.500 mensen omgekomen. Er zouden meer dan 7.000 mensen zijn gearresteerd. (…)
Sinds zijn oprichting heeft het regime met alle ernst opgetreden tegen zijn critici en andersdenkenden en systematisch zijn eigen volk onderdrukt. Iran is momenteel het land met het hoogste aantal uitgevoerde doodvonnissen na China. De doodstraf wordt ook opgelegd voor “politieke” misdaden. Ondanks de toetreding tot het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, werden vijf op het moment van het misdrijf minderjarigen geëxecuteerd in 2020. In 2019 zijn bij de executie voor het eerst sinds lange tijd twee minderjarigen geëxecuteerd. Eenzame opsluiting en wrede ondervragingsmethoden dienen als een drastisch middel tot politieke onderdrukking van het Iraanse maatschappelijk middenveld. (…)
Dit alles is in tegenspraak met de Europese waarden en belangen. Bij het vormgeven van onze betrekkingen met Iran moet altijd rekening worden gehouden met de binnenlandse politieke en mensenrechtensituatie.”
In de aangenomen motie stelt de Duitse Bondsdag onder meer de volgende eisen aan de Bondsregering:
  • Het Iran-beleid regelmatig en kritisch evalueren en continu aanpassen aan gewijzigde ontwikkelingen. Speciale aandacht moet worden besteed aan de mensenrechtensituatie;
  • Iran blijven oproepen om de door haar geratificeerde mensenrechtenverdragen na te leven en uit te voeren en zich aan te sluiten bij het VN-Verdrag inzake de rechten van de vrouw (CEDAW) en het Verdrag tegen foltering (CAT);
  • blijven werken aan Iran om ervoor te zorgen dat universeel geldende mensenrechten worden geëerbiedigd en om ervoor te zorgen dat het opleggen en uitvoeren van de doodstraf, met name in het geval van op het moment van het misdrijf minderjarigen, in overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de rechten van het Kind (CRC) dat het heeft geratificeerd, wordt onmiddellijk stopgezet, zoals de EU al tientallen jaren vraagt;
  • Blijf er bij Iran op aandringen een einde te maken aan de onderdrukking van stemmen die kritisch staan tegenover het regime, met name mediawerkers, mensenrechtenverdedigers en leden van de oppositie;
  • Iran op te roepen om gevallen van politiegeweld en geweld van andere veiligheidsstructuren legaal af te handelen;
  • om tegenover Iran te pleiten voor de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen en de vernietiging van rechterlijke uitspraken;
  • te werken aan de onmiddellijke vrijlating van alle Duitse burgers die zonder wettelijke basis worden vastgehouden;
  • om met nadruk te blijven pleiten richting Iran dat alle religieuze minderheden hun religie vrij kunnen uitoefenen en dat hun religieuze plaatsen worden beschermd en om opnieuw te bevestigen dat het mensenrecht op vrijheid van godsdienst en overtuiging ook de vrijheid omvat om niet te geloven en van overtuiging te veranderen;
  • Roep Iran op om een einde te maken aan de discriminatie van vrouwen en meisjes, met name de systematische vervolging van vrouwenrechtenactivisten, en om passende en effectieve maatregelen te nemen om vrouwen en meisjes te beschermen tegen geweld;
  • pleiten op EU-niveau voor het onderzoeken van een uitbreiding van persoonlijke sancties tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in Iran;
  • pleiten voor een EU-mensenrechtendialoog met Iran waarin de bovengenoemde kwesties en andere mensenrechtenschendingen door Iran systematisch en kritisch worden aangepakt.

Attachments