2 augustus 2021 – Succesvol mensenrechtenwerk: In Zweden moet een ambtenaar van het regime in Teheran zich verantwoorden voor de massamoord op politieke gevangenen in Iran. Dit is een groot succes voor de campagne om de daders van mensenrechtenschendingen in Iran internationaal te laten vervolgen.
Eind juli heeft het Zweedse openbaar ministerie een aanklacht ingediend tegen Hamid Nouri, een Iraans onderdaan. Hij wordt ervan beschuldigd betrokken te zijn geweest bij massa-executies die in de zomer van 1988 duizenden politieke gevangenen in Iran het leven hebben gekost. Nouri werd in november 2019 op de luchthaven van Stockholm gearresteerd toen hij vanuit Iran het land binnenkwam. Hij zit sindsdien in voorlopige hechtenis. Ooggetuigen en deskundigen op het gebied van het internationaal recht uit verschillende landen zullen worden gehoord in het proces, dat op 10 augustus moet beginnen en enkele maanden zal duren.
De massamoord op politieke gevangenen in Iran in 1988 wordt beschouwd als een misdaad tegen de menselijkheid. De aanklacht in Zweden is een belangrijk succes voor de internationale campagne om ervoor te zorgen dat de daders en de verantwoordelijken worden vervolgd in landen die universele rechtsmacht uitoefenen. Het is de eerste keer dat een ambtenaar van het Iraanse regime voor deze massamoord terechtstaat.
Volgens het Zweedse openbaar ministerie werkte de verdachte, Hamid Nouri, als hulpaanklager tijdens de massa-executies in de Gohardasht-gevangenis in de stad Karaj, niet ver van Teheran. Na uitgebreid onderzoek wordt hij beschuldigd van deelname aan massa-executies en dus van moord met voorbedachten rade in honderden gevallen. De misdrijven waarvan de beschuldigde wordt beschuldigd, zijn volgens het Zweedse openbaar ministerie de ernstigste misdrijven naar internationaal recht. Hoewel deze misdrijven in Iran zijn gepleegd, kunnen de daders op grond van het beginsel van universele rechtsmacht in andere landen worden vervolgd. Dit is de basis voor de aanklacht in Zweden
Er moet een einde komen aan de straffeloosheid van mensenrechtenschendingen!
De fundamentalistische dictatuur in Iran heeft zich de afgelopen decennia schuldig gemaakt aan de ernstigste schendingen van de mensenrechten, waaronder het massaal en systematisch doden van oppositieleden. De massa-executies in Iran worden door deskundigen op het gebied van het internationaal recht aangemerkt als genocide, d.w.z. misdaden tegen de menselijkheid. Zij vormen dus een strafbaar feit volgens het internationaal strafrecht. Desondanks zijn de daders, onder wie talrijke huidige functionarissen van de dictatuur in Teheran, tot op de dag van vandaag ongestraft gebleven omdat de VN grotendeels inactief is gebleven.

Mensenrechtenactivisten en overlevenden eisen gerechtigheid voor de slachtoffers van de massa-executies van 1988.
Mensenrechtenactivisten en deskundigen op het gebied van het internationaal recht voeren internationaal campagne om ervoor te zorgen dat de daders van mensenrechtenschendingen in Iran op internationaal niveau worden vervolgd. De daders, zo eisen zij, moeten voor hun mensenrechtenschendingen ter verantwoording worden geroepen door rechtbanken in landen die universele rechtsmacht uitoefenen of door het Internationaal Strafhof in Den Haag. Er moet een einde komen aan de huidige straffeloosheid. Dit is de enige manier om een einde te maken aan de huidige schendingen van de mensenrechten in Iran.
Mensenrechtenactivisten eisen onderzoek naar de nieuwe president van het regime, Raisi, wegens misdaden tegen de menselijkheid
Talrijke documenten en ooggetuigenverslagen die door mensenrechtenactivisten over de hele wereld zijn onderzocht en gevalideerd, tonen aan dat de nieuwe president van het regime, Ebrahim Raisi, al tientallen jaren een actieve rol speelt bij de mensenrechtenschendingen in Iran. Mensenrechtendeskundigen riepen daarom op tot het onmiddellijk instellen van een internationaal strafrechtelijk onderzoek tegen Raisi.
Amnesty International riep op 19 juni 2021 op tot strafrechtelijk onderzoek tegen Raisi wegens misdaden tegen de menselijkheid, zoals moord, gedwongen verdwijningen en foltering. Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International en voormalig speciaal VN-rapporteur inzake buitengerechtelijke executies, verklaarde: “Wij blijven erop aandringen dat Ebrahim Raisi wordt onderzocht op zijn betrokkenheid bij vroegere en lopende misdaden uit hoofde van het internationaal recht, ook door staten die universele rechtsmacht uitoefenen. meer Informatie
Misdaden tegen de menselijkheid: bloedbad onder politieke gevangenen in 1988
Van bijzonder belang is Raisi’s bewezen betrokkenheid bij de massa-executies van 1988, een georganiseerde massamoord door de staat op politieke gevangenen in heel Iran in de nazomer en de herfst van 1988. Naar schatting zijn wel 30.000 gevangenen het slachtoffer geworden van dit bloedbad. Ze werden opzettelijk vermoord om elke politieke dissidentie te smoren. De geëxecuteerden werden door hun beulen begraven in naamloze massagraven. Familieleden werden geïntimideerd en bedreigd zodat geen informatie over het bloedbad de buitenwereld zou bereiken.
De executies werden beslist door zogenaamde “doodscomités”, die de gevangenen ter dood veroordeelden in processen die slechts enkele minuten duurden, groep per groep. Het doodscomité dat besloot tot de executies in de gevangenissen in het gebied rond Teheran telde vier vooraanstaande leden. Een van hen was de president van het nieuwe regime, Raisi. Alleen al in de gevangenissen van Evin en Gohardasht werden duizenden executies uitgevoerd, waarvoor Raisi verantwoordelijk was.
meer informatie: Iran: UN-Experte fordert Untersuchung der Massenhinrichtungen und der Rolle des Regime-Präsidenten Raisi